Dit verslag van Sanne IJzermans is een schriftelijke neerslag van een bijdrage van Prof. mr. E. Sutorius aan het symposium “Recht op leven én recht op beëindiging van het leven?”, georganiseerd door Juristenvereniging Pro Vita, op 15 januari 2011 te Rotterdam.

INLEIDING

Professor Sutorius bekijkt het onderwerp in zijn voordracht in zijn hoedanigheid van jurist een juridisch oogpunt en richt zich daarmee voornamelijk op een analyse van de problematiek zoals deze aan de orde is. Daarnaast kijkt hij ook naar verschillende onderliggende waarden, zoals de zelfbeschikking, de waardigheid, de barmhartigheid en de eerbied voor het leven, waaromheen het gezondheidsrecht is opgebouwd. De onderliggende waarden van het gezondheidsrecht Welke waarden en beginselen spelen een rol in de problematiek van de euthanasie voor ouderen die van mening zijn dat hun leven voltooid is? Allereerst is er het beginsel van zelfbeschikking. Waar de zelfbeschikking naar kijkt is het volgende: bepaalt de mens zelf wat er met zijn lichaam en zijn leven gebeurt, of ligt dit in de handen van iemand anders? Zelfbeschikking is in de meeste Westerse systemen door de eeuwen heen ver doorgedrongen, hoewel in het ene land verder dan in het andere land. Echter, de hoofdlijn is duidelijk: ‘Dit lijf is van mij’. De integriteit van het lichaam staat zo vast als een huis.

Zelfbeschikking kan het beste worden omschreven als een schild en is als zodanig ook uitermate krachtig: de gemiddelde burger, de burger die niet gestoord is in zijn geestesvermogens, heeft het recht om inbreuk op zijn zelfbeschikkingsrecht tegen te gaan. De patiënt heeft een afweerrecht, het recht op zelfbeschikking werkt voor de patiënt als een schild.

Het zelfbeschikkingsrecht als een claimrecht, als zwaard, is problematischer. Wanneer een patiënt vastgesteld ondraaglijk en uitzichtloos lijdt, betekent dit nog niet gelijk dat er een recht op euthanasie is, want een zodanig claimrecht bestaat in Nederland niet. Er bestaat geen mogelijkheid om, vanuit de autonomie van de patiënt, euthanasie te eisen. De euthanasie is voortgekomen uit een compromis tussen aan de ene kant het beginsel van eerbied voor het leven en de heiligheid van het leven en aan de andere kant de zelfbeschikking. De zelfbeschikking bestaat om de mens te beschermen tegen de systemen. De zelfbeschikking is er op gericht het individu de vrijheid te geven zelf te bepalen hoe hij zijn leven in vult. Een stuk van het leven is natuurlijk het sterven en het is dan ook niet logisch om het sterven uit te sluiten van de zelfbeschikking, maar dit betekent niet gelijk dat er een recht bestaat op medewerken bij het sterven door de arts dan wel door de staat. De zelfbeschikking is geen absoluut begrip, ondanks het feit dat er in het Westen het primaire recht om zelf het leven in te mogen vullen bestaat. Er is geen sprake van absolute autonomie, mensen zijn met elkaar verbonden en met elkaar in contact in de samenleving. Het beginsel van eerbied voor het leven is de belangrijkste grondslag van het strafrecht. De vraag is echter wat de rechten zijn die de drager van het leven toekomen.

Daarmee samenhangend is er de barmhartigheid. Barmhartigheid is een essentiële waarde binnen de samenleving. Het gaat hierin om de solidariteit binnen de samenleving: men helpt elkaar en men neemt elkaar serieus, ook wanneer dit moeilijke vragen oproept. Als er onder oudere mensen chronische doodsverlangens bestaan, dan is het noodzakelijk dat dit serieus wordt genomen. De barmhartigheid krijgt ook gestalte in de zorgplicht van een dokter. De hele geneeskunde is gericht op het ontgaan van lijden. De geneeskunde is gericht op het ontsnappen aan lijden, maar hoever mag er worden gegaan voor het ontsnappen aan dit lijden? Toen dertig jaar geleden de discussie over euthanasie begon was dit de vraag die men zichzelf stelde. Na jaren van discussie is er een wet opgesteld en uit evaluatie hiervan is gebleken dat deze wet over het algemeen goed werkt en dat het dus mogelijk is om over een zodanig teer onderwerp als euthanasie met elkaar te spreken en hieromtrent regels op te stellen.

Een laatste belangrijke waarde is de waardigheid: de fundamentele onderliggende waarde van alles. Alle mensenrechten zijn gebouwd op de bescherming van de individu en de mogelijkheid voor het individu tot zelfontplooiing.

De hierboven genoemde waarden zijn belangrijke waarden die niet herleidbaar zijn tot een bepaald recht, maar die wel noodzakelijk zijn bij het kijken naar de vraag of euthanasie bij voltooid leven moet worden toegestaan. Hoe moet er met deze waarden in het achterhoofd gehouden worden gekeken naar de vraag naar euthanasie van ouderen? De vraag is: wat betekent het om oud te worden en wat weten wij hier van? Hoe moet er worden gekeken naar iemand die zegt: de dood is mij vergeten, ik ben geïsoleerd geraakt en ik lijd hier psychisch onder, maar de dood komt niet. Het leven wordt voor deze mensen een onoplosbaar probleem, maar ook voor de zorg.

‘PROBLEEMGROEPEN’ BINNEN DE EUTHANASIE

Er zijn drie groepen mensen die een probleem opleveren voor de euthanasie: de dementen, de psychiatrische patiënten en de oude mensen die het gevoel krijgen zichzelf te overleven. Bij de dementen kan het probleem met betrekking tot de euthanasie deels worden opgelost, doordat er vroege diagnostiek van dementie plaats kan vinden waardoor voortijdig het toekomstige lijden kan worden gediagnosticeerd. Hierdoor kan een verzoek tot euthanasie worden toegestaan zolang er nog geen sprake is van wilsonbekwaamheid. Bij de psychiatrische patiënt is het lastiger: deze lijkt te vallen onder de wet, maar de arts doet over het algemeen niet mee aan het volgen van deze wet. Artsen zullen zo genuanceerd mogelijk om moeten gaan met de diagnostiek.

Dan de ouderen: we worden als mensheid ouder dan ooit en dat bevalt niet altijd. De zegeningen van oudheid worden hoog geacht, maar er is onder sommigen ook een behoefte te sterven. Niet iedereen is gezegend met ouderdom. Voor sommige ouderen is het leven klaar, er is sprake van ‘voltooid leven’. Mensen zijn klaar met hun leven, hebben alles achter de rug. Wat moeten artsen dan doen? Dit blijft heden ten dage nog een discussiepunt. Het initiatief ‘Uit vrije wil’ is van mening dat euthanasie om een zodanige reden ook toegestaan zou moeten kunnen worden.

EEN UITEINDELIJKE NOOT BIJ DIT VERHAAL

Woorden en beelden en manieren van spreken met elkaar zijn essentieel. Respect voor elkaar, de andere kant van zelfbeschikking is wel degelijk essentieel in het ingewikkelde probleem van de zelfbeschikking over het leven. Het is belangrijk dat naar het initiatief ‘Uit vrije wil’ wordt gekeken en dat hierover wordt gesproken, ook met degenen die het niet eens zijn met datgene wat ‘Uit vrije wil’ aandraagt.

PS: E.P.R. Sutorius is hoogleraar Strafrecht aan de Universiteit van Amsterdam en vertegenwoordigt de initiatiefgroep ‘Uit Vrije Wil’.
Verslag van Sanne IJzermans, student-assistent van de faculteit Beleid & Management Gezondheidszorg, afdeling Recht & Gezondheidszorg