Duiding
Rechten van patiënten
De rechten van de patiënt liggen verankerd in diverse wetten, zoals in het Burgerlijk Wetboek (BW), boek 1: de regeling van curatele en mentorschap ten behoeve van meerderjarigen. In boek 7 BW: de overeenkomst inzake geneeskundige behandeling, zgn. de Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO). Alsook in de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz) en de Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen (WMCZ), de Wet Bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen (BOPZ) en dergelijke.
De WGBO is van deze wetten veruit de belangrijkste, omdat hierin alle rechten zijn neergelegd die van toepassing zijn op de relatie tussen arts en patiënt. Hoofdregel is dat de hulpverlener de patiënt duidelijk en desgevraagd schriftelijk inlicht (art. 448) en dat toestemming van de patiënt vereist is voor de diverse verrichtingen (art. 450), behoudens uitzonderingen op deze hoofdregel.
Met het oog op het levenseinde is van belang art. 450 lid 3. ‘de schriftelijk weigering’.
De schriftelijke weigering
De schriftelijke weigering -of wilsverklaring- conform de WGBO ziet op verklaringen over normale medische behandelingen, die de patiënt heeft afgelegd toen hij nog wilsbekwaam was, maar die eventueel gebruikt moeten worden in een situatie waarin de patiënt dat niet meer is. Gedacht kan bijvoorbeeld worden aan een non-reanimatieverklaring. Deze verklaring moet onderscheiden worden van een euthanasieverklaring. De euthanasieverklaring behelst een verzoek euthanasie te plegen, dit gaat om een strafbaar feit, mits aan de zorgvuldigheidscriteria worden voldaan conform de Wet Levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding (WtL).
Toepassing in de praktijk
Ondanks deze regeling in de WGBO, verkeren hulpverleners in de praktijk vaak in een lastig parket. Allereerst moet de hulpverlener beoordelen of de verklaring inderdaad afkomstig is van de patiënt. Vervolgens of de patient toen hij/zij de verklaring aflegde wél in staat was tot een redelijke waardering van zijn/haar belangen. Vervolgens moet de hulpverlener interpreteren wat de bedoeling was. Als de bedoeling duidelijk was, moet de hulpverlener tenslotte nog eens overwegen of hij niettemin wegens gegronde redenen van de verklaring moet afwijken. Verhelderend kan het zijn als een vertegenwoordiger c.q. vertrouwenspersoon is aangewezen in de wilsverklaring voor het geval wilsonbekwaamheid optreed. De bevoegdheid van de vertegenwoordiger is vooral geregeld in art. 465 van de WGBO. Ook zorgwensen kunnen in een wilsverklaring worden vastgelegd.
Wilsverklaring tips
Het is belangrijk dat de wilsverklaring met de huisarts wordt besproken. De arts weet dan precies wat u wilt. En hij kan vertellen wat hij voor u kan doen. Tips voor het gesprek met uw arts staan in de brochure ‘Spreek op tijd over uw levenseinde‘ van artsenorganisatie KNMG. Zie bijvoorbeeld verder ook: Koppeling naar levenswens verklaring NPV.
Wilsverklaring inzake euthanasie: Koppeling naar Kamerbrief handreiking schriftelijke wilsverklaring inzake verzoek tot euthanasie
Koppeling naar wetgeving
Wet geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO)
Zie verder ook wetgeving bij thema’s aangaande levenseinde
Jurisprudentie
Jurisprudentie volgt later