Categorie: Abortus

Roe versus Wade: historiek en de actuele situatie

Auteur: mr. Patrick Garré De heer Garré is jurist bij de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid Bijna 50 jaar geleden velde het Amerikaanse Hooggerechtshof één van haar belangrijkste arresten uit de…

Auteur: mr. Patrick Garré
De heer Garré is jurist bij de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid

Bijna 50 jaar geleden velde het Amerikaanse Hooggerechtshof één van haar belangrijkste arresten uit de 20e eeuw. In Roe vs Wade (hierna “Roe” genoemd) oordeelde het Hof dat abortus, op basis van het recht op privacy, werd beschouwd als een grondwettelijk recht en vrijwillige zwangerschapsafbreking mogelijk is tot aan de levensvatbaarheid van de foetus. De beslissing van 22 januari 1973 beroert ook nu nog de gemoederen, van zowel de voorstanders als de tegenstanders. De datum was zelfs de aanleiding voor de prolifebeweging om jaarlijks rond die periode samen te komen in de Amerikaanse hoofdstad Washington D.C en te manifesteren voor het Hooggerechtshof. Een herziening van dit arrest werd lange tijd als een onwaarschijnlijke optie beschouwd. De voorbije jaren is de samenstelling van het Hof echter grondig gewijzigd door de benoeming van drie nieuwe rechters door oud-president Donald Trump, waardoor een herziening, al dan niet volledig, niet is uit te sluiten. Deze bijdrage schetst de grote lijnen van deze historische uitspraak en kijkt vooruit of Roe zal worden herroepen en wat de mogelijke gevolgen hiervan zijn op de Amerikaanse abortuswetten op staatsniveau.

Jane Roe (de schuilnaam van Norma Mc Corvey) was een ongetrouwde zwangere vrouw die de strenge abortuswet van Texas aanvocht. In deze Amerikaanse staat was, zoals in heel wat andere staten destijds, vrijwillige zwangerschapsafbreking verboden, behalve om het leven van de moeder te redden. De zaak van Roe ging tot aan het Amerikaanse Hooggerechtshof, waar de rechters beslisten dat wetten van individuele staten die abortus verboden of strenge voorwaarden oplegden, in strijd waren met de Amerikaanse grondwet.

Recht op zwangerschapsafbreking niet absoluut

In de uitspraak erkende het Hooggerechtshof het grondwettelijke recht van de vrouw om te kiezen voor de beëindiging van een ongewenste zwangerschap door een veilige en legale abortus.[1] Het baseert zich hierbij op het recht op privacy voor de vrouw, afgeleid uit het Veertiende Amendement. Het amendement verplicht alle vijftig individuele staten om iedere persoon die zich binnen hun grondgebied bevindt als gelijken onder de wet te behandelen en garandeert de persoonlijke vrijheid. Het beperkt eveneens de macht van de individuele staten en vanuit dit amendement komt het Hof tot de conclusie dat er een individueel recht op privacy uit kan worden afgeleid, dat eveneens het recht van de vrouw omvat om de zwangerschap al dan niet te beëindigen.[2] Door de toepassing van het “substantive due process”-beginsel, op grond waarvan rechtbanken bepaalde grondrechten kunnen beschermen tegen inmenging van de overheid, heeft het Hof de strenge abortuswetten op staatsniveau ongrondwettelijk verklaard. Het recht op zwangerschapsafbreking is echter niet absoluut: Het Hof verklaarde dat er twee grote staatsbelangen waren bij het reguleren van abortus: het leven van de foetus en de gezondheid van de moeder.[3]

Een vrouw heeft het recht haar zwangerschap te beëindigen tot aan de levensvatbaarheid van het ongeboren kind en na die termijn voor elke gezondheidsreden, zoals die wordt bepaald door diegene die de afbreking uitvoert.[4] Het Hof deelt de zwangerschap in Roe op in trimesters. In het eerste trimester is het oordeel van de vrouw beslissend, weliswaar met toestemming van de arts.[5] In het tweede trimester kan de staat allerlei maatregelen opleggen om de gezondheid van de vrouw te vrijwaren.[6] In het derde trimester, namelijk vanaf het moment dat het kind levensvatbaar is tot aan het einde van de zwangerschap, kan de staat de zwangerschapsafbreking volledig verbieden behalve wanneer de gezondheid van de vrouw in gevaar is.[7]

Op dezelfde dag in 1973 heeft het Hof zich over een andere zaak, Doe vs Bolton gebogen, waarbij de strikte abortuswetgeving in de Amerikaanse staat Georgia ongrondwettelijk werd verklaard. Deze uitspraak is vooral van belang doordat zij een brede definitie formuleerde van het begrip “gezondheid” van de zwangere vrouw[8], waardoor ook na de levensvatbaarheid van het ongeboren kind een zwangerschapsafbreking in heel wat situaties mogelijk blijft. Volgens het Hof omvat de gezondheid van de vrouw immers de fysieke, emotionele, psychologische en familiale toestand van de vrouw alsook haar leeftijd.

De scrunity analysis en stare decisis

In Roe heeft het Hof de zogenaamde “scrunity analysis” toegepast, een vorm van rechterlijke toetsing die rechtbanken gebruiken om de grondwettigheid van bepaalde wetten vast te stellen. De scrunity analysis wordt vaak door rechtbanken toegepast wanneer een eiser de overheid aanklaagt wegens discriminatie. Om deze strenge toetsing te doorstaan, moet de wetgever een wet hebben aangenomen om een “dwingend overheidsbelang” te bevorderen, en moet hij de wet nauwgezet hebben afgestemd om dat belang te bereiken.[9] De voormalige abortuswetgeving van de staat Texas voldeed niet aan dit criterium. De scrunity analysis is de hoogste toetsingsnorm die een rechtbank in de Verenigde Staten (VS) zal hanteren om de grondwettigheid van discriminatie door de overheid te beoordelen.

In de Angelsaksische rechtstelsels speelt het principe van stare decisis eveneens een grote rol. Op basis hiervan zijn rechters gebonden door de uitspraken van hetzelfde of van een hoger niveau en mogen zij hun eigen precedenten niet zomaar aan de kant schuiven. Daardoor zal het Federale Hooggerechtshof niet snel een vroegere uitspraak wijzigen of annuleren: slechts wanneer de omstandigheden fundamenteel gewijzigd zijn, zal het Hof dit in overweging nemen. De doctrine van stare decisis, die eist dat men trouw blijft aan beslissingen uit het verleden over dezelfde of soortgelijke zaken, is de voornaamste dam om Roe niet te herzien.[10]

Is abortus in de VS een grondwettelijk recht?

Het Hof kwam via een omweg van de bescherming van het privacy van het leven de vrouw tot de conclusie dat abortus een grondwettelijk recht is. Het hof stelt dat als het gaat om bepaalde grondrechten, een regeling die deze rechten beperkt, slechts kan worden gerechtvaardigd door een “dwingend belang van de staat” en dat wetgevende handelingen op die wijze moeten worden uitgelegd dat ze de legitieme belangen van de staat beschermen.[11] Maatregelen die de vrijwillige zwangerschapsafbreking beperken, zijn in strijd met deze grondrechten. In de samenvatting van Roe werd uitdrukkelijk melding gemaakt van abortus als grondwettelijk recht, maar nadien komt deze kwalificatie van vrijwillige zwangerschapsafbreking slechts voor in drie zaken van het Grondwettelijk Hof.

Abortus is trouwens de enige medische procedure die in een arrest van het Amerikaans Hooggerechtshof, namelijk in Roe vs Wade, tot grondwettelijk recht is verklaard, waardoor zij op unieke wijze immuun is voor toezicht door de individuele staten dat op elke andere medische procedure van toepassing is.[12]

De voorbije 48 jaar

Het arrest was een bindende factor van twee ideologische kampen, respectievelijk het conservatieve en het progressieve deel van de bevolking. Het was enerzijds een motiverende factor om het eigen kiespubliek naar de stembus te laten komen, maar anderzijds werkte het arrest bijzonder polariserend waardoor elk compromis uitgesloten lijkt.[13] Roe heeft het conflict zeker verscherpt. Het heeft er ook voor gezorgd dat er op nationaal vlak een brede prolifebeweging ontstond en het verscherpte het debat over het principe van de rechterlijke toetsing met een mogelijke herziening.[14] De Amerikaanse publieke opinie is sinds vele jaren verdeeld over dit onderwerp, waarbij een meerderheid abortus legaal wil houden onder bepaalde voorwaarden, ongeveer 30% de ingreep zonder voorwaarden wil toelaten en 20% zich voor een volledig verbod uitspreekt.[15]

De voorbije 48 jaar heeft het Hof zich in nog heel wat andere arresten uitgesproken over de abortusrechten in de Verenigde Staten. De belangrijkste zaak was Planned Parenthood vs Casey uit 1992. Het Hof bevestigde opnieuw dat een vrouw een fundamenteel recht heeft om abortus te kiezen vóór het tijdstip waarop de foetus levensvatbaar wordt. De individuele staten kunnen weliswaar de abortusprocedure reguleren, zolang het geen “undue burden” (een ongerechtvaardigde last) oplegt op het recht van de vrouw om te kiezen voor een abortus. [16] In dit arrest oordeelde het Hof bovendien dat er sinds Roe geen wijzigingen hebben plaatsgevonden die een andere uitspraak rechtvaardigen, waarmee zij het principe van stare decisis aanhing.[17] Opvallend is dat het Hof de indeling in trimesters niet meer ter sprake bracht.

De huidige samenstelling van het Hof

Het Hof bestaat uit negen rechters die worden voorgedragen door de president en worden benoemd door de Senaat. Dit betekent dat deze rechters, alhoewel zij onafhankelijk horen te zijn, voor hun aanstelling steunen op de politieke partijen. Tot eind vorige eeuw was er meestal een brede consensus onder Republikeinen en Democraten om de voordracht van de zittende president, tot welke partij die ook behoorde, te ondersteunen. De laatste jaren gebeurt de stemming meer en meer volgens de partijlijnen. Voormalig Republikeins president Trump had tijdens zijn ambtstermijn de mogelijkheid om drie nieuwe rechters te benoemen die door de meerderheid van zijn partij in de Senaat werden goedgekeurd. Het gaat hierbij om Neil Gorsuch, Brett Kavanaugh en als meest recente Amy Coney Barrett, die in extremis net vóór de presidentsverkiezingen in 2020 werd benoemd. Bij de laatste twee voordrachten stemden zowat alle Republikeinen vóór en alle Democraten tegen de aanstellingen.

De verwachtingen

Het Hooggerechtshof heeft op 17 mei 2021 een zaak toegelaten die mogelijk kan leiden tot een wijziging van de historische uitspraak van Roe. De aanleiding is de strikte wetgeving van de staat Mississippi om alle abortussen na 15 weken te verbieden, behalve bij ernstige foetale misvormingen of bij medische noodsituaties.[18] De laatste jaren hebben een aanzienlijk aantal individuele staten strenge abortuswetten aangenomen in de hoop dat zij, doordat deze wetgevingen worden aangevochten voor de rechterlijke macht, uiteindelijk ook voor het Grondwettelijk Hof komen. Door de veronderstelde pro-life meerderheid in deze hoogste rechterlijke instantie is er de hoop dat de uitspraak in Roe wordt tenietgedaan.

Het Hof zou kunnen besluiten om het arrest te bevestigen, voorzien in bepaalde aanpassingen zodat de bestaande voorwaarden worden verscherpt of nieuwe voorwaarden toevoegen zonder dat dit zou leiden tot een volledige herroeping of herziening . Het is volgens de meeste grondwetspecialisten echter weinig waarschijnlijk dat er een volledige herroeping komt.

De mogelijke gevolgen

Een volledige herroeping is onwaarschijnlijk vanwege het principe van stare decisis. Maar abortusrechten kunnen veranderen door nieuwe beslissingen van het Hof. Dat is de reden waarom zoveel staten wetten zijn blijven aannemen die in strijd zijn met Roe. Als deze wetten tot aan het Hooggerechtshof worden aangevochten, zal het Hof zich opnieuw over de kwestie moeten buigen en beslissen hoe ver de privacyrechten die in Roe zijn vastgelegd, kunnen reiken.[19]

Als Roe toch wordt herroepen en de beslissingsmacht volledig bij de individuele staten komt, wordt abortus waarschijnlijk snel illegaal in 22 staten. Het zullen de staten zelf zijn die zullen kunnen beslissen in hoever zij zwangerschapsafbreking willen legaliseren. Abortus zal legaal blijven in staten die dit recht hebben verankerd in hun wetten, zoals in New York en Californië.[20] In 12 staten zouden zogenaamde trigger-laws in werking treden: dit zijn wetten die op dit ogenblik niet afdwingbaar zijn, maar dit wel worden als er zich een belangrijke wijziging in de omstandigheden voordoet. Dergelijke wetten op het vlak van abortussen voorzien vaak in een onmiddellijk verbod op zwangerschapsafbrekingen in alle fasen van de zwangerschap. Eenenveertig procent van de vrouwen in de vruchtbare leeftijd zou de dichtstbijzijnde abortuskliniek zien sluiten, en de gemiddelde afstand die zij zouden moeten afleggen om er een te bereiken zou 449, 19 kilometer bedragen, tegenover 56,35 kilometer nu.[21]

Zelfs al krijgen individuele staten een grotere bevoegdheid om strengere wetten toe te passen, dan is het nog de vraag of dit effectief zal leiden tot minder zwangerschapsafbrekingen. Zo blijkt uit onderzoek dat het sluiten van abortuscentra het aantal abortussen in een bepaalde staat wel doet afnemen, maar de redenen zijn hiervoor niet duidelijk: worden er meer kinderen geboren, neemt het aantal seksuele activiteiten af, zijn er meer zwangerschapsafbrekingen in de aangrenzende staten of is het gebruik van medicale abortus (toegestuurd per post) in omvang toegenomen?[22]

Een herziening van Roe is slechts een begin: het goedkeuren van nieuwe wetgeving, het opstarten van rechtszaken voor de staats- en federale rechtbanken, maar vooral het winnen van de harten van het Amerikaanse volk voor de pro-life zaak zijn noodzakelijke stappen om te komen tot een daadwerkelijke bescherming van het ongeboren kind.[23]

Tot slot kunnen ook de Senaat en het huis van Afgevaardigden wetsvoorstellen indienen[24] waarbij het abortusrecht wordt gegarandeerd in alle staten.

 Waarom Roe toch niet zal worden herzien

Toch is niet iedereen overtuigd dat de bijna 50-jaar oude rechtspraak zal worden teniet gedaan. Het Hof heeft nog nooit een beslissing herroepen, althans niet uitdrukkelijk, op grond van het feit dat de samenstelling van het Hof is veranderd. Het Hof heeft nooit geoordeeld dat wat vandaag een beschermd grondwettelijk recht is, morgen geen beschermd grondwettelijk recht meer zou zijn.[25] Het zou bovendien een schokgolf door de Amerikaanse samenleving veroorzaken: voor velen is vrijwillige zwangerschapsafbreking een volkomen aanvaardbare manier geworden om een eind te maken aan een zwangerschap.[26]

In Angelsaksische rechtsstelsels speelt het eerder genoemde principe van stare decisis een grote rol: rechters zijn daarbij gebonden door de uitspraken van vorige rechters van hetzelfde of hogere niveau. Dit principe wordt meestal aangehouden omdat het een evenwichtige, voorspelbare en consequente ontwikkeling van rechtsbeginselen zou bevorderen, het vertrouwen in rechterlijke beslissingen zou stimuleren en zou bijdragen tot de daadwerkelijke en waargenomen integriteit van de rechtsgang.[27] In het algemeen zal het Hof een beslissing alleen herroepen wanneer de uitgangspunten ervan zijn afgezwakt door latere beslissingen zodat er een schijnbare inconsistentie is tussen de oudere en de nieuwere beslissingen, of wanneer het Hof achteraf concludeert dat de beslissing niet kon worden gesteund door de doctrine en de precedenten waarop zij was gebaseerd.[28]

Conclusie

Bijna vijftig jaar nadat het Amerikaanse Hooggerechtshof met Roe vrijwillige zwangerschapsafbreking mogelijk maakte, zorgt dit baanbrekend arrest nog steeds voor een diepe sociologische kloof in de samenleving. De scheidingslijn heeft zich de voorbije decennia langs de partijgrenzen gevormd, met de Democraten als pleitbezorgers voor een zo ruim mogelijk abortusbeleid terwijl de Republikeinse partij volop pleit voor een herziening van Roe. Toch zijn er in beide partijen groeperingen actief die er een andere visie op aanhouden.

Zelfs al zou, als gevolg van een conservatieve meerderheid, het Hof alsnog Roe herzien, dan betekent dit niet dat abortus onmiddellijk en overal wordt verboden in Verenigde Staten. Sommige staten zullen wel verregaande restricties invoeren maar in andere staten zal abortus, zelfs tot aan de geboorte, mogelijk blijven. Wetgevende initiatieven in het Huis van Afgevaardigden en de Senaat kunnen ervoor zorgen dat er alsnog een algemene wet komt die abortus onder bepaalde voorwaarden wettelijk maakt. Toch kijkt iedereen met spanning uit naar het Grondwettelijk Hof en haar uitspraak in de zaak, die wordt verwacht in de zomer van 2022.

Voetnoten

[1] Robert A. (2006) “The Supreme Court Will Not Overrule Roe v. Wade,” Hofstra Law Review: Vol. 34 : Iss. 3 , Article 18, p. 1207, https://scholarlycommons.law.hofstra.edu/hlr/vol34/iss3/18

[2] Roe v. Wade, 410, U.S. 113, 152-153 (1973).

[3] Roe v. Wade, 410, U.S. 113, 164-165 (1973).

[4] Roe v. Wade, 410 U.S. 113, 164-165 (1973).

[5] Roe v. Wade, 410 U.S. 113, 163 (1973).

[6] Ibid.

[7] Roe v. Wade, 410 U.S. 113, 163-164 (1973).

[8] Doe v. Bolton, 410 U.S. 179 (1973).

[9] The Legal Information Institute, Cornell Law School: https://www.law.cornell.edu/wex/strict_scrutiny#:~:text=Strict%20scrutiny%20is%20often%20used,sues%20the%20government%20for%20discrimination.&text=Strict%20scrutiny%20is%20the%20highest,scrutiny%20and%20rational%20basis%20review.

[10] M. Murray, “Racing Roe: reproductive justice, racial justice and the battle for Roe v. Wade” 134 Harv. L. Rev., p. 5, https://www.law.northwestern.edu/research-faculty/events/colloquium/law-gender/documents/2021_sp_murray_race_ing_roe.pdf

[11] Roe v. Wade, 410 U.S. 113, 155 (1973).

[12] Forsythe, Clarke, A Draft Opinion Overruling Roe v. Wade (July 1, 2018). Georgetown Journal of Law & Public Policy, Vol. 16, 2018, p. 473.https://ssrn.com/abstract=3252545

[13] Mary Ziegler, Beyond Backlash: Legal History, Polarization, and Roe v. Wade, 71 Wash. & Lee L. Rev. 969 (2014), p. 971, https://scholarlycommons.law.wlu.edu/wlulr/vol71/iss2/11

[14] Mary Ziegler, Beyond Backlash: Legal History, Polarization, and Roe v. Wade, 71 Wash. & Lee L. Rev. 969 (2014), p. 972, https://scholarlycommons.law.wlu.edu/wlulr/vol71/iss2/11

[15] M. Brenan: Record-High 47% in US think abortion is morally acceptable, Gallup, 9 juni 2021, https://news.gallup.com/poll/350756/record-high-think-abortion-morally-acceptable.aspx

[16] Planned Parenthood of Se. Pennsylvania v. Casey, 505 U.S. 853, (1992).

[17] Ibid.

[18] Time: “The Supreme Court just took up a case that poses a major threat to Roe v. Wade”, 17 mei 2021, https://time.com/6048930/supreme-court-mississippi-abortion-roe-v-wade/ , de Dobbs v. Jackson Women’s Health Organization.

[19] https://supreme.findlaw.com/supreme-court-insights/could-roe-v–wade-be-overturned-.html

[20] S. Averbach, Beyond preserving Roe: Honoring Ruth Bader Ginsburg by promoting gender equity and reproductive justice, EClinicalMedicine 27 (2020) 100595.

[21] The New York Times: Where abortion access would decline if Roe v. Wade were overturned, 18 mei 2021, https://www.nytimes.com/interactive/2021/05/18/upshot/abortion-laws-roe-wade-states.html

[22] M. Lindo, C. Myers, A. Schlosser, S. Cunningham: „HOW FAR IS TOO FAR? NEW EVIDENCE ON ABORTION CLINIC CLOSURES, ACCESS, AND ABORTIONS.

[23] P.B. Linton, Overruling Roe v. Wade: the implications for the law”, the Implications for the Law, Issues in Law & Medicine, Volume 32, Number 2, 2017, http://issuesinlawandmedicine.com/wpcontent/uploads/2018/11/PaulBenjaminLintonOverrul.pdf

[24] Fox News: Pro-life advocates warn of egregious “Democratic bill that would guarantee abortion rights throughout US, 13 juni 2021 : https://www.foxnews.com/politics/pro-life-advocates-warn-of-egregious-democratic-bill-that-would- guarantee-abortion-rights-throughout-us

[25] Robert A. Sedler (2006) “The Supreme Court Will Not Overrule Roe v. Wade,” Hofstra Law Review: Vol. 34: Iss. 3, Article 18, p. 1209. https://scholarlycommons.law.hofstra.edu/hlr/vol34/iss3/18

[26] Ibid, p. 1211

[27] ZIe Payne v. Tennessee, 501 U.S. 808, 827 (1991)

[28] Robert A. Sedler (2006) “The Supreme Court Will Not Overrule Roe v. Wade,” Hofstra Law Review: Vol. 34 : Iss. 3, Article 18, p 1209, https://scholarlycommons.law.hofstra.edu/hlr/vol34/iss3/18

Reacties uitgeschakeld voor Roe versus Wade: historiek en de actuele situatie

Het afbreken van de pijlers van de medische ethiek: het gewetensbezwaar onder schot

Auteur: Kristina Artuković zet zich in voor Saving Down Syndrome, een internationaal pleitbezorger van sociale gerechtigheid voor mensen met het syndroom van Down, met een speciale nadruk op prenatale gerechtigheid…

Auteur: Kristina Artuković zet zich in voor Saving Down Syndrome, een internationaal pleitbezorger van sociale gerechtigheid voor mensen met het syndroom van Down, met een speciale nadruk op prenatale gerechtigheid en anti-eugenetica.

De aangekondigde herziening van de Internationale Code voor Medische Ethiek beoogt nu het gewetensbezwaar van medici te neutraliseren.

In april van dit jaar kondigde de World Medical Association[i] – de overkoepelende organisatie van nationale gezondheidsorganisaties – een herziening aan van de Internationale Code voor Medische Ethiek (ICoME)[ii], die een aanvulling vormt op de Verklaring van Genève.

De Verklaring van Genève, die in 1948 werd aangenomen nadat de wereld tijdens de Tweede Wereldoorlog was geconfronteerd met de waarheid over het radicale misbruik van kennis in de geneeskunde (en in de wetenschap in het algemeen), was gebaseerd op de aloude richtlijnen van de Eed van Hippocrates. Zij werd al snel bekend als de “moderne Eed van Hippocrates”. Een jaar later werd ook de bijbehorende Internationale Code voor Medische Ethiek aangenomen.

Vanaf 1947 tot op vandaag is de Verklaring van Genève vijf maal gewijzigd. Oorspronkelijk[iii] stond er de volgende zin in:

“Ik zal het uiterste respect voor het menselijk leven handhaven, vanaf het tijdstip van conceptie (…).”

 In 1983[iv] werd de term ‘conceptie’ vervangen door de term ‘begin’, die veel onnauwkeuriger is en dus vatbaar voor verschillende interpretaties. In 2005[v] werd het woord “begin” echter weggelaten, zodat de zin nu simpelweg luidt:

“Ik zal het menselijk leven met de grootste eerbied blijven respecteren.”

Het heeft slechts twintig jaar en twee amendementen geduurd om de ongeboren mens systematisch uit de moderne eed van Hippocrates te verwijderen. Het gaat duidelijk in een richting die in schril contrast staat met de  principes van de ontwikkeling van de toegepaste ethiek: namelijk door de reikwijdte van de ethische geldigheid te verkleinen in plaats van haar te verbreden.

De aangekondigde herziening[vi] van de ICoME beoogt nu het gewetensbezwaar van medische beroepsbeoefenaren te neutraliseren. Het gewetensbezwaar wordt beschermd door een aantal internationale overeenkomsten. Artikel 18 van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens[vii] stelt:

“Een ieder heeft recht op vrijheid van gedachte, geweten en godsdienst; dit recht omvat tevens de vrijheid om van godsdienst of overtuiging te veranderen, alsmede de vrijheid hetzij alleen, hetzij met anderen zowel in het openbaar als in zijn particuliere leven zijn godsdienst of overtuiging te belijden door het onderwijzen ervan, door de praktische toepassing, door eredienst en de inachtneming van de geboden en voorschriften.”

Ook artikel 18 van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten[viii] en artikel 9 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens[ix] bevatten bijna identieke zinnen. De meeste landen in de wereld garanderen uitdrukkelijk[x] het recht op gewetensbezwaar in hun individuele wetten. In de VS wordt het gewetensbezwaar gewaarborgd door individuele wetten van federale staten, maar ook door wetten zoals de Church[xi], Coats-Snowe[xii] en Weldon[xiii] amendementen. 

De voorgestelde werkversie van de ICoME van de WMA vereist dat de gewetensbezwaarde de patiënt verwijst naar een andere arts die er op zijn beurt geen probleem mee heeft om gewelddadige medische praktijken uit te voeren, zoals abortus, euthanasie, hulp bij zelfdoding, en dergelijke. 

De verplichting van een gewetensbezwaarde naar een andere arts door te verwijzen, is in feite een schending van de persoon met een gewetensbezwaar. Zij impliceert medeplichtigheid aan een problematische handeling, waardoor de betekenis van het gewetensbezwaar praktisch teniet wordt gedaan. Met andere woorden, deze verplichting incorporeert de onmogelijkheid van de autonomie van het individuele geweten in de zeer normatieve ontologie van deze wet.

Bovendien normaliseert dit systematisch alle mogelijk problematische praktijken die gelegaliseerd zijn of gelegaliseerd kunnen worden, en wordt het gewetensbezwaar in de mand van ijdele, op zichzelf staande moraliseringen geplaatst.

Het gewetensbezwaar is nooit opgevat als een doel op zich en een daad van op zichzelf staande moralisering, maar als een manier waarop de individuele morele en professionele waardigheid effectief wordt omgevormd tot een hefboom van ethische beleidsvorming, in plaats van andersom.

Met een dergelijke bepaling in de Code krijgt de wettigheid van bepaalde praktijken in de nationale wetgeving voorrang boven de universele ethische beginselen van de beroepsgroep, die in wezen autonoom zijn ten opzichte van politieke druk, overeenkomstig de leidende gedachte van zowel de oorspronkelijke als de moderne eed van Hippocrates.

Juridisch gezien heeft een dergelijke bepaling in feite een gewelddadige invloed op het individuele recht op kwesties van fundamentele vrijheden en rechten. Zodra het document is geratificeerd, worden de fundamentele vrijheden en rechten die door internationale juridische verdragen worden gewaarborgd, normatief ten opzichte van individuele wetten. De rechten en vrijheden uit artikel 18 van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten (dat betrekking heeft op de vrijheid van gedachte, godsdienst en geweten) kunnen alleen wettelijk worden beperkt in gevallen van schending van de openbare veiligheid, orde, gezondheid, goede zeden of fundamentele vrijheden en rechten van anderen. Dit is de reden waarom het omverwerpen van het gewetensbezwaar onlosmakelijk verbonden is met pogingen om abortus als gezondheidszorg op te leggen, want als een dergelijke opvatting van abortus algemeen aanvaard wordt, zal het mogelijk zijn het recht op het gewetensbezwaar af te schaffen of te beperken.

Wereldwijde agenda voor de normalisering van geweld in de geneeskunde 

Als het rechtssysteem en de geïnstitutionaliseerde ethiek de ideologie aanvaarden en invoeren dat abortus gezondheidszorg is, zullen we namelijk ook de even absurde stelling moeten aanvaarden dat het gewetensbezwaar een schending van de mensenrechten is, aangezien de mensenrechten het recht op gezondheidszorg omvatten.

Deze agenda werd een paar jaar voor de eerder genoemde recente ontwikkelingen op het gebied van de medische ethiek echt serieus.

In de zomer van 2018  publiceerde een groep activisten, medische hulpverleners, wetenschappers en advocaten uit 22 landen een rapport met de titel “Unconscionable: When Providers Deny Abortion Care”.[xiv] Het document stelde het gewetensbezwaar in de geneeskunde in een zeer negatief daglicht. Geschreven op meer dan 40 bladzijden, op een extreem alarmerende toon, gebruikmakend van grensgevallen uit de praktijk en de ideologie van het “recht om te kiezen” als argumenten, rechtvaardigt het rapport het begrip abortus als gezondheidszorg, terwijl in wezen een zachte delegatie wordt voorgesteld voor het gewetensbezwaar (alleen tussen aanhalingstekens geschreven), met de herformulering van de term zelf als “weigering een dienst te verlenen”.

Twee maanden na dit rapport en de bijbehorende lobby van de auteurs bij internationale instellingen, in oktober 2018, publiceerde het VN-Mensenrechtencomité Algemeen commentaar nr. 36 over het recht op leven.[xv] Het commentaar oogstte onmiddellijk lof van abortusvoorstanders over de hele wereld, die het probeerden aan te prijzen als definitief bewijs dat abortus onaantastbaar in overeenstemming is met het Internationaal Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten. Sommigen Sommigen beweerden[xvi] zelfs (en beweren dat nog steeds) dat abortus door de commentaar expliciet in het pakket van mensenrechten werd opgenomen. Dit is natuurlijk niet waar, en zelfs al zou het zo zijn, dan nog zou een dergelijke stap geen effect hebben, aangezien het Comité niet bevoegd is om nieuwe delen van het Verdrag goed te keuren.

In dit commentaar heeft het Comité het ruim opgevatte begrip abortus (dat zowel selectieve abortus als procedures ter beëindiging van ectopische zwangerschappen en de opgewekte geboorte van een niet-levensvatbare foetus omvat) strategisch aangepakt en het retorisch op een verontrustende manier in de buurt van de mensenrechten gebracht. Dit werd bereikt door bepaalde niet-selectieve redenen voor abortus – zoals de bescherming van het leven van de moeder – in verband te brengen met het mensenrecht op leven, hoewel het bekend is dat het aantal gevallen waarin het medisch noodzakelijk is een baby van het leven te beroven in plaats van een bevalling op te wekken wanneer het leven van de moeder in gevaar is, vrijwel nihil is[xvii], en ondanks het feit dat het moedersterftecijfer in ontwikkelde landen die vrije abortus verbieden (b.v. Ierland[xviii] voordat abortus werd gelegaliseerd, Polen[xix] en Malta[xx]) gelijk is aan of zelfs lager is dan het gemiddelde sterftecijfer[xxi] van moeders in hun respectievelijk regio’s. De impliciete basis waarop dit argument is gebaseerd is niets anders dan het opleggen van vrije abortus als gezondheidszorg. Op sommige plaatsen heeft het Comité zelfs de het niet  beschikbaar zijn van abortus in verband gebracht met een schending van artikel 7 van het Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten, dat betrekking heeft op foltering, zonder zelfs maar te verwijzen naar specifieke voorbeelden of de criteria te bepalen, en dit opzettelijk open te laten voor interpretatie.

Tenslotte heeft het Comité, zoals verwacht, de kwestie van het gewetensbezwaar aan de orde gesteld, die het als een mogelijke belemmering voor de uitoefening van wettelijke rechten en fundamentele vrijheden heeft bestempeld.

Zo begon de tot op heden meest rechtlijnige campagne om abortus in de gezondheidszorg op te nemen en het gewetensbezwaar af te breken.

Zodra het gewetensbezwaar is geneutraliseerd door de ideologie van abortus, zullen zij volkomen betekenisloos worden met betrekking tot andere praktijken van medisch geweld, zoals euthanasie, hulp bij zelfdoding en andere verwante “diensten”. 

Gecoördineerde strategie van Europa en de VS

Het jaar 2021 is een periode van een ongekende aanval op het gewetensbezwaar in Europa en de Verenigde Staten. In maart van dit jaar heeft het Amerikaanse Congres de Equality Act 2021[xxii] aangenomen. Twee maanden later, in mei, nam het Europees Parlement de Matić-resolutie[xxiii] aan. Beide documenten promoten, elk op hun eigen manier, de agenda van abortus als gezondheidszorg en gewetensbezwaar als een schending van de mensenrechten. Beide doen dat onder het mom van de strijd tegen discriminatie, door de grens tussen belangrijke gendergelijkheidskwesties en radicale trends in de identiteitspolitiek te doen vervagen. 

De strategie van de American Equality Act van 2021 is dat de definitie van seksualiteit en genderkwesties (“geslacht”) wordt uitgebreid met abortus. Op die manier wordt elk gewetensbezwaar tegen kwesties in verband met reproductieve gezondheid een onwettige discriminatie.

Aan de andere kant neemt de resolutie van Matić de notie van abortus als gezondheidszorg als een impliciete aanname van haar algemene context, en is overladen met verwijzingen naar bevooroordeeld onderzoek, zoals speculatieve studies van haar medewerkers, waaronder het Guttmacher Instituut, de voormalige onderzoektak van Planned Parenthood, over de ineffectiviteit van verbod op abortus[xxiv] en de prevalentie van onveilige abo[xxv]rtussen, die ten grondslag liggen aan bijna alle recente argumenten voor het bevorderen van abortus in internationale documenten. In navolging van de impliciete stelling dat abortus gezondheidszorg is, valt de resolutie van Matić expliciet het gewetensbezwaar aan dat,  naar het voorbeeld van het rapport uit 2018 “Unconscionable: When Providers Deny Abortion Care”, hardnekkig met aanhalingstekens wordt gebruikt. 

In mei 2021 heeft de Amerikaanse president Biden het Weldon-amendement geschrapt[xxvi] uit het begrotingsvoorstel voor het ministerie van Volksgezondheid en Sociale Diensten. Het doel van het Weldon-amendement is te garanderen dat instellingen en personen met gewetensbezwaren niet zonder federale fondsen komen te zitten. Gelukkig geven de laatste ontwikkelingen hoop, aangezien de Senaat onlangs heeft gestemd[xxvii] voor het opnieuw opnemen van het Weldon-amendement in de federale begroting, en er ook aanwijzingen zijn dat het besluit Roe v. Wade[xxviii] door het Amerikaanse Hooggerechtshof kan worden herzien. 

Helaas ziet het er in Europa niet zo rooskleurig uit. Polen en Malta, de enige twee Europese landen waar abortus illegaal is, staan onder immense druk van de EU-instellingen. Hetzelfde kan worden gezegd van Hongarije, waar de grondwet van 2012 de bescherming van het menselijk leven vanaf de conceptie waarborgt, hoewel de abortuswet er nog steeds van kracht is, die een selectieve abortus tot week 12 van de zwangerschap toestaat (onder bepaalde voorwaarden tot week 24).

Sommige landen, zoals Italië[xxix] en, meer recentelijk, Kroatië[xxx], worden regelmatig gebruikt als intimiderende voorbeelden van mensenrechtenschendingen vanwege het niet beschikbaar zijn van abortus als gevolg van het buitensporig gebruik van het gewetensbezwaar. In veel Europese landen, waaronder Servië, zijn er geen duidelijke gegevens over het gebruik van het gewetensbezwaar tegen gewelddadige medische “diensten”, zoals abortus. De algemene indruk in de praktijk wijst op de vernietigende realiteit dat dit ethische instituut in Servië bijna nooit wordt gebruikt. Te oordelen naar de ontwikkelingen op internationaal juridisch en institutioneel-ethisch niveau, zou de situatie van kwaad tot erger kunnen gaan: in plaats van het gewetensbezwaar in Servië te verdedigen en verder te versterken, zou zij wel eens volledig kunnen verdwijnen.

Het gewetensbezwaar is één van de sleutelelementen in de strijd voor de waardigheid van het menselijk leven vanaf de conceptie tot de natuurlijke dood, vooral in landen waar de steun van de bevolking niet sterk genoeg is om deze kwesties aan te pakken, noch een voldoende ontwikkelde cultuur van dialoog bestaat om ze in het openbaar en in de wetgeving aan de orde te stellen. Zolang artsen namelijk de vrijheid hebben om het gewetensbezwaar in te dienen tegen ethisch problematische “diensten” in de geneeskunde, zal het mogelijk zijn om deze praktijken in het sociaal-politieke domein ter discussie te stellen. En zolang dat mogelijk is, zal er een kans zijn om de cultuur van dood en narcisme om te vormen tot een cultuur van leven en verantwoordelijkheid, en om wetten en ethische normen vast te stellen die werkelijk in overeenstemming zijn met de rechten van de mens.

Kristina Artukovic zet zich in voor Saving Down Syndrome, een internationaal pleitbezorger van sociale gerechtigheid voor mensen met het syndroom van Down, met een speciale nadruk op prenatale gerechtigheid en anti-eugenetica. Artuković is oprichtster van Etički front (Ethical Front), een in Servië gevestigde organisatie die een levensbevestigend standpunt inneemt over menselijke bio-ethische kwesties en de waardigheid van het menselijk leven beschermt en promoot, van conceptie tot natuurlijke dood. Ze schrijft voor Saving Down’s en Rehumanize International. Ze heeft een Master in filosofie en logica.

Artikel werd oorspronkelijk gepubliceerd op de International Family News

Voetnoten

[i]https://www.wma.net/

[ii] https://www.wma.net/policies-post/wma-international-code-of-medical-ethics/

[iii] https://www.wma.net/wp-content/uploads/2018/07/Decl-of-Geneva-v1948-1.pdf

[iv] https://www.wma.net/wp-content/uploads/2018/07/Decl-of-Geneva-v1983-1.pdf

[v] https://www.wma.net/wp-content/uploads/2018/07/Decl-of-Geneva-v2005-1.pdf

[vi] https://www.wma.net/what-we-do/medical-ethics/declaration-of-geneva/public-consultation-on-a-draft-revised-version-of-the-icome/

[vii] https://www.un.org/en/about-us/universal-declaration-of-human-rights

[viii] https://www.ohchr.org/en/professionalinterest/pages/ccpr.aspx

[ix] https://www.echr.coe.int/documents/convention_eng.pdf

[x] https://maps.reproductiverights.org/law-and-policy-guide-conscientious-objection#:~:text=In%20the%20context%20of%20abortion,undermine%20access%20to%20abortion%20services.

[xi] https://www.hhs.gov/sites/default/files/ocr/civilrights/understanding/ConscienceProtect/42usc300a7.pdf

[xii] http://uscode.house.gov/view.xhtml?req=(title:42%20section:238n%20edition:prelim)

[xiii] https://www.guttmacher.org/fact-sheet/weldon-amendment

[xiv] https://31u5ac2nrwj6247cya153vw9-wpengine.netdna-ssl.com/wp-content/uploads/2018/06/IWHC_CO_Report-Web_single_pg.pdf

[xv] https://www.ohchr.org/Documents/HRBodies/CCPR/CCPR_C_GC_36.pdf

[xvi] https://reproductiverights.org/un-human-rights-committee-asserts-that-access-to-abortion-and-prevention-of-maternal-mortality-are-human-rights/

[xvii] https://www.thepublicdiscourse.com/2019/02/49619/

[xviii] https://www.cso.ie/en/releasesandpublications/ep/p-sdg3/irelandsunsdgs2019-reportonindicatorsforgoal3goodhealthandwell-being/childbirth/

[xix] https://knoema.com/atlas/Poland/Maternal-mortality-ratio#:~:text=In%202017%2C%20maternal%20mortality%20ratio,100%2C000%20live%20births%20in%202017.

[xx] https://knoema.com/atlas/Malta/Maternal-mortality-ratio

[xxi] https://data.worldbank.org/indicator/SH.STA.MMRT?locations=EU

[xxii] https://www.congress.gov/bill/117th-congress/house-bill/5/text?r=1&s=2

[xxiii] https://www.europarl.europa.eu/doceo/document/A-9-2021-0169_EN.html

[xxiv] https://www.thelancet.com/journals/lancet/article/PIIS0140-6736(16)30380-4/fulltext

[xxv] https://www.thelancet.com/journals/lancet/article/PIIS0140-6736(17)31794-4/fulltext

[xxvi] https://www.heritage.org/life/commentary/biden-budget-would-scrap-decades-consensus-not-funding-abortion

[xxvii] https://www.heritage.org/life/commentary/biden-budget-would-scrap-decades-consensus-not-funding-abortion

[xxviii] https://www.washingtonpost.com/politics/2021/05/18/supreme-court-just-took-case-that-could-kill-roe-v-wade-or-let-it-die-slowly/

[xxix] https://www.sciencedirect.com/science/article/pii/S0049089X20300016

[xxx] https://humanists.international/advocacy-statement/sexual-and-reproductive-health-and-rights-in-croatia/

Reacties uitgeschakeld voor Het afbreken van de pijlers van de medische ethiek: het gewetensbezwaar onder schot

Onder toezichtstelling ongeborene versus abortus: tweezijdigheid in Nederlandse wetgeving

Redactie In Nederland kan een rechter een ongeboren kind onder toezicht stellen.[1] Dit gebeurde altijd vanaf het moment van levensvatbaarheid van de ongeborene (24 weken zwangerschap). Maar in november 2020…

Redactie

In Nederland kan een rechter een ongeboren kind onder toezicht stellen.[1] Dit gebeurde altijd vanaf het moment van levensvatbaarheid van de ongeborene (24 weken zwangerschap). Maar in november 2020 paste de rechtbank Den Haag een voorlopige ondertoezichtstelling (vots) toe op een ongeborene die nog niet levensvatbaar was. [2] Lisette ten Haaf[3] noemt deze uitspraak ‘revolutionair’[4]: het betekende een uitbreiding van de prenatale vots. Ook de JPV juicht deze ontwikkeling toe. Al betekent de uitspraak volgens Ten Haaf niet meteen een versterking van de juridische positie en de beschermwaardigheid van de niet-levensvatbare ongeborene. Het roept volgens haar juist meer vragen op.

Eenduidige visie niet mogelijk

Wat de prenatale vots betreft, pleit Ten Haaf voor duidelijkheid en rechtszekerheid over de 24-wekengrens. Volgens haar is er voor die grens geen goede onderbouwing. De JPV meent dat juist de tegenstrijdige houding binnen onze wetgeving debet is aan de rechtsonzekerheid over de 24-wekengrens van de prenatale vots. Als de wetgever geen eenduidig standpunt inneemt, zal er ook verschillend worden geoordeeld als het gaat om het belang van een ongeboren kind.

Als oplossing voor de duidelijkheid en rechtszekerheid over de 24-wekengrens stelt Ten Haaf voor dat de overheid een “expliciet standpunt” inneemt “over de basis en de reikwijdte van de beschermwaardigheid van ongeboren leven”. Ze stelt ook dat “deze beschermwaardigheid kan bestaan naast het recht op abortus.” De vraag is hoe dat dan werkt. Eenduidig kan het standpunt dan niet zijn. Kan de overheid tenslotte met de ene wet zeggen dat een kind bescherming verdient en met de andere dat het gedood mag worden?

Tweezijdige houding

Als de overheid hierin een standpunt moet innemen, moet zij een keuze maken: of ze sluit zich aan bij de abortuswet dat (in beginsel[5]) bescherming biedt vanaf levensvatbaarheid, of ze sluit zich aan bij de opvatting dat bescherming ook vóór de levensvatbaarheid geldt. Als de overheid kiest voor beiden naast elkaar, is een algemeen standpunt over de basis en reikwijdte van de beschermwaardigheid van ongeboren leven niet mogelijk. De overheid moet dan immers, wil ze consequent zijn, al haar wetgeving vanuit dat standpunt maken. En dat zou bijvoorbeeld de abortuswet onmogelijk maken.

De uitspraak past bij de tweezijdige houding van onze wet- en regelgeving ten opzichte van onze ongeboren medemens. Deze kan namelijk wel bescherming krijgen middels een vots op basis van het familierecht, maar gedood worden op basis van de Wet afbreking zwangerschap. Sterker nog, zoals Ten Haaf opmerkt, kan een vrouw die een vots niet ziet zitten haar zwangerschap laten afbreken. Dit komt er op neer dat een beschermingsmaatregel voor de ongeborene ongedaan gemaakt kan worden door een handeling op grond van een andere wet.

Nieuwe vragen over juridische status ongeborene

Maar de JPV ziet het ongeboren menselijk leven als een volwaardig mensenleven en acht dit leven daarom dan ook beschermwaardig vanaf het moment van conceptie. Helaas zien we dit dus nu niet terug in de Nederlandse wet- en regelgeving. Maar het blijft goed om hierover te blijven nadenken. Ten Haaf wijst er bijvoorbeeld op dat zaken als foetale chirurgie en kunstmatige baarmoeders vragen oproepen over de juridische status van de ongeborene. En dat het ongeboren kind in veel instanties gezien wordt als beschermwaardig en juridisch relevant. Dat klinkt in elk geval hoopgevend.

Voetnoten

[1] Burgerlijk Wetboek 1 titel 14 afdeling 4 (artikelen 254 – 265k)

[2] Rb. Den Haag 17 november 2020, ECLI:NL:RBDHA:2020:12532

[3] L. ten Haaf LLM is docent Rechtstheorie aan de Universiteit Utrecht en promoveert aan de Vrije Universiteit op de juridische status van toekomstig leven.

[4] De ondertoezichtstelling van een nog niet-levensvatbare foetus, Nederlands Juristenblad, 18 juni 2021 − Afl. 24, p.1968-1971

[5] Een zwangerschapsafbreking na 24 weken is strafbaar, maar het Openbaar Ministerie kan besluiten om niet strafrechtelijk te vervolgen als er voldaan is aan bepaalde zorgvuldigheidseisen, https://www.lzalp.nl/informatie/juridisch-kader/zorgvuldigheidseisen, laatst bezocht op 20 juli 2021; Modelprotocol Medisch handelen bij late zwangerschapsafbreking Versie 3.0

Reacties uitgeschakeld voor Onder toezichtstelling ongeborene versus abortus: tweezijdigheid in Nederlandse wetgeving

De strijd voor een internationaal recht op abortus: is die al gewonnen?

Auteur: mr. Marie-Thérèse Hengst, jurist en bestuurslid Juristenvereniging Pro Vita De verdragsorganen van de Verenigde Naties (VN), zoals het Mensenrechtencomité en het Bevolkingsfonds, werken al jaren hard aan een internationaal…

Auteur: mr. Marie-Thérèse Hengst, jurist en bestuurslid Juristenvereniging Pro Vita

De verdragsorganen van de Verenigde Naties (VN), zoals het Mensenrechtencomité en het Bevolkingsfonds, werken al jaren hard aan een internationaal recht op abortus. Het legt ze geen windeieren: hun interpretatie dat het internationale mensenrechtenrecht een recht op abortus bevat is inmiddels overgenomen door diverse grote mensenrechtenorganisaties. En in steeds meer landen worden abortuswetten versoepeld. Het afgelopen jaar vonden er ook weer diverse ontwikkelingen plaats in de strijd voor meer toegang tot abortus. Maar is daarmee een internationaal recht op abortus in zicht?

De VN-Vedragsorganen beschouwen al sinds de jaren negentig seksuele en reproductieve rechten, waaronder zij veilige abortus scharen, een onderdeel van het mensenrechtenrecht. [i] In 2018 liet het VN-Mensenrechtencomité in zijn General Comment – een document waarmee het lidstaten adviseert over de interpretatie van een mensenrecht – zelfs weten dat de toegang tot abortus valt onder het recht op leven.[ii] En het Bevolkingsfonds van de Verenigde Naties, de United Nations Population Funds (UNFPA), gaf in december 2020 te kennen achter een recht op abortus te staan. In de Guidance Note van de organisatie staat dat een land de plicht heeft te zorgen voor een veilige toegang tot abortus.[iii] Hoewel deze organisatie eerder in dat jaar nog liet weten dat ze abortus niet promoten of financieel steunen,[iv] blijkt uit een evaluatie uit 2016 dat de UNFPA wel degelijk bijdraagt aan de toegang tot abortus. In de evaluatie wordt de organisatie namelijk geprezen om haar “discreet leadership” door ervoor te zorgen dat het abortusveroorzakende middel Misoprostol op een lijst met essentiële medicijnen kwam te staan en dat dit een revolutie was voor een veilige toegang tot abortus.[v] En dit voorjaar hamerde de Commissie voor de Status van de Vrouw tijdens haar 65e sessie in haar Agreed Conclusions opnieuw op de universele toegang tot seksuele en reproductieve gezondheidszorg en reproductieve rechten.[vi]

Diverse mensenrechtenorganisaties hebben inmiddels de interpretatie overgenomen dat de toegang tot abortus een mensenrecht is. Zo legde directeur Kenneth Roth van Human Rights Watch begin 2020 in zijn toespraak aan de Commission on Unalienable Rights van de Verenigde Staten van Amerika uit, waarom er een recht bestaat op abortus binnen het internationaal mensenrechtenrecht.[vii] En in september van dat jaar maakte Amnesty International haar nieuwe beleid bekend ten aanzien van abortus.[viii] Amnesty International bepleit nu een universele toegang tot abortus gedurende de gehele zwangerschap. De organisatie roept landen dan ook op om abortus te decriminaliseren. Een oproep die gehoor lijkt te vinden. Zo werd in Argentinië eind 2020 abortus mogelijk tot de veertiende week na de bevruchting. Eerder was in het land vrijwillige zwangerschapsafbreking alleen mogelijk in gevallen van verkrachting, incest of om het leven van de moeder te redden.[ix] Verder oordeelde in april 2021 het Constitutioneel Hof van Ecuador dat abortus moest worden toegestaan na elke verkrachting. Nu is dat alleen mogelijk bij een verkrachting van een vrouw met een geestelijke handicap of als de gezondheid of het leven van de vrouw in gevaar is. [x] Ook in Europa vindt er een strijd plaats voor een abortusrecht. In maart 2021 presenteerde de Kroatische Europarlementariër Perdrag Matic een conceptresolutie ten aanzien van seksuele en reproductieve gezondheid en rechten. Daarin staat dat abortus een “reeds verworven wettelijk recht” is en dat het beroep op gewetensbezwaren afgeschaft moet worden als een zorgverlener daarom geen abortus willen uitvoeren. [xi]

Pro-choice standpunt niet vanzelfsprekend

Toch bleek het afgelopen jaar ook dat een onbelemmerde toegang tot abortus niet altijd als vanzelfsprekend wordt geaccepteerd. Zo zei minister Hugo de Jonge van Volksgezondheid, Welzijn en Sport in oktober 2020 naar aanleiding van de tweede evaluatie van de Wet Afbreking Zwangerschap (WAZ) dat de bedenktijd voor een abortus van vijf dagen niet ter discussie staat.[xii] En later die maand ondertekenden maar liefst 34 landen de Geneva Consensus Declaration.[xiii] [xiv] Tot de 34 landen behoorden de Verenigde Staten van Amerika, Polen en Hongarije. Met het document kwamen de landen op voor vrouwenrechten, maar benadrukten ook dat er geen internationaal recht op abortus bestaat, noch dat landen een plicht hebben om dit mogelijk te maken of te financieren.[xv] Verder in 2020 oordeelde het Constitutioneel Hof van Polen dat abortus van een foetus met een aangeboren afwijking in strijd is met de Poolse grondwet,[xvi] paste Honduras begin 2021 de grondwet aan om abortus te verbieden[xvii] en voerden steeds meer staten van de Verenigde Staten van Amerika het afgelopen jaar strengere abortuswetten in.[xviii]

Interpretaties zijn juridisch niet bindend

Uit de bovengenoemde ontwikkelingen kan worden afgeleid dat, ondanks de boodschap van de VN-verdragsorganen, er geen wereldwijde consensus bestaat over een internationaal recht op abortus. Belangrijk daarbij is het feit dat de interpretaties van verdragsorganen ook juist dát zijn, interpretaties. Ze zijn niet juridisch bindend, maar de organen hebben uiteraard wel veel gezag. Vanwege dat gezag en de status van de verdragsorganen worden de interpretaties ook wel aangeduid als ‘authoritative interpretations’.
Daarentegen bestaan er wél bindende internationale regels die juist bepalen dat landen zelf over hun abortusregelgeving mogen beslissen. In de Programme of Action[xix] en de Beijing Declaration Platform for Action[xx] is namelijk afgesproken dat abortusregelgeving “can only be determined at the national or local level according to the national legislative process”. [xxi] Desondanks gebruiken onder meer het VN-Mensenrechtencomité en Amnesty International in hun documenten over seksuele rechten en seksuele gezondheid vaak gebiedend taalgebruik (“states must”) om landen op te roepen veilige abortus zo toegankelijk mogelijk te maken. Maar daarbij negeren ze de internationale regels die landen de juridische soevereiniteit geven om zelf te beslissen over hun abortuswetgeving.

Internationaal recht erkent menselijkheid ongeboren leven

Voor het vraagstuk van een internationaal abortusrecht mag ook niet uit het oog worden verloren dat het ongeboren kind een bepaalde mate van erkenning, dan wel rechtsbescherming geniet binnen het internationaal publiekrecht. Zo erkent het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten (IVBPR) het belang van de ongeborene, doordat het zwangere vrouwen uitsluit van de doodstraf.[xxii] Een keuze die was “inspired by humanitarian considerations and by consideration for the interest of the unborn child”.[xxiii] Verder erkennen ook het Verdrag inzake de rechten van het kind[xxiv] en het Oviedo Biogeneeskundeverdrag[xxv] de menselijkheid van de ongeborene. En de Verdragen van Genève bieden op basis van diverse artikelen een bijzondere bescherming aan zwangere vrouwen en hun ongeboren kind.[xxvi]

Ook op Europees niveau is de menselijkheid van de ongeborene erkend door onder meer zowel het Europees Hof voor de rechten van de Mens (EHRM) als het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJEU). Een belangrijke zaak van het EHRM is Vo. vs France.[xxvii] Het Hof oordeelde in deze zaak dat de embryo en foetus behoren tot het menselijk ras en ze bescherming verdienen uit naam van de menselijke waardigheid.[xxviii] Later in Oliver Brüstle vs. Greenpeace eV.[xxix] erkende het HvJEU de menselijkheid en de waardigheid van de ongeborene vanaf het moment van conceptie. Het Hof gaf een juridische interpretatie van het concept ‘menselijk embryo’[xxx] en oordeelde dat elke menselijke eicel, zodra het is bevrucht, beschouwt moet worden als een menselijk embryo.[xxxi]

Samenvatting

De strijd voor een internationaal recht op abortus ging ook het afgelopen jaar onverminderd door. De opvatting dat een recht op abortus valt onder het mensenrechtenrecht wordt door veel organisaties ondersteund, met de VN-Verdragsorganen voorop. Deze interpretatie is echter niet bindend. Ook blijkt uit diverse ontwikkelingen van het afgelopen jaar dat over deze interpretatie geen consensus bestaat. Tevens geniet het ongeboren menselijk leven binnen het internationaal en Europees recht een bepaalde mate van bescherming. Maar bij de huidige roep om een recht op abortus als mensenrecht worden de juridische bescherming en de belangen van het ongeboren kind volledig genegeerd.

Voetnoten

[i] Rights by Stealth, The Role of UN Human Rights Treaty Bodies in the Campaign for an International Right to Abortion, Susan Yoshihara and Douglas Sylva, p.3.

[ii] General comment No. 36 (2018) on article 6 of the International Covenant on Civil and Political Rights, on the right to life, aangenomen door het Comité tijdens de 124e sessie (8 oktober tot 2 November 2018), paragraaf 8

[iii] Elevating Rights and Choices for All: Guidance Note for Applying a Human Rights Based Approach to Programming, December 2020, p.20

[iv] Statement on the United States Decision to Again Withhold Critical Funding for UNFPA, amid Global Pandemic, 1 juli 2020,  paragraph 6

[v] Evaluation of the UNFPA Support to Family Planning (2008-2013), Volume 1, juli 2016, paragraaf 3.8.2.

[vi] Agreed conclusions van de 65e sessie van de Commission on the Status of Women, 30 maart 2021

[vii] Testimony of Kenneth Roth, Executive Director, Human Rights Watch, 10 januari 2020 bij de Commission on Unalienable Rights

[viii] Amnesty International releases updated policy on abortion, 28 september 2021

[ix] https://stirezo.nl/artikelen/argentini%C3%AB-neemt-vergaande-abortuswet-aan

[x] https://www.aljazeera.com/news/2021/5/7/ecuador-abortion-rights-victory-hailed-as-latest-in-tidal-wave;

[xi] Ontwerpverslag, over de situatie op het gebied van seksuele en reproductieve gezondheid en rechten in de EU, in verband met de gezondheid van vrouwen (2020/2215(INI))

[xii] Algemeen overleg vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport over Medische Ethiek, 15 oktober 2020

[xiii] Geneva Consensus Declaration on Promoting Women’s Health and Strengthening the Family, 22 oktober 2020 (Geneva Consensus Declaration)

[xiv] Begin februari 2021 heeft de Verenigde Staten zich weer teruggetrokken uit het verdrag, Center for Family & Human Rights

[xv] Geneva Consensus Declaration on Promoting Women’s Health and Strengthening the Family, 22 oktober 2020 (Geneva Consensus Declaration), pagina 2, tweede vinkje

[xvi] https://www.amnesty.nl/actueel/constitutioneel-hof-polen-perkt-recht-op-abortus-verder-in, 22 oktober 2020

[xvii] https://c-fam.org/friday_fax/honduras-bans-abortion-and-same-sex-marriage-over-objections-of-un-experts/

[xviii] Pro-life win: South Carolina lawmakers pass ‘heartbeat bill,’ expect governor to sign, 28 januari 2021, Louisiana’s Democrat governor signs ‘heartbeat bill’ into law, 30 mei 2019, Ohio Gov. DeWine signs ‘heartbeat bill’ as abortion groups plan lawsuit, 10 april 2019

[xix] Programme of Action adopted at the International Conference on Population and Development Cairo, 5–13 September 1994 (Programme of Action)

[xx] Beijing Declaration and Platform for Action, Adopted at the 16th plenary meeting, op de The Fourth World Conference on Women, 15 September 1995

[xxi] Programme of Action, adopted at the International Conference on Population and Development Cairo, September 1994, paragraph 8.25; Beijing Declaration and Platform for Action, September 1995, article 106 sub k

[xxii] Artikel 6 (5)

[xxiii] Draft International Covenants on Human Rights, A/2929, 1 juli 1955, par. 10, p. 85.

[xxiv] Paragraaf 9, preambule van het Verdrag inzake de rechten van het kind, 20 November 1989

[xxv]  Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de waardigheid van het menselijk wezen met betrekking tot de toepassing van de biologie en de geneeskunde: Verdrag inzake de rechten van de mens en de biogeneeskunde.

[xxvi] Artikel 14(1), 16, 23 en 38 (5), 50 (alinea 5), 89 (alinea 5) en 132 (alinea 2) Verdrag (IV) van Genève betreffende de bescherming van burgers in oorlogstijd, 12 August 1949, en 70(1), 76 (1) en (2) van Aanvullend Protocol (I) bij de Verdragen van Genève, 12 augustus 1949 betreffende de bescherming van slachtoffers van internationale gewapende conflicten van 8 juni 1977, en artikel 6 (4) Aanvullend Protocol (II) bij de Verdragen van Genève van 12 August 1949  betreffende de bescherming van slachtoffers van niet-internationale gewapende conflicten van 8 juni 1977

[xxvii] EHRCt, No. 53924/00, Vo. vs France, 2004

[xxviii] Vo. vs France,  para. 84

[xxix] C-34/10, Oliver Brüstle vs Greenpeace eV, [2011]

[xxx] Zoals bedoeld in artikel 6(2)(c) Richtlijn 98/44/EC van  6  juli  1998 betreffende  de  rechtsbescherming  van  biotechnologische  uitvindingen.

[xxxi] C-34/10, Oliver Brüstle vs Greenpeace eV., para. 35

Reacties uitgeschakeld voor De strijd voor een internationaal recht op abortus: is die al gewonnen?

Type uw zoekwoord in onderstaand veld. Druk hierna op enter/return om te zoeken

Spring naar toolbar