Duiding
Maatschappelijke en politieke discussie levensbeëindiging
Het onderwerp euthanasie c.q. levensbeëindiging en hulp bij zelfdoding is nog even omstreden als toen de discussie in Nederland op gang kwam. Aan actualiteit heeft dit onderwerp niet ingeboet. De ontwikkelingen op dit gebied doen de maatschappelijke discussie erover telkens opnieuw oplaaien.
In de jaren tachtig richtte de euthanasiediscussie zich op de legalisering van levensbeëindigend handelen bij mensen die aan een ongeneeslijke lichamelijke aandoening leden, op hun uitdrukkelijk verzoek. In de latere jaren is de vraag opgeworpen of dat ook niet bij mensen met een onbehandelbare psychiatrische aandoening moet worden toegestaan. Alsook levensbeëindiging bij mensen die lijden aan de ziekte van Alzheimer (dementie); levensbeëindiging bij gehandicapte pasgeboren kinderen onder bepaalde voorwaarden en ouderen die ‘klaar met leven’ zijn. Hierdoor is wat betreft het motief -het accent- verschoven van het verzoek van de betrokkenen, naar de ondraaglijkheid van het leven.
Het juridische kader, wetten en verdragen
Vanuit juridische optiek beschouwd raken thema’s c.q. vraagstukken met betrekking tot het levenseinde aan mensenrechten, zoals: menselijke waardigheid, recht op leven, zelfbeschikkingsrecht, recht op privacy, recht op zorg.
Het recht op leven is onder andere verankerd in artikel 2 van het Europese Verdrag van de Mens, artikel 6 van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke vrijheden, en artikel 2 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie.
VN-Verdragen
- Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten (IVBPR), met name de artikelen 6, 7, 9, 10, 17, 19 en 26.
- Niet bindend, wel gezaghebbend: VN-Beginselen voor Ouderen
VN-UVRM
- Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (UVRM) (Art. 1, 2, 3, 5, 12 en 25)
Raad van Europa
- Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) (Art. 2 – 5, 8, 9 en 14)
- Europees Sociaal Handvest (ESH) (Art. 4, 11, 13, E)
Europese Unie
- Handvest van de Grondrechten (Art. 1 – 4, 6, 7, 21 en 35)
Nationale wetgeving
- Burgerlijk Wetboek, boek 7, Bijzondere overeenkomsten: zgn. Wet Geneeskundige Behandelingsovereenkomst (WGBO): thema’s zoals regeling informend consent, wilsverklaring, benoemen van vertegenwoordiger, weigeren van behandeling, de hulpverlener e.d.;
- Wetboek van Strafrecht (WvSR), met name art. 293 en 294;
- Wet Toetsing Levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding (WTL);
- Wet op de Lijkbezorging, met name art. 7 en 12;
- Wet op de orgaandonatie.
Jurisprudentie van het Europese Hof van de Rechten van de Mens
Jurisprudentie volgt later