INLEIDING

Controverse en kritiek rond de encycliek Humanae Vitae (HV 1968)1 zou dé reden zijn voor het massaal verlaten van de geloofspraktijk in de katholieke Kerk.

Op het verzoek en met de medewerking van artsen doorloopt het politiek bestel sedert 1968 een weg gaande van het onttrekken aan de strafwet van de verspreiding van contraceptiva naar propaganda ervoor; vrijstelling van vervolging binnen de strafwet van abortus naar Europese verplichting om quasi vrije abortus te voorzien, liefst terugbetaald door de ziekteverzekering; van medisch geassisteerde bevruchting naar eugenetische embryoselectie en het ter beschikking stellen van ‘overtollige embryo’s’ voor research, al of niet van commerciële aard.

Humanae Vitae is een theologisch document dat staat voor de absolute ethische eis van menswaardig gedrag bij het beleven van de seksualiteit én het ontstaan van nieuw leven. Het uitgangspunt is de universele mens, zijn onderscheid met het louter biologische bestaan en de essentie van ‘menswaardig handelen’ binnen medisch ethische principes op basis van de universele mensenrechten.

CONTROVERSE

Reeds een week na het verschijnen2 gaf Paus Paulus VI een antwoord aan zijn tegenstanders: “Wij weten ook, dat velen onze leer niet op prijs hebben gesteld. … Ons woord is niet gemakkelijk, het komt niet overeen met een houding die zich in onze dagen helaas aan het verbreiden is, een gemakzuchtige houding die in schijn ten goede komt aan de liefde en het evenwicht in het gezin.
Wij zouden er eveneens aan willen herinneren, dat de regel die wij hebben bevestigd niet de onze is, maar dat zij ten diepste behoort tot de structuren van het menselijk leven, de menselijke liefde en de menselijke waardigheid;[…] Deze regel gaat niet voorbij aan de sociologische en demografische omstandigheden van ons tijdvak; zij is in zich ook niet in tegenspraak, zoals sommigen schijnen te veronderstellen, met 1) een redelijke beperking van het geboortecijfer, 2) noch met het wetenschappelijk onderzoek of de zorgen die een goede therapie eist, evenmin 3) met een werkelijk verantwoord ouderschap, zelfs niet 4) met de vrede en de gezinsharmonie.
[De encycliek] is slechts een zedelijk voorschrift, dat veeleisend is, streng en vandaag nog altijd geldend en dat het gebruik van middelen verbiedt die met opzet de voortplanting belemmeren en aldus de zuiverheid van de liefde en de opdracht van het huwelijksleven naar beneden haalt.”

EEN VOORSPELLING VAN PAULUS VI IN 1968 EN DE REALITEIT IN 2008

Afwijzing van Humanae Vitae betekent volgens de paus een algemeen zedenverval. De man zal zijn egoïsme botvieren. De burgerlijke overheid krijgt een vrijbrief om zich in de meest persoonlijke en intieme sfeer van echtgenoten te bemoeien. Inderdaad heeft ze inzake seksualiteit een toenemende invloed op het gezondheidsbeleid en het onderwijs. Gezinsontbinding wordt via wetgeving vereenvoudigd en allerhande samenleefvormen krijgen intussen het predikaat ‘huwelijk’. Het huwelijk dat moeder en kind moet beschermen, staat onder druk. Veel kinderen worden buiten het huwelijk geboren en vaak leven ze onder moeilijke omstandigheden in éénoudergezinnen. Intussen baart de veroudering van de bevolking zorgen omdat er te weinig kinderen worden geboren en is het evenwicht tussen de generaties verstoord. Arbeidsplaatsen worden niet meer ingevuld; een toenemende problematische bevolkingsverschuiving door een niet meer te controleren immigratie vindt plaats. Dit alles gaat gepaard met een georganiseerde beheersing – feitelijk vernietiging – van de vruchtbaarheid, een chemische oorlog tegen de mens in zijn allereerste stadia.

De toename van abortus – ondanks gratis ‘pil’ en ‘morning-afterpil’ – is dramatisch: tussen 2000 en 2007 in België een toename met 21,7% voor de leeftijd 15-19 jaar; globaal in één decennium een stijging van 25% met een daling van het cohort vrouwen in de vruchtbare leeftijd van 25%. In Nederland worden 33.000 abortussen geregistreerd, in België (2007) 18.033. Abortuscentra (België) verdienen zo’n 5 miljoen euro via de sociale zekerheid. Tegelijk is 15 miljoen euro voorzien voor medisch geassisteerde vruchtbaarheidsbehandelingen, goed voor zo’n 2000 kinderen.

Met dit soort zelfbeschikkingsrecht vernietigt men tienmaal zoveel kinderen als er met veel inspanningen en kosten tot leven worden gebracht, ten koste van opnieuw de vernietiging van – al of niet na medische experimenten – minstens 10.000 embryo’s per jaar.

Er is een totaal gebrek aan enige terughoudendheid op seksueel gebied, toegelicht en voorgelicht, door zgn. ‘seksopvoeders’. De ideologie van de Nederlandse Rutgers-stichting en zijn afgeleide in België, Sensoa – die eveneens het resultaat van hun successen verzilveren in door hen gerunde abortuscentra en -boten – mag in Vlaanderen vrij zijn gangen gaan, gesubsidieerd door de politiek zowel in de gemeenschapsscholen als in het ‘katholieke’ schoolnet.
Tenslotte heeft het Europees Hof voor de Rechten van de Mens gesteld dat het niet meer wenselijk is een uitspraak te doen op het recht op leven van de ongeborenen.

WAT IS DE INHOUD VAN DE ARGUMENTEN VAN HV?

In 1968 was er niet alleen de Meirevolte. HV2 stelde belangrijke veranderingen vast: de snelle bevolkingsgroei, een rem op de economische ontwikkeling en een levenswijze waarbij het plots moeilijk wordt een groter aantal kinderen een passende opvoeding te geven. Op hetzelfde tijdstip werd een emancipatiegolf voor de vrouw gelanceerd, die maakt dat haar rol in de seksualiteit en het huwelijk zelf gewijzigd werd. Humanae Vitae zag dat alles een uitgangspunt had vanuit een ongebreideld zelfbeschikkingsrecht van de mens over zijn eigen lichaam.
HV3 vreesde voor een ongegronde herziening van de morele normen, want de “gezinsharmonie en de wederzijdse trouw kwamen te zeer onder spanning en vergden te zware offers”.
De paus stelde vast dat om deze redenen reeds vanaf 1958 werd voorgesteld dat men, tot “een meer met de rede overeenstemmende vruchtbaarheid moest komen.” Daarom werd door sommigen gesteld dat het materieel onvruchtbaar maken geoorloofd zou zijn. Het geheel van vruchtbaarheid (alle kinderen samen) zou voldoende zijn. Alle middelen zouden ook moreel vrij toegestaan zijn om dit ‘ideale aantal’ te bekomen. Met zijn verstand alleen zal de mens alles regelen, zo werd algemeen verkondigd, en de wetmatigheden van zijn lichaam moeten daaraan ondergeschikt gemaakt worden.
In HV4 gaat de paus dan in op de beginselen van de huwelijksmoraal waarvan hij stelt dat die principieel en onveranderlijk “steunen op de natuurwet,3 verhelderd en verrijkt door de goddelijke openbaring.” Kort samengevat blijkt het te gaan om deze (strijd)vraag: Is een kunstmatige methode van geboortenbeperking te rechtvaardigen door een beroep te doen op de eisen ofwel van echtelijke liefde ofwel van verantwoord ouderschap? Als hoogste verantwoordelijke voor de kerkgemeenschap zal de paus het geloofsargument onderstrepen naast het universeel principe van de waardigheid van de mens: “De echtelijke liefde (HV8) haar ware aard en laatste oorsprong is “God die liefde is” (1 Joh 4,8) en (God) die de Vader is naar wie alle vaderschap in de hemel en op aarde genoemd wordt. (Ef 3,15)”

HET HUWELIJK

“Het huwelijk is dus geen toeval, geen blinde samenloop van natuurkrachten, het is het liefdesplan van de goddelijke Schepper.
Daarom streven de echtgenoten door wederzijdse overgave, die aan hen en uitsluitend aan hen beiden eigen is, naar de personengemeenschap waardoor ze elkaar vervolmaken om met God samen te werken aan de verwekking en opvoeding van nieuw leven.” (HV8)
Uiteraard kan dit alleen door ‘echtelijke liefde’. Deze is gekenmerkt door zowel het zinnelijke als het geestelijke en daarom ‘menselijk’ (humaan: lichaam en ziel); ze is allesomvattend omdat de echtgenoten alles grootmoedig met elkaar delen zonder egoïstische berekening; ze is trouw en uitsluitend tot de dood. Deze liefde kan niet anders dan ‘vruchtbaar’ zijn want van het huwelijk zijn de kinderen een uitmuntend geschenk en de kinderen zelf dragen hogelijk bij tot het welzijn van de ouders.(HV9)

VERANTWOORD OUDERSCHAP (HV10)

Hier gaat het dus om de kern van de encycliek, dat gedeelte waar zeer velen niet mee akkoord gaan.
“ Vooreerst, met betrekking tot de biologische processen, betekent verantwoord ouderschap kennis en eerbiediging van de functies ervan; want in het vermogen om nieuw leven te verwekken, ontdekt de menselijke rede biologische wetten, die deel uitmaken van de menselijke persoon.” Hier is de kern, nl. dat “biologische wetten deel uitmaken van de menselijke persoon”. Ofwel is dit waar, aanvaarden we het en dan volgt de rest hier logisch uit voort. Ofwel is dit niet waar, overtuigt het ons niet en wordt het fundament zelf van de leer van de Katholieke Kerk over de mens en menswaardig gedrag onderuit gehaald. De mens bestaat uit lichaam en ziel. De mens, de homo sapiens is de ‘bezieling van de biologische structuur’. Mensen kunnen op geen andere wijze met elkaar en met de wereld communiceren dan via hun lichaam. Wanneer dit lichaam niet meer ‘bezield’ is, is het louter materie en vergaat het, het keert tot stof terug. Alhoewel dus onze geest niet de ‘gevangene’ is van ons lichaam, is ons lichaam wel de dienaar van onze geest en kan de mens op geen andere wijze menswaardige daden stellen dan door op zinvolle wijze gebruik te maken van zijn lichaam. Voor de gelovige is de mens geschapen naar Gods beeld en gelijkenis. Hij heeft de gave van het verstand en de vrijheid van zijn wil, maar blijft een schepsel afhankelijk van zijn Schepper.

Zoals een handdruk de lichaamstaal is van vriendschappelijke betrekkingen en een kus reeds meer intiemere lichaamstaal, zo is de seksuele gemeenschap de lichaamstaal van de liefde tussen echtgenoten. Steeds houdt ze in dat het ‘vermogen’ om nieuw leven te verwekken deel uitmaakt van de integriteit van het lichaam. De paus stelt “Bij de taak het leven over te dragen staat het hun bijgevolg niet vrij naar eigen goeddunken te handelen, alsof ze geheel op eigen en vrije (willekeurige) wijze zouden mogen bepalen, welke weg voor hun verantwoord is; zij zijn daarentegen verplicht hun gedrag in overeenstemming te brengen met de bedoeling van de goddelijke Schepper, die in het wezen van het huwelijk en van de huwelijksdaad ligt uitgedrukt.” (HV 10)

DE PIL

Intussen was de ‘pil’ echter in 1958 via geneesheren geïntroduceerd onder het vals voorwendsel dat men de ‘menstruaties ging regelen’. Een fysiologisch verschijnsel, de vruchtbaarheid, werd plots een ‘ziekte’, die met medicatie met de nodige bijwerkingen moest worden ‘behandeld’. Zo is er als het ware een chemische oorlog ontwikkeld, gericht niet alleen tegen de ovulatie maar ook tegen de vroegste stadia van de mens. Deze wordt verhinderd zich in te nestelen in de meest gastvrije plaats ter wereld, de baarmoeder.

De hele pilgeschiedenis heeft zich ontwikkeld tot winstbejag van de farmaceutische industrie. Geneesheren volgen hun geweten en de eed van Hippokrates niet meer, maar laten zich op sleeptouw nemen én door de reclame van de firma’s én door pseudowetenschappelijk sociologisch onderzoek, zoals het gemanipuleerd onderzoek van Kinsey in de jaren vijftig.4 Actuele guidelines zijn niet onderbouwd door evidence based principes, maar door van de farmaceutische industrie en/of ideologisch gestuurde NGO’s afhankelijk onderzoek5,6,7 die websites sponseren. Heeft de geneesheer het recht gevaarlijke medicatie toe te dienen, om in feite alleen het aspect ‘genot’ van de seksualiteit over te houden?

GERINGER KWAAD?

Deze gevolgtrekking is in onze moderne geneeskunde voor velen niet alleen verbijsterend maar onaanvaardbaar. Mag men dan geen ‘geringer kwaad’ verkiezen? Kunnen contraceptiva niet door het geheel van een vruchtbaar huwelijksleven goed gevonden worden? Het antwoord in Humanae Vitae is neen, “want nooit is het geoorloofd, zelfs niet om zeer ernstige redenen, het kwade te doen, opdat het goede daaruit zou voortkomen.” (HV14)

Laten we hier even de antropologe Germaine Greer aan het woord: “De vrouw die eens een rol speelde in de familiedynastie en de vruchten plukte van de duurzame, hartstochtelijke aanhankelijkheid van haar kinderen, is nu volkomen afhankelijk van haar succes als de geisha van haar echtgenoot. Een dergelijke aanval op de ideologie van de seksuele vrijheid, dikwijls, en terecht, de losse moraal genoemd, moet schokkend klinken uit de mond van de seksuele radicaal die ik beweer te zijn. Toch zijn het in de meeste delen van de wereld nog steeds de kinderen en niet de genitale gymnastiekoefeningen die het meeste plezier verschaffen. …Wanneer door de gewelddadige entree van de echtscheiding de vrouw, die op jonge leeftijd werd gekozen, een soort wegwerpartikel wordt en men seksuele opwinding gaat beschouwen als een voorwaarde voor het menselijk geluk, dan ziet het er voor de Familie heel somber uit”.8

IS ER EEN WEG TERUG?

‘ Verantwoord ouderschap’ kan niet worden gelijkgesteld met ‘contraceptie’. Ouderschap en huwelijk gaan samen. Het buitenechtelijk verkeer is dikwijls uitbuiting van de vrouw en buitenechtelijke kinderen zijn bijzonder kwetsbaar. Het huwelijk moet opnieuw bevorderd worden als de enige echte menswaardige vorm van seksualiteitsbeleving. Gelijke rechten voor de vrouw als moeder en de man als vader moeten gewaarborgd worden, zoals dit in de oorspronkelijke universele mensenrechten overigens is beschreven.

De zorg voor mekaars geschenk van de vruchtbaarheid en de verantwoordelijke omgang ermee moet de eerste en belangrijkste opleidingstaak zijn van seksuele opvoeding. Zeggen dat natuurlijke vruchtbaarheidsbeheersing niet werkt, is onderdeel van een mythe die kwaadwillig wordt in stand gehouden. De meeste wetenschappers hebben de vraag van de paus om “de eerbare ordening van een menswaardige voortplanting” te bevorderen jarenlang genegeerd (HV24). Gelukkig tonen wetenschappelijk prospectieve studies9 over jaren nu aan dat natuurlijke vruchtbaarheidsbeheersing én aanvaardbaar én betrouwbaar is om verantwoord ouderschap te beleven. Vandaag kan een gemedicaliseerde ‘demedicalisering’ van de seksualiteit de gewenste bevrijding brengen. De geneesheer moet optreden als een vertrouwenspersoon, die een reële ‘informed choice’ aanbiedt en waarop de patiënt een ‘informed consent’ geeft, niet meer als een voorschrijver van pillen op aanvraag.

In het geval jeugdigen zich toch zo aangetrokken voelen dat ze de verantwoordelijkheid van seksualiteit menen te kunnen dragen, mag dat geen hinderpaal voor een huwelijk en een blijvend engagement zijn. Waarom kan in de gezinnen en de scholen geen positief beeld van vruchtbaarheid en huwelijkstrouw worden opgeroepen? Bij kinderwens kunnen toekomstige ouders worden aangesproken om over te schakelen op vruchtbaarheidservaring. Geneesheren moeten respect opbrengen voor vruchtbaarheidsonderricht in plaats van dit af te kraken met vermeende maar zwak onderbouwde wetenschappelijke argumenten. Enkel de medische professie en een beleid dat de beleving van ware menswaardige seksualiteit ondersteunt, kan ervoor zorgen dat er echte gezinnen ontstaan. Dan kan er weer openheid voor kinderen komen, en dat is onze toekomst.

PS: auteur L. Kiebooms, Inwendige Ziekten-Nucleaire geneeskunde, lid van de Belgische Parlementaire commissie zwangerschapsafbreking

NOTEN

1. Encycliek van Rome, hoofd van de hele kerk aan alle gelovigen, documenten worden gebaseerd met de twee eerste brieven van de latijnse woorden van de officiële tekst Humanae Vitae HV vinden onder de pauselijke documenten Paulus VI encyclieken http://www.rkdocumenten.nl
2. Angelus toespraak, 8-4-1968
3. Het woord natuurwet in deze context heeft niets te maken met de natuurkundige wetten. Het gaat om de gedragingen van de mens in de basis van de instincten van dieren, gedragen door de menselijke natuur, ontwikkeld door zijn verstand en de vrije wil over zijn daden.
4. Seksueel gedrag bij de menselijke man (1948, herdrukt 1998)
5. Bakhru A, Stanwood N. Prestaties van anticonceptiepleister vergeleken met orale anticonceptiepil in een risicovolle populatie. Verloskunde & Gynaecologie 2006; 108/2: 378-386
6. Trussell J, Vaughan B. Mislukte anticonceptie, methode-gerelateerde stopzetting en hervatting van het gebruik: resultaten van de National Survey of Family Growth uit 1995. Fam Plann Perspectief 1999; 31:64-72, 9
7. Murphy PA, Brixner D. Stoppatronen van hormonale anticonceptiva volgens formulering: onderzoek naar associaties in een database met administratieve claims. anticonceptie 2008; 77:257-263
8. Germaine Greer: Het lot van de vrouw, Amsterdam 1986,- p.306
9. Gerhard Döring (red.): Natürliche Methoden der Familienplanung. Modellprojekt zur Scientific Überprüfung und kontrollierten Vermittlung, – Schriftenreihe des Bundesministers für Jugend, Familie, Frauen und Gesundheit, Band 239, 1988
E. Raith, P.Frank en G. Freundl: Natürliche Familienplanung heute, Berlijn, Springer-Verlag, 2008 3
C. Gnoth et al.: Tijd tot zwangerschap: resultaat van de Duitse prospectieve studie en impact op het beheer van onvruchtbaarheid,- In: Human Reproduction Vol. 18, N°9 pp. 1959-1966, 2003
P. Frank-Herrmann et al.: De effectiviteit van een op vruchtbaarheidsbewustzijn gebaseerde methode om zwangerschap te voorkomen in relatie tot het seksuele gedrag van een paar tijdens de vruchtbare tijd: een prospectief longitudinaal onderzoek,- In: Menselijke reproductie pp. 1-10, 2007