Toespraak van Paus Franciscus tot de deelnemers van de 21ste Plenaire Vergadering van de Pauselijke Academie voor het Leven, “Assistance to the Elderly and Palliative Care”
De palliatieve zorg is de uitdrukking van de echt menselijke houding om de zorg voor een ander op zich te nemen, in het bijzonder van wie lijdt. Het is het bewijs dat de menselijke persoon altijd kostbaar blijft, ook als die getekend is door ouderdom en ziekte. Inderdaad de persoon, in welke omstandigheden hij ook verkeert, is een goed, voor zichzelf en voor de anderen en wordt door God bemind. Daardoor voelen we de verantwoordelijkheid hem bij te staan en zo goed mogelijk te begeleiden wanneer zijn leven erg broos wordt en wanneer de voltooiing van het aardse bestaan nadert.
Het Bijbelse gebod dat ons vraagt om onze ouders te eren herinnert ons in brede zin aan de eer die we verschuldigd zijn aan alle ouderen. God heeft een dubbele belofte aan dit gebod verbonden: “Opdat ge lang moogt leven”(Ex 20,12) en “gelukkig zijn” (Deut 5, 16). De trouw aan het vierde gebod verzekert ons niet alleen van de gave van de aarde maar bovenal van de mogelijkheid ervan te genieten. Inderdaad, de wijsheid die ons de waarde van de bejaarde persoon doet erkennen en ons er toe brengt haar te eren is dezelfde wijsheid die ons met instemming doet waarderen de talrijke gaven die we dagelijks uit de hand van de Vader, van zijn voorzienigheid ontvangen en daardoor gelukkig zijn. Het gebod onthult ons de fundamentele opvoedkundige betrekking tussen ouders en kinderen, de ouderen en de jongeren onder verwijzing naar de bewaking en de overdracht van het godsdienstige onderricht en de wijsheid aan de komende generaties. Het in ere houden van dit onderricht en hen die het overdragen is een bron van leven en van zegen.
Daarentegen bevat de Bijbel een ernstige waarschuwing voor hen die hun ouders verwaarlozen of mishandelen (vgl. Ex 21, 17; Lev 20, 9). Datzelfde oordeel geldt vandaag wanneer de ouders, als zij oud en minder nuttig zijn geworden, gemarginaliseerd worden tot verwaarlozing toe; hoeveel voorbeelden hebben we daar niet van!
Het woord van God is altijd levend en we zien heel goed welke vooraanstaande plaats het gebod inneemt in de harde realiteit van de hedendaagse maatschappij, waar de logica van de nuttigheid de overhand heeft over die van de solidariteit en de vrijgevigheid, zelfs binnen de gezinnen. Laten we daarom met een volgzaam hart luisteren naar het woord van God, dat tot ons komt in de geboden die, laten we dat steeds bedenken, geen knellende banden zijn maar woorden van leven.
“Eren” kan vandaag de dag zuiver vertaald worden als: het moeten hebben van een groot respect en de zorg op zich nemen voor hen die door hun fysieke of maatschappelijke situatie dreigen te worden alleen gelaten om te sterven of te doen sterven. De gehele geneeskunde heeft binnen de maatschappij een speciale rol als getuige van de eer die we verschuldigd zijn aan de oudere persoon en aan ieder menselijk wezen. Wetenschappelijk bewijs en doelmatigheid kunnen niet de enige criteria zijn die het handelen van de artsen regeren, evenmin als de voorschriften van de gezondheidsorganisatie en het economische voordeel. Een staat mag niet denken dat hij aan de gezondheidszorg kan verdienen. In tegendeel, geen plicht is voor een maatschappij belangrijker dan het bewaken van de menselijke persoon.
Uw bent de komende dagen bezig met het onderzoek van nieuwe gebieden voor de toepassing van palliatieve zorg. Tot nu toe bestonden die in een waardevolle begeleiding van de oncologische patiënten, maar vandaag zijn er vele aandoeningen, vaak gebonden aan de ouderdom, gekenmerkt door een chronische progressieve achteruitgang, die baat kunnen hebben bij dit type zorg. De ouderen hebben in de eerste plaats de zorg van hun familieleden nodig wier genegenheid niet vervangen kan worden door een meer efficiënte organisatie of door nog meer competente en liefdevolle werkers in de gezondheidszorg. Wanneer de ouderen niet meer zelfstandig kunnen leven of gevorderde of terminale ziekten hebben dan moeten ze kunnen genieten van werkelijk menselijke hulp en adequate antwoorden ontvangen op hun noden dank zij de palliatieve zorg die geboden wordt ter completering en ondersteuning van de zorg die de familie geeft. De palliatieve zorg heeft tot doel het lijden in de finale fase van de ziekte te verlichten en tegelijkertijd de zieke te verzekeren van een werkelijk menselijke begeleiding (vgl. Encycliek Evangelium vitae, 65). Het is een belangrijke ondersteuning vooral voor de ouderen, zij die op grond van hun leeftijd steeds minder aandacht krijgen van de curatieve geneeskunde en vaak in de steek gelaten worden. Het in de steek gelaten worden is de ernstigste “ziekte” van de oudere en ook de grootste onrechtvaardigheid die hem kan overkomen. Zij die ons hebben geholpen op te groeien mogen niet in de steek gelaten worden wanneer ze behoefte hebben aan onze hulp, onze liefde en onze tederheid.
Daarom waardeer ik uw wetenschappelijke en culturele inzet om te verzekeren dat de palliatieve zorg allen kan bereiken die haar nodig hebben. Ik moedig de professionals en de studenten aan om zich te specialiseren in dit type zorg, dat niet minder waarde heeft omdat het “geen levens redt”. De palliatieve zorg verwerkelijkt iets dat even belangrijk is: de versterking van persoon. Ik spoor allen aan die zich om verschillende redenen inzetten op het gebied van de palliatieve zorg, om die inzet ten uitvoer te brengen in een geest van dienstbaarheid en te bedenken dat alle medische kennis pas echt wetenschap is in de edelste betekenis, als zij zich opstelt als hulp met het oog op het goed van de mens, een goed dat nooit bereikt kan worden in strijd met zijn leven en zijn waardigheid.
Het is dit vermogen van dienst aan het leven en aan de waardigheid van de zieke persoon, ook als die oud is, dat een maat is voor de ware vooruitgang van de geneeskunde en van de hele maatschappij. Ik herhaal de oproep van de heilige Johannes Paulus II: “Respecteer, verdedig, bemin en dien het leven, elk menselijk leven! Alleen langs die weg zal je rechtvaardigheid, vooruitgang, ware vrijheid, vrede en geluk vinden!”(ibid., 5).
Ik wens u toe dat u uw studie en onderzoek moogt voortzetten, opdat het werk van de bevordering en de verdediging van het leven steeds doeltreffender en vruchtbaarder moge zijn.