Samenvatting
Het recht op vrijheid van geweten is een fundamenteel mensenrecht. Toch heeft een arts beperkte ruimte voor een succesvol beroep hierop. Dat is logisch, want de patiënt moet kunnen rekenen op goede zorg. Een gewetensbezwaar mag dat niet zomaar in gevaar brengen. Maar zou een beroep op gewetensvrijheid helemaal niet mogelijk zijn, dan zou dit de waarde van dit fundamentele recht teniet doen. Het is dan ook in bepaalde gevallen mogelijk om te beroepen op gewetensbezwaren. Daarbij moet het gaan om behandelingen die niet behoren tot de medische standaard. Deze handelingen zijn soms in beginsel zelfs strafbaar gesteld. Wel moet een arts altijd de noodzakelijke medische hulp verlenen, of zijn beroep op zijn gewetensbezwaar nou succesvol is of niet.

Summary
The right to freedom of conscience is a fundamental human right. Yet, there is little space under Dutch law for a doctor to invoke this right. That makes sense, because his patient needs to be able to count on good care. And a conscientious objection cannot jeopardize that. But if it would be completely impossible to invoke the right to freedom of conscience, then this right would be without value. Therefore it is possible to invoke this right in case the medical treatment does not belong to the so called medical standard. That kind of treatment can even be punishable by law in first instance. A doctor does always need to give necessary medical aid, whether his invocation of his conscientious objection is successful or not.

1. INLEIDING

Wat kan een arts in Nederland doen als hij gewetensbezwaren heeft tegen een medische handeling? Welke rechten heeft hij? Hoeveel ruimte heeft hij om een behandeling te weigeren? In dit artikel zet ik kort uiteen dat deze ruimte beperkt is, maar dat er wel mogelijkheden zijn.

2. FUNDAMENTEEL RECHT

Het recht op gewetensvrijheid is een fundamenteel mensenrecht en staat beschreven in diverse internationale verdragen. Zo zegt artikel 18 van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens dat iedereen recht heeft op vrijheid van gedachte, geweten en godsdienst. Dit recht wordt ook genoemd in artikel 18 van het Internationaal Verdrag inzake Burgerrechten en Politieke rechten en artikel 9 van het Europees Verdrag tot Bescherming van de Rechten van de Mens en de Fundamentele Vrijheden.

De Nederlandse grondwet daarentegen noemt het recht op gewetensvrijheid niet specifiek, in tegenstelling tot sommige landen zoals Canada,1 Duitsland2 en Zuid-Afrika.3 Nederland ziet het geweten namelijk als iets persoonlijks en subjectiefs. Het is daardoor lastig om dit recht te objectiveren en er een juridisch terrein voor af te bakenen.

Toch biedt het Nederlands recht een arts de ruimte om te beroepen op zijn geweten. Regels hierover staan in de Wet op de Geneeskundige Behandelingsovereenkomst (WBGO)4 en de KNMG Gedragsregels voor Artsen.

3. HET RECHT OP GEWETENSVRIJHEID IS BEPERKT…

De ruimte waarbinnen artsen zich kunnen beroepen op gewetensbezwaren is beperkt. Een arts is tenslotte verantwoordelijk voor de goede zorg van zijn patiënt. Deze verantwoordelijkheid vloeit voort uit de geldende professionele standaard.5 Uit rechtsspraak blijkt dat dit betekent “dat hij de zorg moet betrachten die de redelijk bekwaam en redelijk handelend vakgenoot in dezelfde omstandigheden zou hebben betracht”.6 Als gevolg hiervan mag een arts dus niet zomaar afwijken van de plicht tot goede zorg en de medische standaard op grond van gewetensbezwaren.

Daarbij moet een bezwaar principieel gericht zijn tegen de handeling en niet tegen de patiënt als persoon. Een bezwaar mag niet ingaan tegen de basisnormen en standaarden van onze democratische samenleving. Zo moeten alle patiënten gelijk behandeld worden en is discriminatie op grond van godsdienst, levensovertuiging, ras, geslacht of op welke grond dan ook niet toegestaan.7 Een arts dient ook iedereen die bij hem of haar komt, de noodzakelijke hulp te bieden.8

Op grond van de WBGO mag een arts ook alleen bij “gewichtige” redenen een behandeling stoppen.9 Het zwaarwegende belang van de gezondheid van de patiënt en zijn afhankelijkheidspositie staan namelijk niet toe dat een behandeling zomaar wordt beëindigd. Het afzien van een behandeling wegens een gewetensbezwaar, mag een patiënt ook niet in gevaar brengen.

Tevens wordt een beroep op het geweten niet gehonoreerd als een arts van te voren had kunnen weten dat de betreffende medische handeling onderdeel zou zijn van zijn werk. Ook mag er geen ver verwijderd verband bestaan tussen de bezwaarde handeling en de handelingen die werkelijk worden verricht.

4. … MAAR ER IS RUIMTE

Toch is er ruimte voor gewetensbezwaren. Dat moet ook wel; als iemand nooit zijn recht op gewetensvrijheid kan uitoefenen, dan heeft het recht zelf geen waarde.

Het succes van een beroep op gewetensbezwaren hangt af van het type behandeling; het mag niet gaan om een handeling dat behoort tot de medische standaard. Want daarbij gaat het tenslotte om het normale werk van een arts.

Een arts mag wel weigeren te behandelen als het gaat om een medische handeling die niet behoort tot de medische standaard. Bekende voorbeelden zijn euthanasie en abortus. De eerste noemt het KNMG overigens een bijzonder medische handeling; deze valt niet alleen buiten de medische standaard, ze is zelfs in beginsel strafbaar.10, 11

Voor een succesvol beroep op gewetensbezwaren spelen daarnaast nog een aantal factoren een rol. Zo kan men kijken naar de omvang van de eventuele schade aan de zorginstelling bij het honoreren van het beroep. Een gewetensbezwaar mag bijvoorbeeld niet het voortbestaan van de instelling in gevaar brengen. Ook is het van belang of de zorginstelling een zekere loyaliteit van zijn werknemers verwacht. Bij een rooms-katholieke instelling bijvoorbeeld, mag een arts een IVF-behandeling (in-vitrofertilisatie, ook wel reageerbuisbevruchting genoemd) weigeren aan een lesbisch stel. Tenslotte spelen de omvang van een taak en de mogelijkheden voor alternatieve werkzaamheden een rol. Wil een verpleegkundige niet meewerken aan euthanasie in haar ziekenhuis? Dan moet haar ander werk worden aangeboden. Als dat er niet is, mag haar werkgever haar ontslaan, in weerwil van haar beroep op gewetensvrijheid.12

Wordt een beroep op een gewetensbezwaren gehonoreerd? Dan moet de arts uitleggen aan de patiënt waarom hij afziet van de behandeling en hem of haar doorverwijzen.13 Tevens moet hij meewerken aan het overdragen van de patiëntgegevens aan de nieuwe behandelaar.14 Uiteraard moet hij bij acute nood wel de medisch noodzakelijke hulp verlenen.

BRONNEN

– Wet op de Geneeskundige Behandelingsovereenkomst (Burgerlijk Wetboek Boek 7, artikelen 446 – 468)
– Gewetensbezwaren in de gezondheidszorg: gelijke ruimte voor arts en patiënt? prof.mr. A.C. Hendriks, 2008
– De rechtspositie van gewetensbezwaarden in de gezondheidszorg, prof.mr.dr. M.A.J.M. Buijsen, Pro Vita Humana 10e jaargang – 2003 nr. 3-4, p. 97-101
– KNMG Niet-aangaan of beëindiging van de geneeskundige behandelingsovereenkomst, 20010
– KNMG Gedragsregels voor artsen, 2013
– KNMG Toelichting op ‘Gedragsregels voor artsen’ 2002
– Toelichting Wet op de Geneeskundige Behandelingsovereenkomst (WGBO), juli 2013
– Gewetensbezwaren in de zorg?, column van Gert van Dijk, ethicus bij de KNMG en het Erasmus MC, 11 juli 2013 (https://www.knmg.nl/actualiteit-opinie/columns/column/gewetensbezwaren-in-de-zorg.htm)
– Ruimte voor gewetensbezwaren is beperkt, Gert van Dijk, Ineke Bolt, Nr. 07 – 12 februari 20110, Medisch Contact (http://www.medischcontact.nl/archief-6/tijdschriftartikel/148399/ruimte-voor-gewetensbezwaren-is-beperkt.htm)
– http://www.thelocal.se/20140711/anti-abortion-nurse-takes-firing-case-to-court

NOTEN

1. Artikel 2 sub a Canada Act 1982
2. Artikel 4 lid 1 Grundgesetz für die Bundesrepublik Deutschland
3. Artikel 15 lid 1 The Constitution of the Republic of South Africa
4. Burgerlijk Wetboek Boek 7, artikelen 446 – 468
5. 7:453 Burgerlijk Wetboek(WBGO): “De hulpverlener moet bij zijn werkzaamheden de zorg van een goed hulpverlener in acht nemen en handelt daarbij in overeenstemming met de op hem rustende verantwoordelijkheid, voortvloeiende uit de voor hulpverleners voortvloeiende standaard”.
6. Toelichting Wet op de Geneeskundige Behandelingsovereenkomst (WGBO), juli 2013, p.22
7. Artikel II.6 KNMG Gedragsregels voor artsen
8. Artikelen I.1 en I.2 KNMG Gedragsregels voor artsen
9. Artikel 7:460 BW
10. Bij veel mensen bestaat het idee dat euthanasie en abortus legaal zijn of dat men er zelfs recht op heeft. Maar euthanasie en abortus zijn in beginsel strafbaar gesteld, op grond van artikel 293 resp. 296 Wetboek van Strafrecht. De behandelingen zijn wel toegestaan onder strikte voorwaarden. Voor euthanasie staan deze in de Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding, en voor abortus in de Wet Afbreking Zwangerschap.
11. Artsenfederatie ziet euthanasie als bijzonder medisch handelen (standpunt federatiebestuur knmg inzake euthanasie 2003, p. 3. Voor meer uitleg zie federatiebestuur-knmg-standpunt-euthanasie-nadere-uitleg.pdf).
12. De rechtspositie van gewetensbezwaarden in de gezondheidszorg, prof. mr. dr. M.A.J.M. Buijsen, Pro Vita Humana 10e jaargang – 2003 nr. 3-4, p. 97-101
13. Deze verwijsplicht bestaat niet bij euthanasie. Wel moet de arts passieve hulp verlenen, zoals het doen van suggesties of het geven van namen en telefoonnummers van collega-artsen. Maar de bezwaarde arts hoeft niet zelf actief een collega te benaderen. Uiteraard dient de arts wel relevante informatie te leveren aan de nieuwe arts. Standpunt Federatiebestuur KNMG inzake euthanasie 2003, paragraaf 3.2.1 Principiële bezwaren
14. II.17 KNMG Gedragsregels voor artsen