PVH 12e

jaargang – 2005 nr. 4, p. 107 – 108 

Terri Schiavo:

een ethische analyse

Dr

Th.A. Boer

Universitair Docent christelijke ethiek aan de Theologische Faculteit

van de Universiteit Utrecht en medewerker bij het Ethiek Instituut aldaar.

In

de afgelopen maanden zijn er veel ethische visies
gegeven op de bekende casus Schiavo. Terri Schiavo
verkeerde na een hartaanval
vele jaren in een persistente vegetatieve toestand.
In die tijd had haar man de visie gekregen dat de
kunstmatige voeding, die
haar in leven hield, moest worden gestaakt. Hoewel
hij haar bewindvoerder was, vochten Schiavo’s ouders
die visie aan. De gemoederen liepen
ongekend hoog op. De mensen die de sondevoeding wensten
te staken, werden moordenaars genoemd met zo’n dédain
voor het menselijk leven dat ook andere mensen straks
hun leven niet meer zeker
zouden zijn. Omgekeerd kregen degenen die mevrouw
Schiavo in leven wilden houden, te horen dat zij
ondemocratisch en wreed
waren. Voor zowel voor- als tegenstanders stond er
meer op het spel dan het leven van één vrouw. Twee
werelden stonden tegenover elkaar en het was bijna
onmogelijk om de casus
als casus te bekijken. De rechtszaak kwam tot in
het Amerikaanse hooggerechtshof. President Bush maakte,
met het doel om Schiavo’s
leven te kunnen redden, een extra noodwet. Uiteindelijk
viel de beslissing: de artsen mochten het verzoek
van Schiavo’s echtgenoot
inwilligen en de sondevoeding staken. Enkele dagen
later overleed Schiavo, uitgerekend in de week waarin
Paus Johannes Paulus II,
groot tegenstander van het laten sterven van Schiavo,
overleed. Velen blijven ook achteraf nog in verwarring.
Heeft de humaniteit
gezegevierd? Of is moord nu zelfs een door het Hooggerechtshof
gesanctioneerde daad?

1.

DE SONDEVOEDING STAKEN?

Laten

we de casus om te beginnen sec proberen
te bekijken, om dan vervolgens de
maatschappelijke dimensies die het
conflict heeft gekregen,
te bezien. Kenmerkend voor deze casus
is dat deze een veelheid van morele
overwegingen oproept. Voorstanders
van het staken
van
de sondevoeding wezen op de volgende
argumenten:

P11

Volgens
veel religies en mensenrechtsbeginselen
mogen we weliswaar mensen
niet doden maar we hoeven
ze ook niet tegen elke prijs
in leven te houden.
P2
Er is jaren
afgewacht of Schiavo misschien
toch weer bij bewustzijn
zou komen; van verachting
voor haar leven of een lichtzinnig
besluit om haar te laten
doodgaan is dus geen sprake.
P3
Verlangen
velen tegenwoordig niet naar
een wat ‘natuurlijker
geneeskunde’? Zonder kunstmatige voeding was Schiavo
al lang overleden. Haar overlijden
is in zekere zin iets natuurlijks.
P4
Schiavo
heeft ooit de wens uitgesproken
om nooit in een persistente
vegetatieve toestand
in leven te worden gehouden.
Als zulke wensen niet worden
gerespecteerd, welke rechten
hebben patiënten dan nog?
P5
Juridisch
gesproken was Schiavo’s echtgenoot
verantwoordelijk. We mogen
het met zijn beslissing
oneens zijn, maar
zo is het om goede
redenen nu eenmaal
geregeld.
P6
Schiavo
kon waarschijnlijk geen enkel
contact met de buitenwereld
onderhouden.
P7
De medische
wetenschap heeft altijd het
adagium ‘in dubio abstine’ gehuldigd:
als er twijfel is aan het
nut of de moraliteit
van een behandeling,
niet doen! De behandeling
van Terri Schiavo
is een voorbeeld
van een casus waarin
twijfels aan de zinvolheid bestaan.
Al deze argumenten
zijn niet noodzakelijk helemaal waar (of ze zijn
waar maar er zitten addertjes onder het gras)
en misschien leiden ze niet voor ieder noodzakelijk
tot de conclusie: de stekker eruit. Maar het zijn wel argumenten die
er toe doen. Degenen die vonden dat zij moest sterven, waren niet
dom of slecht.

2.

NIET STAKEN?

Omgekeerd hebben ook de tegenstanders

van het staken van de toediening
van kunstmatige voeding goede argumenten:

C1

Misschien
dat Schiavo toch nog een
vorm van bewustzijn heeft.
We kunnen het niet voor 100%
uitsluiten. Gezien die onzekerheid
moeten we kiezen voor de
veiligste weg. Beter dat
we iemand ten onrechte in
leven houden dan dat we iemand
ten onrechte dood laten gaan,
want dat zou daarmee doodslag
zijn.
C2
Zij maakt
niet de indruk dat ze lijdt,
dus om kwaliteit-van-leven
overwegingen hoeft zij niet
te sterven.
C3
Schiavo’s
eventuele dood is voor de
ouders een diep verdriet
dat door voortgezette voeding
voorkomen kan worden.
C4
Dat de ouders
zo van haar houden en haar
dood niet kunnen aanzien,
is een indicatie dat Schiavo
er als persoon nog wel degelijk
is.2
C5
Een lichaam
dat leeft, voed je. Het gaat
hier helemaal niet
om een medische behandeling maar om verzorging. Bij een
twijfelachtige
medische behandeling mag
of moet je inderdaad
abstineren. Maar twijfelachtig voeden bestaat niet.
C6
Het vellen
van een oordeel over het
in leven laten van
een patiënt
komt ons mensen niet toe,
dus ook de artsen of de man van Schiavo niet.
C7
De beslissing
tot het laten sterven van
Schiavo ondermijnt
onze morele reserve
tegen de dood: vandaag Schiavo, morgen misschien
andere categorieën patiënten?
Ook met deze
argumenten hoef je het niet eens te zijn, maar ze
zijn wel relevant. Zowel voor- als tegenstanders
hebben dus een punt. En het interessante
is: beide
kampen zullen, als je ze diep in hun hart kijkt, de argumenten van de
tegenstander voor een groot deel kunnen meemaken. Eén absolute waarheid,
hoe zwaar ook te verkroppen, is hier moeilijk te ontdekken.

3.

PLURALISME

Zijn

we hiermee dus in het morele subjectivisme
aangekomen – de visie dat morele
waarheid niet bestaat oftewel geheel
persoonsgebonden is? Nee. Want hoewel
we hebben geconstateerd
dat er meerdere goede antwoorden
kunnen zijn die elkaar tegenspreken,
zijn er wel
degelijk foute antwoorden.3 Stel
je de verkiezing tot beste voetballer
van het jaar voor.
Is de beste voetballer de speler
met de meeste doelpunten? Die met
de meeste wedstrijden?
Met het meeste balbezit? De speler
met de grootste teamgeest of de beste
leiderskwaliteiten? Afhankelijk van
onze keuze van deze
stuk
voor stuk plausibele criteria zullen
we de ene of de andere voetballer
voordragen. Maar hoewel op de vraag: ‘Wie
is de beste voetballer?’ dus meerdere
antwoorden mogelijk zijn, is één
ding wel duidelijk: de meeste Nederlanders
(waaronder ikzelf en waarschijnlijk
ook u als lezer) zijn in elk geval
geen kandidaat.
Pluralisme betekent dus dat er verschillende
antwoorden mogelijk zijn, maar ook
dat bepaalde antwoorden pertinent
fout zijn.
In het geval van Schiavo zou zo’n
fout antwoord bijvoorbeeld zijn: ‘Wij
moeten haar laten sterven omdat de
zorg aan haar te duur is’, ‘Zij
moet sterven omdat wij haar organen
voor transplantatie nodig hebben’, ‘Zij
moet sterven omdat meer dan 50% van
de bevolking dat wil’, ‘Zij
moet sterven omdat haar man dan eindelijk
de
levensverzekering kan opstrijken’, ‘zij
moet sterven omdat zij niet autonoom
genoeg meer is’ of, omgekeerd: ‘Zij
moet blijven leven omdat Bush daarmee
zijn politieke draagvlak vergroot’ of ‘Zij
moet blijven leven omdat we daarmee
ons inzicht in het verloop van een
persistente vegetatieve toestand
kunnen vergroten’.

4.

BEDENKELIJKE DISCUSSIE

In

de discussie rondom Schiavo zijn
er naar mijn mening twee bedenkelijke
ontwikkelingen geweest. Ten eerste
is het dilemma
sterk
gepolitiseerd. Zowel voor- als tegenstanders
van sondevoeding maakten de casus
Schiavo tot een paradigma voor hoe
het er in Amerika
met de kwaliteit van de samenleving
als geheel voor stond. Het is onduidelijk
waarom
nu juist de casus Schiavo zo is verpolitiseerd.
Dagelijks worden er, met name in
de gezondheidszorg, beslissingen
over leven en dood genomen.
Vast en zeker zitten daar soms bedenkelijke
beslissingen bij. Elk van die keuzen
kan, als je ze tot inzet van een
maatschappelijke discussie maakt,
waarschijnlijk tot
een
vergelijkbare consternatie zorgen.
Gelukkig is dat niet zo. De casus
Schiavo is door
bepaalde omstandigheden – de onenigheid
tussen ouders en (ex-)echtgenoot
die door de rechter moest worden
beslist – tot
een soort nationale soap geworden.
Dat doet geen recht aan de privacy
van de direct
betrokkenen, het impliceert geen
achting voor Terri Schiavo zelf,
en het maakt iets
tot een politiek vraagstuk wat het
niet is.4
Ten tweede: voor- en tegenstanders
van doorgaan met voedseltoediening
leken het helaas hierover eens:
de ‘anderen’ zijn
veelal slecht en gewetenloos en hun
visie leidt tot een nog verdergaand
moreel verval.
Een dergelijke simplificering van
de moraal is onterecht. Naar mijn
mening moeten we
er meer dan tot dusverre rekening
mee houden dat sommige situaties,
welke kant je ook
op kiest, problematisch blijven.
Het was wenselijk geweest als de
partijen de goede
trouw van de tegenpartij en de plausibiliteit
van hun argumenten beter hadden ingezien.
Dat alles wil niet zeggen dat er
geen goed en kwaad meer is. Ik kan
het partiële gelijk van mijn tegenstander
inzien, maar toch van mening zijn
dat hij het heel verkeerd heeft.
In de casus Schiavo
neig ik, omwille van het ‘veiligheidsargument’ (C1)
naar de visie dat de sondevoeding
voortgezet had moeten worden. Maar
het betekent omgekeerd
ook dat ik, wanneer ik een duidelijk
omlijnde visie heb, altijd moet beseffen
dat ik
het misschien, heel misschien, toch
wel verkeerd heb.

NOTEN

1.
De
aanduidingen ‘P1’ resp. ‘C1’ betekenen
voluit ‘Pro-argument 1’ resp. ‘Contra-argument
1’.
2.
Een
artikel van Stanley Hauerwas draagt de titel: ‘Must
a Patient be a Person to Be a Patient? Or, My Uncle Sam is Not
Much of a Person but He is Still My Uncle Charlie’, Connecticut
Medicine 39 (December 1975).
3.
Dit
idee is gebaseerd op het artikel van Susan Wolf, Susan Wolf, ‘Two
levels of Pluralism’, Ethics 102 (1992), 785-798.
4.
Overigens is, zoveel is wel duidelijk, de uitspraak van het
Hooggerechtshof wel relevant voor toekomstige jurisprudentie.
Je zou dat, afhankelijk van je visie op de uitspraak, het nuttige
of schadelijke effect van deze discussie kunnen noemen.

 

* *

* * * 

 

 

Vandaag is het

Meest recente wijziging
18 June, 2015 10:01