Door mr. Patrick Garré
De heer Garré is jurist bij de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid
In een artikel uit het NJB vorig jaar bespreekt prof. mr. Aart Hendriks[1] uit juni 2020 de ontwikkelingen in verband met levensbeëindiging op verzoek in Frankrijk, Italië, Spanje en Portugal. Door de invloed van de katholieke kerk leek een dergelijk thema onbespreekbaar in deze zuidelijke Europese landen, maar door nieuwe wetgevende initiatieven en de rechtspraak van de hoogste rechtscolleges (zoals in Italië) staan euthanasie en hulp bij zelfdoding ook in die landen hoog op de maatschappelijke agenda.
Nog geen legalisering euthanasie in Frankrijk
Op het eerste zicht bestaat er in Frankrijk een absoluut verbod op euthanasie. De Franse wetgevende vergaderingen hebben tot nu toe elk voorstel tot legalisering verworpen, ook al is een groot deel van de bevolking voorstander van bepaalde vormen van levensbeëindigend handelen op verzoek. De wet Leonetti (2005, aangepast in 2016) verbiedt zinloos medisch handelen en staat toe dat de patiënt na het verlenen van palliatieve sedatie komt te overlijden, valt een diepe en continue sedatie onder palliatieve behandeling en moet de arts de wens van de patiënt respecteren om niet te worden behandeld.
Baanbrekende uitspraak in Italië
In Italië zorgde de zaak “Fabo” voor een baanbrekende uitspraak van het Constitutioneel Hof. Fabo was als gevolg van een auto-ongeluk verlamd geraakt en blind geworden. Een Italiaans parlementslid had de patiënt naar Zwitserland gebracht waar Fabo werd gedood op zijn verzoek. De volksvertegenwoordiger werd in Italië vervolgd wegens het overtreden van het verbod tot helpen bij zelfdoding. Het Constitutioneel Hof oordeelde dat hulp bij zelfdoding onder bepaalde omstandigheden echter niet strafbaar is en vroeg het Parlement om op dat vlak de nodige initiatieven te nemen. Ook in Italië zou een grote meerderheid van de bevolking euthanasie willen decriminaliseren.
Goedkeuringen in Spanje en Portugal
In Spanje en Portugal zijn reeds wetsvoorstellen goedgekeurd in de nationale parlementen die euthanasie en zelfdoding op verzoek onder bepaalde voorwaarden mogelijk maken. Het artikel van Hendriks schetst de context, de voorwaarden en de mogelijke belemmeringen (zoals de bereidheid bij artsen om de ingreep uit te voeren of uitspraken van de bevoegde grondwettelijke hoven) in deze landen in 2020. Sindsdien is in Spanje de euthanasiewet definitief goedgekeurd op 18 maart 2021 en zal deze in werking treden in juni 2021, zelfs al zou het Spaanse Constitutionele Hof de wetgeving nog ongrondwettelijk verklaren.[2] De patiënt moet lijden aan een “ernstige en ongeneeslijke ziekte” of een “ernstige, chronische en invaliderende aandoening”, dat “voortdurend en ondraaglijk fysiek of psychisch lijden veroorzaakt. In tegenstelling tot de Nederlandse Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding (WtL) moet de uitvoerende arts over een positief advies beschikken van de tweede arts en moet hij de euthanasie vóór de uitvoering ervan voorleggen aan de Evaluatie en Controlecommissie (CEC).
Uitvoering euthanasie door verpleegkundigen
Ook in Portugal keurde de wetgevende vergadering een voorstel tot legalisering goed dat sterk gelijkt op datgene wat in buurland Spanje van toepassing zal zijn. Het grote verschil is dat ook de verpleegkundigen, weliswaar onder toezicht van een arts, de levensbeëindigende handeling kunnen uitvoeren. Bovendien is de steun onder de Portugese bevolking beperkt (50 %) en heeft de Ethische Raad van de artsenorganisatie zich tegen deze voorstellen gekant. Het Portugees Constitutioneel Tribunaal heeft de euthanasiewet op 15 maart 2021 ongrondwettelijk verklaard. Volgens dit hoogste rechtscollege was de voorwaarde van een definitief en zeer ernstig letsel volgens de wetenschappelijke consensus te vaag om op deze basis euthanasie te kunnen uitvoeren. Het is niet duidelijk wat er nu zal gebeuren; het parlement kan het ontwerp weer intrekken of de tekst herwerken en opnieuw ter stemming voorleggen.[3]
Deze nieuwe wetgevingen lijken grotendeels op datgene wat ook in de Nederlandse WtL is voorzien, behalve de mogelijke uitvoering door verpleegkundigen (in Portugal), de strengere voorwaarden rond wilsbekwaamheid, het verplicht positief advies van de tweede arts en de voorafgaande toetsing door bijzondere commissies.
Als organisatie die opkomt voor het kwetsbare leven is Juristenvereniging Pro Vita uiteraard zeer bezorgd over deze ontwikkelingen in Europa. We wensen onze leden dan ook hierover zoveel en zo nauwkeurig mogelijk te informeren. Mocht u kennis hebben van recente ontwikkelingen op het vlak van wetgeving rond ethische thema’s (zoals euthanasie, abortus, draagmoederschap, embryo’s enz.)in andere landen, laat het ons gerust weten.
Lees hier het hele artikel van Aart Hendriks.
[1] Prof. mr. A.C. Hendriks is hoogleraar gezondheidsrecht aan de Universiteit Leiden.
[2] Europees Instituut voor Bio-ethiek: Spanje: Euthanasiewet binnenkort ongrondwettelijk verklaard? https://www.ieb-eib.org/nl/nieuws/einde-van-het-leven/euthanasie-en-geassisteerde-zelfmoord/spanje-euthanasiewet-binnenkort-ongrondwettelijk-verklaard-1985.html
[3] Europees Instituut voor Bio-Ethiek: Portugal: Euthanasiewet ongrondwettelijk verklaard, https://www.ieb-eib.org/nl/nieuws/einde-van-het-leven/euthanasie-en-geassisteerde-zelfmoord/portugal-euthanasiewet-ongrondwettelijk-verklaard-1972.html