levensbeëindiging bij dementie

De rampzalige invloed van Ronald Dworkin op het Nederlandse euthanasierecht

Netherlands Journal of Legal Philosophy, 1, (2020):95-103. Auteur: Klaas Rozemond, universitair hoofddocent strafrecht aan de Vrije Universiteit Amsterdam. In zijn opvattingen over euthanasie gaat Dworkin ervan uit dat ieder mens…

Netherlands Journal of Legal Philosophy, 1, (2020):95-103.
Auteur: Klaas Rozemond, universitair hoofddocent strafrecht aan de Vrije Universiteit Amsterdam.

In zijn opvattingen over euthanasie gaat Dworkin ervan uit dat ieder mens twee soorten belangen heeft: ervaringsbelangen (experiental interests) en kritische belangen (critical interests). De ervaringsbelangen betreffen positieve ervaringen in allerlei varianten, van platvloerse spelletjes tot poëzie. De kritische belangen zijn gebaseerd op de waarden die mensen met hun verstandelijke vermogens aan hun leven toekennen. In ieder mens zit een genotselement en een rationeel element en die twee samen bepalen wat de waarde van zijn of haar leven is. Het rationele element is volgens Dworkin de beslissende instantie, omdat een mens met zijn rationele vermogens kan beoordelen wat hij of zij waardevol vindt en kan aangeven welke vormen van genot hij of zij wil ondergaan.

Het gehele artikel kunt u hier lezen.

Reacties uitgeschakeld voor De rampzalige invloed van Ronald Dworkin op het Nederlandse euthanasierecht

Hoge Raad staat euthanasie toe op mensen met vergevorderde dementie

Een arts mag euthanasie uitvoeren op iemand met een vergevorderde dementie. Hij moet daarbij wel voldoen aan alle wettelijke eisen voor de uitvoering van een euthanasie, waaronder uitzichtloos en ondraaglijk…

Een arts mag euthanasie uitvoeren op iemand met een vergevorderde dementie. Hij moet daarbij wel voldoen aan alle wettelijke eisen voor de uitvoering van een euthanasie, waaronder uitzichtloos en ondraaglijk lijden. Als hij aan de voorwaarden voldoet, is de arts niet strafbaar. Dat oordeelde de Hoge Raad 21 april 2020 in een uitspraak ‘in het belang van de wet’. De Hoge Raad gaf ook uitgangspunten voor de invulling van de zorgvuldigheidseisen in die bijzondere situatie.

De Hoge Raad merkt wel op dat als het gaat voortgeschreden dementie, de voorwaarden voor het uitvoeren van een euthanasie moeten worden ingevuld op een manier die recht doet aan de bijzonderheid van de situatie. Er moet dan in het schriftelijk verzoek specifiek worden gevraagd om euthanasie als een patiënt door voortgeschreden dementie zijn wil niet meer kan uiten. En zelfs bij een dergelijk schriftelijk verzoek, kunnen er omstandigheden zijn waardoor de arts euthanasie toch niet uitvoert. Daarbij kan het gaan om gedrag of verbale uitingen van een patiënt waaruit blijkt dat de daadwerkelijke gesteldheid van de patiënt niet overeenkomt met de in het verzoek voorziene situatie.

Euthanasie op dementerende vrouw

De zaak betrof een arts die op 22 april 2016 euthanasie uitvoerde bij een dementerende vrouw die was opgenomen in een verpleeghuis. De 74-jarige vrouw had een schriftelijke wilsverklaring  vervolgens in dwaarin stond dat zij euthanasie wilde wanneer zij wegens dementie zou worden opgenomen in een verpleeghuis en zij zelf de tijd daarvoor rijp achtte. Maar toen zij eenmaal was opgenomen, gaf de patiënte gemengde signalen over haar doodswens. Toch ging de verpleeghuisarts in goed overleg met de familie over tot euthanasie.

De uitspraak van de Hoge Raad heeft betrekking op zowel de strafzaak als de tuchtzaak tegen de arts. In de strafzaak oordeelde de rechtbank dat de arts zorgvuldig heeft gehandeld en dus niet strafbaar was. Maar het OM ging daartegen niet in beroep. Wel stelde de procureur-generaal (PG) bij de Hoge Raad in de strafzaak en de tuchtzaak een vordering tot cassatie in het belang van de wet in. Met de vordering wilde de PG de Hoge Raad in staat te stellen om richting te geven aan de rechtsontwikkeling over euthanasie. Omdat er sprake is van een cassatie in het belang van de wet, heeft de uitspraak geen rechtsgevolgen voor de betrokken partijen. De uitspraak van de eerdere rechter blijft van toepassing.

Klik hier voor de samenvatting van de uitspraak en de complete uitspraak in de strafzaak en de tuchtzaak.

 

Reacties uitgeschakeld voor Hoge Raad staat euthanasie toe op mensen met vergevorderde dementie

Huub Buijssen: “Communiceer in de werkelijkheid van dementerenden”

ND, 24 oktober 2019. Auteur: Rock Moeliker, interview. Kijk niet naar wat mensen met dementie niet meer kunnen, maar juist naar hun mogelijkheden, zegt psychogerontoloog Huub Buijssen. ‘Probeer mensen met…

ND, 24 oktober 2019. Auteur: Rock Moeliker, interview.

Kijk niet naar wat mensen met dementie niet meer kunnen, maar juist naar hun mogelijkheden, zegt psychogerontoloog Huub Buijssen. ‘Probeer mensen met dementie niet jouw werkelijkheid binnen te sleuren.

Wanneer iemand doof wordt, kun je er natuurlijk voor kiezen om harder te gaan praten. Tot praten schreeuwen wordt en zelfs dat niet meer helpt. Het zou niet de keuze van Huub Buijssen (66) zijn. Want het is helemaal niet nodig om jezelf een schorre keel te bezorgen. Een plaatje of gebaar doet vaak wonderen.

In de communicatie met mensen die aan dementie lijden, is dat niet anders. Het buitenste gedeelte van de hersenen takelt bij deze mensen af. Hier zit bijvoorbeeld het vermogen om taal te verwerken. Ga daarom geen discussie aan, want op dat moment vraag je juist iets erg lastigs. De emoties blijven echter behouden. Net als de intuïtie. Zoek daarom op dat niveau aansluiting, betoogt de psychogerontoloog (ouderenpsycholoog) in zijn onlangs verschenen boek Het hart wordt niet dement.

Lees het artikel hier verder.

Reacties uitgeschakeld voor Huub Buijssen: “Communiceer in de werkelijkheid van dementerenden”

Blijf botsende waarden zorgvuldig afwegen in het euthanasiedebat

Uit het goede leven, d.d. 18 oktober 2019. Auteurs: Stef Groenewoud is gezondheidswetenschapper en ethicus. Theo Boer is hoogleraar ethiek van de gezondheidszorg. Beide auteurs zijn betrokken bij het Moral Compass…

Uit het goede leven, d.d. 18 oktober 2019. Auteurs: Stef Groenewoud is gezondheidswetenschapper en ethicus. Theo Boer is hoogleraar ethiek van de gezondheidszorg. Beide auteurs zijn betrokken bij het Moral Compass Project van de PThU.

In het euthanasiedebat krijgt steeds vaker één ethische waarde voorrang boven andere, stellen de twee ethici.

In het voorjaar van 2014 gaf Harvard-hoogleraar Michael Sandel in Utrecht een college ter gelegenheid van het eredoctoraat dat hij een dag eerder aan de Universiteit aldaar had ontvangen. Het thema: ‘Moraliteit en de rol van de overheid’. De vraag stond centraal of burgers volledig vrij moeten zijn om te handelen naar eigen inzicht, of dat er aan die handelingsvrijheid bepaalde grenzen zijn.

Zie hier voor het gehele artikel.

Reacties uitgeschakeld voor Blijf botsende waarden zorgvuldig afwegen in het euthanasiedebat

Wel of geen euthanasie? U als dokter mag het uitzoeken

Trouw 28 september 2019: Auteur: Martin Buijsen  hoogleraar gezondheidsrecht aan de Erasmus Universiteit Rond euthanasie mag de rechter klare wijn schenken. Van artsen verwachten we nog meer. Martin Buijsen, hoogleraar gezondheidsrecht…

Trouw 28 september 2019: Auteur: Martin Buijsen  hoogleraar gezondheidsrecht aan de Erasmus Universiteit

Rond euthanasie mag de rechter klare wijn schenken. Van artsen verwachten we nog meer. Martin Buijsen, hoogleraar gezondheidsrecht aan de Erasmus Universiteit, tast met een denkexperiment af of dat wel reëel is.

Wat kunnen wij en wat mógen wij eigenlijk van onze artsen verlangen? Die vragen dringen zich op nu voor het eerst sinds de inwerkingtreding van de Euthanasiewet in 2002 een arts strafrechtelijk ter verantwoording is geroepen. Deze verpleeghuisarts was in 2016 tot euthanasie overgegaan bij een ernstig demente vrouw (74), die eerder haar wensen in een schriftelijke wilsverklaring had vastgelegd.

Lees het gehele artikel hier

Reacties uitgeschakeld voor Wel of geen euthanasie? U als dokter mag het uitzoeken

OM naar de Hoge Raad in euthanasiezaak

Openbaar Ministerie, 26 september 2019. Het Openbaar Ministerie heeft de Procureur-Generaal bij de Hoge Raad verzocht om cassatie in het belang der wet in te stellen in de zaak van…

Openbaar Ministerie, 26 september 2019.

Het Openbaar Ministerie heeft de Procureur-Generaal bij de Hoge Raad verzocht om cassatie in het belang der wet in te stellen in de zaak van de verpleeghuisarts die onlangs voor de rechtbank in Den Haag terecht stond in een euthanasiezaak. De PG heeft positief op dit verzoek gereageerd. Hiermee wordt de stap van het hoger beroep overgeslagen.

Dit betekent dat de PG bij de Hoge Raad rechtsvragen kan stellen aan de Hoge Raad, waar de Hoge Raad zich over zal kunnen uitspreken. Het voordeel hiervan voor de verpleeghuisarts is dat een eventueel ander oordeel van de Hoge Raad voor haar geen gevolgen meer zal hebben,  haar zaak is hiermee tot een definitief einde gekomen.
Reacties uitgeschakeld voor OM naar de Hoge Raad in euthanasiezaak

Specialist ouderengeneeskunde ontslagen van alle rechtsvervolging

Rechtbank den Haag, 11 september 2019 Inleiding In deze zaak gaat het, kort gezegd, om het feit dat de verdachte, destijds specialist ouderengeneeskunde, het leven van een 74-jarige demente vrouw…

Rechtbank den Haag, 11 september 2019

Inleiding

In deze zaak gaat het, kort gezegd, om het feit dat de verdachte, destijds specialist ouderengeneeskunde, het leven van een 74-jarige demente vrouw (hierna ook: patiënte) heeft beëindigd.

Dat feit is primair tenlastegelegd als levensbeëindiging op verzoek, subsidiair als moord althans doodslag.

De rechtbank beseft heel goed dat euthanasie en hulp bij zelfdoding onderwerpen zijn die gevoelig liggen en dat, al dan niet ingegeven door religieuze, morele, ethische en/of professionele overtuigingen, over de toelaatbaarheid daarvan in de samenleving heel verschillend wordt gedacht. Dat is in het bijzonder het geval wanneer, zoals in deze zaak, sprake is van levensbeëindiging van een diep demente patiënte.

Die verschillen van inzicht zijn er tot op de dag van vandaag, ondanks de na uitgebreide maatschappelijke en parlementaire discussie in 2001 tot stand gekomen en op 1 april 2002 in werking getreden Wtl. Die wet sluit, zoals de rechtbank ook hierna nog zal uitleggen, euthanasie op demente personen niet uit. Maar die wet betekent niet dat iemand die er om vraagt ook een recht op euthanasie of hulp bij zelfdoding heeft. Die wet betekent evenmin dat een arts verplicht is of kan worden aan een verzoek om euthanasie of hulp bij zelfdoding gehoor te geven.

De rechtbank moet in deze zaak beoordelen of de patiënte een uitdrukkelijk en ernstig verlangen had om haar leven te laten beëindigen. Als die vraag met “nee” wordt beantwoord, moet de rechtbank het subsidiair tenlastegelegde verwijt van moord althans doodslag beoordelen. Als die vraag met “ja” wordt beantwoord, moet de rechtbank nagaan of de verdachte zich bij de levensbeëindiging heeft gehouden aan alle zorgvuldigheidseisen van de Wtl en of zij de levensbeëindiging heeft gemeld bij de gemeentelijke lijkschouwer. Als de verdachte aan dat alles heeft voldaan moet dat leiden tot het oordeel dat het feit niet strafbaar is.

Uitspraak van de rechter

De specialist ouderengeneeskunde die verdacht werd van onzorgvuldige euthanasie op een demente patiënte is ontslagen van alle rechtsvervolging. De rechtbank Den Haag vindt bewezen dat de arts het leven van de patiënte op haar uitdrukkelijk en ernstig verlangen heeft beëindigd door toediening van euthanatica. Hierbij heeft zij zich gehouden aan alle zorgvuldigheidseisen van de ‘Wet toezicht levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding’(Euthanasiewet).

Dementieclausules en wilsbekwaamheid

In oktober 2012 hoorde de patiënte dat zij dementie type Alzheimer had. Kort daarna heeft zij een schriftelijk euthanasieverzoek getekend. Bij dat verzoek zat ook een dementieclausule. In januari 2015 heeft de patiënte een herziene dementieclausule getekend. Uit die dementieclausules blijkt dat de patiënte bij vergevorderde dementie beslist niet in een verpleeghuis wilde worden opgenomen. De patiënte sprak regelmatig met haar huisarts en geriater over de dementieclausules. Zowel de huisarts als de geriater waren van mening dat de patiënte wilsbekwaam was toen zij de euthanasieverklaring en dementieclausules tekende. Ook besprak zij vaak en jarenlang haar euthanasiewens met haar echtgenoot en dochter.

Wilsonbekwaam

Halverwege 2015 ging de patiënte hard achteruit en in januari 2016 was zij voor het laatst bij de huisarts. Deze stelde vast dat mevrouw niet meer wist wat het woord euthanasie betekende. Ze was toen niet meer wilsbekwaam. Begin 2016 werd ze opgenomen in het verpleeghuis waar de arts toen nog als specialist ouderengeneeskunde werkte. De arts hoorde van de echtgenoot van de patiënte dat er een wilsverklaring was en onderzocht of het mogelijk was op basis van die verklaring euthanasie te plegen. Zij nam het medisch dossier door en sprak met de huisarts, echtgenoot en dochter. Ze overlegde met het behandelteam in het verpleeghuis, de psycholoog van de patiënte en met een consulent van de levenseindekliniek. Ze had ook contact met de patiënte, is gesprekken met haar aangegaan en heeft haar meermalen en ook langdurig geobserveerd. De echtgenoot en dochter hebben toestemming gegeven om opnamen van de patiënte te maken en ook die heeft de verdachte bekeken.

Alle wettelijke eisen

Het beeld dat uit al die observaties en gesprekken naar voren kwam was een diep demente, wilsonbekwame mevrouw die een enorme ontluistering van haar persoon had doorgemaakt en nog steeds doormaakte. Medicijnen om haar toestand wat te verlichten hielpen niet. De verdachte heeft over de toestand van patiënte ook nog het oordeel van twee onafhankelijke artsen ingewonnen, namelijk een psychiater die ook SCEN-arts was en een SCEN-arts, die internist was. Zij hebben, na contact met en observatie van de patiënte, geoordeeld dat het euthanasieverzoek van de patiënte aan alle wettelijke eisen voldeed. Op 22 april 2016 heeft de verdachte het leven van de patiënte door toediening van euthanatica beëindigd en dat ook aan de gemeentelijke lijkschouwer gemeld.

Juridische aspecten

In 2019 oordeelde het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg dat de verdachte niet aan alle zorgvuldigheidseisen van de Euthanasiewet had voldaan. Zij kreeg daarvoor de maatregel van waarschuwing opgelegd. De tuchtrechter gaat echter over medisch-professioneel handelen en in deze zaak zijn juist belangrijke juridische aspecten aan de orde. De belangrijkste vraag die de officier van justitie beantwoord wilde zien was door de tuchtrechter niet beantwoord; heeft de arts de plicht om de actuele levens- of stervenswens van een wilsonbekwame, diep demente patiënte te verifiëren om te kunnen spreken van een vrijwillig, weloverwogen verzoek tot euthanasie?

Niet strafbaar

De rechtbank is van oordeel dat de arts de actuele stervenswens niet hoefde te verifiëren. De patiënte was diep dement en volledig wilsonbekwaam. Het gebruik van premedicatie was besproken met de familie en artsen en was in dit geval niet onzorgvuldig. Het bewezenverklaarde feit is niet strafbaar en de arts wordt van alle rechtsvervolging ontslagen.

 

Zie hier voor meer informatie over het onderzoek van de terechtzitting

Reacties uitgeschakeld voor Specialist ouderengeneeskunde ontslagen van alle rechtsvervolging

Artsen melden niet altijd alle feiten over euthanasie

ND 11 april 2019, door Gerard Beverdam. De commissies die meldingen van euthanasie beoordelen, krijgen soms niet alle relevante feiten aangereikt. Daarom moeten zij in gevallen waarin wordt getwijfeld over…

ND 11 april 2019, door Gerard Beverdam.

De commissies die meldingen van euthanasie beoordelen, krijgen soms niet alle relevante feiten aangereikt. Daarom moeten zij in gevallen waarin wordt getwijfeld over de zorgvuldigheid, indringender vragen stellen aan de betrokken arts.

Den Haag

Dat schrijft Jacob Kohnstamm, voorzitter van de Regionale Toetsingscommissies Euthanasie (RTE), in het jaarverslag over 2018. Hij gaat daarmee in op de strafrechtelijke onderzoeken die het Openbaar Ministerie (OM) doet naar een aantal euthanasiezaken. Volgens Kohnstamm zijn bij onderzoeken van het OM in enkele gevallen ‘andere en soms nieuwe feiten naar voren gekomen’. Hij wijst erop dat het OM een betrokken arts als verdachte hoort, en dat er ook familieleden van de overleden patiënt onder ede kunnen worden gehoord. ‘Niet uit te sluiten valt, dat er ten gevolge daarvan feiten naar voren komen die in het gesprek tussen de arts en de toetsingscommissies niet boven water zijn gekomen.’

Uit het jaarverslag blijkt dat het OM in twee van de vier strafrechtelijke onderzoeken naar euthanasiezaken uit 2017 die niet volgens de regels waren verlopen, de zaak heeft geseponeerd. Dat betekent dat de arts die de euthanasie meldde, niet verder wordt vervolgd. Kohnstamm trekt uit de inhoud van de twee geseponeerde zaken de conclusie dat, als een arts door een toetsingscommissie wordt uitgenodigd voor een gesprek, de commissieleden zich ‘vasthoudender moeten opstellen om de relevante feiten en omstandigheden boven water te krijgen’.

Kritischer

Het Openbaar Ministerie stelt zich de laatste tijd kritischer op in euthanasiezaken die door de toetsingscommissies als ‘niet zorgvuldig’ zijn beoordeeld. Sinds de invoering van de Euthanasiewet kwam het nog nooit tot daadwerkelijke vervolging, maar ten minste één zaak wordt nu voor de rechter gebracht. Een specialist ­ouderengeneeskunde moet nog voor de rechter verschijnen, omdat zij in 2017 euthanasie verleende aan een demente vrouw die haar verzoek niet mondeling kon bevestigen. Het was onduidelijk of de vrouw ondraaglijk leed, en de schriftelijke wilsverklaring van de betrokken patiënte was ook onduidelijk.

In het jaarverslag noemt Kohnstamm de toetsing van euthanasiezaken voor de betrokken artsen ‘spanningsvol’, zeker als het OM eraan te pas komt. Toch benadrukt de RTE-voorzitter dat er voor artsen geen reden is voor grote bezorgdheid, omdat verreweg de meeste euthanasiezaken door de RTE als zorgvuldig worden beoordeeld.

In 2018 is het aantal meldingen van euthanasie iets teruggelopen, blijkt uit het jaarverslag. Er kwamen 6126 meldingen binnen, tegen 6585 in 2017. In zes zaken die in 2018 werden gemeld, vonden de RTE dat niet volgens alle zorgvuldigheidseisen was gehandeld. In vijf van deze zaken is door het OM intussen besloten dat er toch geen strafvervolging komt.

Minister Hugo de Jonge (Volksgezondheid) heeft eerder al opdracht gegeven voor een onderzoek naar de stijging van het aantal euthanasiezaken in de jaren tot en met 2017, en in dit onderzoek wordt nu ook de daling uit 2018 meegenomen. Voor de zomer verwacht de bewindsman de uitkomsten. <

 

 

Reacties uitgeschakeld voor Artsen melden niet altijd alle feiten over euthanasie

Verpleeghuisarts vervolgd voor euthanasie bij demente vrouw

Openbaar Ministerie, 9 november 2018. Een verpleeghuisarts die in april 2016 euthanasie uitvoerde bij een 74-jarige demente en wilsonbekwame vrouw, wordt vervolgd. Het College van procureurs-generaal heeft dit besloten op basis van…

Openbaar Ministerie, 9 november 2018.

Een verpleeghuisarts die in april 2016 euthanasie uitvoerde bij een 74-jarige demente en wilsonbekwame vrouw, wordt vervolgd. Het College van procureurs-generaal heeft dit besloten op basis van strafrechtelijk onderzoek. Het is de eerste keer dat het Openbaar Ministerie (OM) een arts vervolgt voor euthanasie sinds de invoering van de Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding in 2002. In deze zaak spelen belangrijke rechtsvragen over de levensbeëindiging van dementerenden. Om deze vragen beantwoord te krijgen, legt het OM deze specifieke kwestie nu aan de rechter voor.

De Regionale Toetsingscommissies Euthanasie (RTE) concludeerde begin 2017 dat de arts in deze zaak niet zorgvuldig heeft gehandeld. Volgens de RTE had de vrouw enkele jaren voor haar opname in het verzorgingstehuis een wilsverklaring opgesteld, maar was die onduidelijk en tegenstrijdig. Ook heeft de arts volgens de RTE een grens overschreden bij de uitvoering van de euthanasie. De RTE stuurde de zaak zoals gebruikelijk bij een oordeel ‘onzorgvuldig’ door naar het OM voor een strafrechtelijke beoordeling.

Het College concludeerde in september 2017 dat er dusdanige verdenkingen waren ten aanzien van het zorgvuldig handelen van de arts dat nader strafrechtelijk onderzoek nodig was. Dat onderzoek is uitgevoerd door een officier van justitie van parket Den Haag, omdat het verpleeghuis waar de vrouw verbleef, gevestigd is binnen dit arrondissement. Na uitvoerig onderzoek is ook de officier van justitie tot het oordeel gekomen dat de verpleeghuisarts niet heeft gehandeld volgens de wettelijke normen. Het OM vindt het belangrijk dat de rechter beoordeelt of de arts mocht vertrouwen op de wilsverklaring van de vrouw. Daarnaast verwijt het OM de arts dat deze zonder dit bij de vrouw te verifiëren ervan uitging dat de vrouw nog steeds dood wilde. De vrouw had weliswaar regelmatig gezegd te willen sterven, maar had ook verschillende keren gezegd niet dood te willen. Naar het oordeel van het OM had de arts bij de vrouw moeten nagaan of zij nog steeds een doodswens had door dit met haar te bespreken. Dat zij inmiddels dement was geworden doet hieraan niet af, omdat de wet, volgens het OM, ook in zo’n situatie van de arts verlangt dat het euthanasieverzoek wordt geverifieerd. Deze twee rechtsvragen over de levensbeëindiging van dementerenden, rechtvaardigen dat deze zaak aan de strafrechter wordt voorgelegd.

Wanneer de zaak door de rechtbank Den Haag wordt behandeld, is nog niet bekend.

Het OM verwacht binnen enkele weken uitsluitsel te geven over andere strafrechtelijke onderzoeken naar mogelijk strafbare euthanasie. Op dit moment lopen er nog twee strafrechtelijke onderzoeken bij parket Noord-Holland. In twee andere euthanasiezaken waarin een strafrechtelijk onderzoek was ingesteld, heeft het College recent besloten deze zaken te seponeren.

 

Reacties uitgeschakeld voor Verpleeghuisarts vervolgd voor euthanasie bij demente vrouw

Nota Medische ethiek van ministerie VWS en debat TK

Rijksoverheid. Auteur: minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Hugo de Jonge. Minister De Jonge (VWS) informeert de Tweede Kamer hoe het kabinet de komende jaren zal omgaan met medisch-ethische vragen en wat…

Rijksoverheid.

Auteur: minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Hugo de Jonge.

Minister De Jonge (VWS) informeert de Tweede Kamer hoe het kabinet de komende jaren zal omgaan met medisch-ethische vragen en wat het kabinet op dit gebied wil bereiken.

Hij schrijft in de inleiding van zijn nota als volgt. “Met grote regelmaat is er maatschappelijke aandacht voor medisch-ethische vraagstukken. In het publieke debat leven vragen rondom zwangerschap en geboorte, het doen van medisch-wetenschappelijk onderzoek of het maken van keuzes over zorg rondom het levenseinde. Ethische kwesties raken aan de kern van wie we zijn en waar we voor staan. In de samenleving bestaan op medisch-ethisch gebied verschillende opvattingen. Het maken van keuzes over deze vraagstukken is daardoor geen eenvoudige opgave. Juist daarom is een goede dialoog met elkaar van belang. Door uit te gaan van gedeelde waarden en respect te hebben voor de gezichtspunten van een ander, meent dit kabinet een goed gesprek over ethische vraagstukken te kunnen voeren en wellicht (een deel van) de verschillen te kunnen overbruggen. Voor alle partijen zijn een goede volksgezondheid en gezondheidszorg van belang.

De ontwikkeling van de geneeskunde wordt gevoed door wetenschappelijk onderzoek en technologische innovaties en beoogt te resulteren in nieuwe diagnostiek en behandelmogelijkheden, preventie en genezing van ziektes, mogelijkheden om lijden te verlichten, of meer patiëntgerichte zorg. Dat neemt niet weg dat de opvattingen over de precieze invulling van die zorg of wetenschap
uiteen kunnen lopen. Wanneer bij besluitvorming over deze onderwerpen medisch-ethische overwegingen een rol spelen, is bestaande wet- en regelgeving het uitgangspunt, zoals afgesproken in het regeerakkoord.

Het doel van dit kabinet is om bij medisch-ethische vraagstukken te komen tot beleid dat kan rekenen op breed draagvlak binnen onze samenleving, dat aansluit bij ons moreel kompas. Om bij beleidsveranderingen een antwoord te vinden op de vraag welke ruimte wenselijk en aanvaardbaar is, zijn daartoe in het regeerakkoord drie vragen opgenomen, die het uitgangspunt vormen voor het maken van keuzes en daarmee voor de standpunten van dit kabinet. Allereerst zal de vraag naar de medisch-wetenschappelijke noodzaak moeten worden gesteld.
Zijn er toereikende alternatieven die geen of een minder vergaande verruiming van de beleidsruimte behoeven? Als tweede is er de vraag naar de medisch-ethische dimensie, waarbij niet alleen wetenschappelijke belangen worden gewogen, maar waarbij ook ethische bezinning bij wetenschappers en zorgprofessionals een rol speelt. Het regeerakkoord verwijst daarbij naar het
zwaarwegende belang van adviezen van de Gezondheidsraad en andere adviesorganen, alsmede de Raad van State. Tot slot is van belang dat er maatschappelijke discussie en politieke bezinning heeft plaatsgevonden.

In deze nota werkt de Minister verder uit hoe het kabinet hieraan verder invulling wil geven. Vervolgens gaat hij in op de diverse concrete beleidsvraagstukken en schetst hij de richting waarin het kabinet de komende jaren zal gaan. Hij doet dat aan de hand van drie overkoepelende thema’s:

1) vraagstukken rond het begin van het leven;

2) medisch-wetenschappelijk onderzoek en technologie;

3) vraagstukken rond het einde van het leven.

 

Zie “Nota medische ethiek, d.d. 6 juli 2018”

Zie ook het verslag van het algemeen overleg in de Tweede Kamer, gehouden op 6 september 2018, over Medische ethiek/ Afbreking zwangerschap/ Euthanasie (te downloaden op de website van de Tweede Kamer Der Staten- Generaal.

 

 

 

 

 

 

Reacties uitgeschakeld voor Nota Medische ethiek van ministerie VWS en debat TK

Type uw zoekwoord in onderstaand veld. Druk hierna op enter/return om te zoeken

Spring naar toolbar