Sommigen zal het misschien rust geven te weten dat het ‘voltooid leven’ beëindigd kan worden. Anderen levert het juist spanning op. Dat schrijft Annemarieke van der Woude, oud-geestelijk verzorger in een verpleeghuis in Trouw.

Door hen die het kennelijk rust geeft om een dodelijk middel in huis te hebben, wordt het levenseinde veelal geromantiseerd volgens Van der Woude. “Na het leven gevierd te hebben tijdens een laatste weekendje weg met partner en kind of, als er niemand meer over is, na een laatste flesje wijn, zachtjes de dood inglijden door het slikken van een pil.” Dit gaat om zelfdoding en is op zich niet strafbaar. Daarentegen is hulp bij de zelfdoding wél strafbaar.

Aanhoudende doodswens door uiteenlopende factoren

De commissie-Van Wijngaarden maakte in haar onderzoek Perspectieven, dat begin 2020 werd gepresenteerd, iets anders duidelijk dan een romantisch levenseinde. Namelijk dat oudere mensen die een aanhoudende doodswens hebben, door uiteenlopende factoren gebukt gaan onder hun bestaan. Onder andere door het gevoel te hebben anderen tot last te zijn doordat hun zelfredzaamheid vermindert. Zij weten niet hoe het verder zou moeten. Van der Woude denkt dat een zogenaamde zelfdodingspil deze kwetsbare groep geen rust, maar spanning zal geven: “Zal ik hem vandaag innemen, of toch morgen?”

Dubbele boodschap

Bovendien als de overheid strafbaarstelling van hulp bij zelfdoding voor een bepaalde categorie mensen zou opheffen, zendt de overheid een dubbele boodschap uit, aldus Van der Woude. Aan de ene kant heeft suïcidepreventie de hoogste prioriteit, aan de andere kant zou diezelfde overheid de weg naar zelfdoding toegankelijk maken voor mensen die niet meer verder willen leven.

Mensen die niet weerbaar zijn, moeten er volgens haar daarom op kunnen vertrouwen dat de overheid hen beschermt en faciliteiten creëert ter ondersteuning.

Lees hier het opiniestuk van Van der Woude.