Duiding
Wat is palliatieve zorg
De Wereldgezondheidsorganisatie (World Health Organization, WHO) heeft in 2002 de volgende definitie vastgesteld: Palliatieve zorg is een benadering die de kwaliteit van het leven verbetert van patiënten en hun naasten die te maken hebben met een levensbedreigende aandoening, door het voorkomen en verlichten van lijden.
Wat is palliatieve sedatie
In het kader van goede verlenging van palliatieve zorg kan tot palliatieve sedatie wordt besloten, ingeval er sprake is van onbehandelbaar lijden. De conclusie dat lijden niet te behandelen is, vergt diepgaande kennis van arts en verpleegkundigen over de patiënt, over de symptomen en de behandeling daarvan.
Er wordt onderscheid gemaakt tussen de kortdurende (of intermitterende sedatie genoemd) en de continue (of diepe sedatie genoemd), waarbij geen kunstmatige toediening van vocht plaatsvindt. Bij een kortdurende of intermitterende sedatie wordt een patiënt tijdelijk gesedeerd en wordt weer wakker. Hij of zij krijgt wel vocht toegediend. Deze verrichting kan worden toegepast in de gehele terminale ziektefase tijdens de palliatieve zorgverlening. Bij een continue of diepe sedatie houdt een arts een terminale patiënt tot zijn dood in diepe slaap met medicijnen. Het gaat om het opzettelijk verlagen van het bewustzijn van een patiënt in de laatste levensfase, waarbij de levensverwachting korter is dan twee weken. Het is niet de bedoeling het leven te verkorten of te verlengen.
Het juridisch kader van zowel de kortdurende of diepe sedatie wordt beheerst door de Wet Geneeskundige Behandelingsovereenkomst (WGBO).
De KNMG-richtlijn versus visie van Juristenvereniging Pro Vita en het Nederlands Artsenverbond
De discussie die in de achterliggende jaren heeft plaatsgevonden (waarbij veelal werd gesproken over ’terminale sedatie’, is vooral een discussie geweest over continue sedatie tot het moment van overlijden. Het is die vorm van sedatie waarover de KNMG-richtlijn gaat. Nu geduid als ‘palliatieve sedatie in de laatste levensfase’: richtlijn palliatieve sedatie. Palliatieve sedatie wordt duidelijk onderscheiden van euthanasie.
De Juristenvereniging Pro Vita en het Nederlands Artsenverbond vinden de KNMG-richtlijn een waardevolle bijdrage voor de praktijk. Maar hebben wel kritische kanttekeningen vanuit het oogpunt van beschermwaardigheid van het leven. Palliatieve sedatie in de laatste levensfase zou duidelijker moeten worden afgebakend van ‘euthanasie’ en ook van ‘levensbeëindiging niet op verzoek‘ van de patiënt. Ook een aantal voorwaarden voor de uitvoering van palliatieve sedatie zouden moeten worden uitgebreid vindt Juristenvereniging Pro Vita.
Palliatieve sedatie behoeft niet te worden gemeld aan de gemeentelijke lijkschouwer of te worden getoetst door een toetsingscommissie, omdat het een medische handeling is, conform de WGBO. Bij euthanasie en levensbeëindiging niet op verzoek (zoals bij dementie) is dat wel het geval, deze levensbeëindigende handelingen vallen onder de Euthanasiewet c.q. Wetboek van Strafrecht en moeten worden gemeld aan de gemeente lijkschouwer c.q. het Openbaar Ministerie.
Verzoek palliatieve sedatie
Een patiënt kan zelf vragen om palliatieve sedatie, maar ook de naaste familie of zorgverleners kunnen dit doen. De behandelend arts beslist uiteindelijk op medische gronden of de patiënt in aanmerking komt voor palliatieve sedatie. Daarbij overlegt hij met de patiënt en eventuele betrokkenen. Is een patiënt wilsonbekwaam? Dan overlegt de arts met een vertegenwoordiger van de patiënt.
Koppeling naar wet
Koppeling naar rijksoverheid: documenten over palliatieve zorg
Beantwoording Kamervragen over het artikel ‘Het gewone sterven blijft onderbelicht’, 12-03-2018. Antwoorden van minister De Jonge (VWS) op de vragen van het Kamerlid Van der Staaij (SGP) over het artikel ‘Het gewone sterven blijft onderbelicht.
Jurisprudentie
KNMG over tuchtuitspraak: palliatieve sedatie is geen 'u vraagt, wij draaien'
Onlangs ontstond onrust over een tuchtuitspraak over palliatieve sedatie. Zou een arts voortaan tot palliatieve sedatie moeten overgaan als een patiënt daarom vraagt? Nee, zegt de KNMG. De rechter stelt expliciet dat niet de patiënt of familie, maar de arts verantwoordelijk is voor het beleid. Daarmee bevestigt de rechter de KNMG-richtlijn Palliatieve sedatie: het is aan de arts om te beslissen over het inzetten van palliatieve sedatie.
De klacht betrof een specialist ouderengeneeskunde die in de laatste levensfase van een patiënte onvoldoende rekening zou hebben gehouden met haar wens van palliatieve sedatie. Hierdoor zou patiënte lichamelijk en psychisch onnodig hebben geleden. In de uitspraak oordeelde het tuchtcollege de klacht gegrond en gaf de arts een waarschuwing. Deze uitspraak leidde tot verontruste reacties, onder meer in een blog: gaf de tuchtrechter patiënten het recht om buiten bewustzijn te sterven, moest een arts vanaf nu tot palliatieve sedatie overgaan als de patiënt dat wil? Eenzelfde interpretatie staat in een recent commentaar in het NTvG.
De arts is verantwoordelijk voor het palliatieve sedatie beleid