Bijna veertig jaar geleden trad de Wet afbreking Zwangerschap (WAZ) in werking na een langslepende discussie en maakte zo abortus voor elke zwangere vrouw – onder voorwaarden – mogelijk. Maar de overheid komt echter steeds meer onder druk te staan vanwege haar beleid ten aanzien van de abortusgrens.

Abortus is namelijk mogelijk tot 24 weken zwangerschap. Deze grens is echter gebaseerd op de stand van de medische wetenschap van eind jaren zeventig. Op basis van de kennis van toen ging men er namelijk van uit dat een kind onder de 24 weken niet levensvatbaar was. Deze grens is daarna nooit meer aangepast.

In strijd met het Wetboek van Strafrecht

In 2014 organiseerde JPV al een symposium over de abortusgrens, getiteld ‘Is de abortusgrens nog wel verdedigbaar?’. Eén van de toenmalige bestuursleden, mr. Don Ceder, schreef er destijds een artikel over voor Pro Vita Humana. Hij had gekeken gedaan naar de rechtsgeschiedenis en wetshistorie van de abortuswetgeving en de toenmalige stand van de medische wetenschap op het gebied van de neonatologie. Al deze elementen zijn essentieel, zo stelde hij, om tot een juist oordeel te kunnen komen en de probleemstelling te kunnen beantwoorden. Ceder concludeerde dat de afgelopen decennia is nagelaten het beleid aan te passen, waardoor het momenteel mogelijk is dat potentieel levensvatbare ongeboren kinderen in Nederland worden geaborteerd. Dit is volgens hem in strijd met het Wetboek van Strafrecht en de rechtsbescherming van het ongeboren leven.

Ook nu klinkt er weer kritiek op de abortusgrens. Zo legt de organisatie NPV in het filmpje hieronder uit waarom deze teruggedrongen moet worden.