Door: mr. Marie-Thérèse Hengst.
Mw. Hengst is jurist internationaal en Europees recht en redacteur bij Pro Vita Humana

Geüpdate: 5 september 2019

Samenvatting

Men spreekt vaak van het ‘recht op abortus’ als onderdeel van reproductieve rechten. Dit gebeurt zo vaak, dat men het – begrijpelijkerwijs – voor waar aanneemt. Echter, een juridisch recht op abortus bestaat niet. In dit artikel zet ik uiteen wat dan wel de juridische status van abortus is binnen het Nederlands recht, het Europese mensenrechtenrecht en het internationaal publiekrecht.

Summary

We often hear about the ‘right to abortion’. These words are so often used and many times in the context of reproductive rights, that it is understandable that the public takes it to be truth. However, a legal right to abortion does not exist. In this article I will explain what legal status abortion does have in Dutch law, European human rights law and public international law.

Inleiding

Men spreekt vaak van het ‘recht op abortus’ als onderdeel van reproductieve rechten. Dit gebeurt zo vaak, dat men het – begrijpelijkerwijs – voor waar aanneemt. Maar een juridisch recht op abortus bestaat niet. Wat dan wel de juridische status van abortus is, leg ik uit in dit artikel. Daarbij kijk ik naar het Nederlands recht, het Europese mensenrechtenrecht en het internationaal publiekrecht.

 Nederlands recht

Binnen het Nederlands recht bestaat er geen recht op abortus. Sterker nog, abortus is in beginsel nog steeds strafbaar.[1] Wel geldt er een uitzondering op deze strafbaarheid bij een ‘noodsituatie’.[2]  Al legt de wetgever niet uit wat een ‘noodsituatie’ precies is. Intussen vinden er jaarlijks meer dan 30.000 abortussen[3] plaats en heeft de samenleving de abortuspraktijk geaccepteerd. Dit maakt de uitzondering op de strafbaarheid van abortus in praktijk meer een hoofdregel.

Europees recht

Op grond van het Europees mensenrechtenrecht bestaat er eveneens geen recht op abortus.[4] Wel erkende het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) de menselijkheid van de ongeborene. Daarbij ging het om artikel 2 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). Dat artikel gaat over het recht op leven en het was de vraag of dat recht ook geldt voor ongeborenen.

Het EHRM liet de beantwoording van die vraag aan de lidstaten over, maar zelf sloot het de ongeborene niet uit van dit artikel toen het zei:

“that it is neither desirable, nor even possible as matters stand, to answer in the abstract the question whether the unborn child is a person for the purposes of Article 2 of the Convention.”[5]

Tevens erkende het de menselijkheid van de ongeborene die bescherming verdient:

“it may be regarded as common ground between States that the embryo/foetus belongs to the human race”[6] en dat het daarom, “require[s] protection in the name of human dignity.”[7]

Een van de rechters[8] in dezelfde zaak voegde daar in een aparte uitspraak aan toe dat, als artikel 2 helemaal niet kan worden toegepast, het dan überhaupt geen zin heeft de bescherming van het ongeboren kind op basis van dat artikel te onderzoeken:

“Had Article 2 been considered to be entirely inapplicable, there would have been no point—and this applies to the present case also—in examining the question of foetal protection and the possible violation of Article 2, or in using this reasoning to find that there had been no violation of that provision.”[9]

Het Hof zei wel dat landen gedwongen en pijnlijke abortussen moeten voorkomen. Ze zijn dus niet helemaal vrij in hun abortuswetgeving en moeten betrokken belangen en rechten tegen elkaar afwegen. Ook moet een land dat abortus toestaat, zorgen voor een coherente abortuswetgeving die rekening houdt met de verschillende belangen op een manier die in lijn is met het EVRM.[10]

Internationaal recht

Evenmin bestaat er op grond van het internationaal publiekrecht een recht op abortus.[11] Binnen dit rechtsgebied scharen velen abortus in de categorie reproductieve rechten en reproductieve gezondheidszorg. Maar dat er geen recht op abortus bestaat, blijkt uit twee documenten van de Verenigde Naties (VN): de Programme of Action of the International Conference on Population and Development (‘Action Plan’) uit 1994 en de Beijing Declaration and Platform for Action (‘Beijing Declaration’) uit 1995.

De Action Plan en de Beijing Declaration spreken niet van een recht op abortus. Sterker nog, ze wijzen abortus als gezinsplanning expliciet af. Ook moedigen ze landen aan er alles aan te doen de behoefte aan abortus weg te nemen.[12] Tevens komt de definitie van gezinsplanning deels overeen met die van reproductieve rechten.[13] En hoewel de documenten er niet duidelijk over zijn, kan daardoor naar mijn mening gezinsplanning tot een reproductief recht gerekend worden. En juist de expliciete uitsluiting van abortus als gezinsplanning, zou dan een ook automatische uitsluiting van abortus als reproductief recht betekenen. Opvallend genoeg geven de VN in deze documenten ook aan dat de regels over abortus nationaal of lokaal moeten worden bepaald. Door het aan de landen zelf over te laten, kan er geen sprake zijn van een internationaal recht op abortus.[14]

De VN bevestigde in september 2015 opnieuw deze visie in een VN-resolutie[15] naar aanleiding van de Conferentie rondom de Millenniumdoelen in New York. Zo verwijst Doel 5, dat gaat over gendergelijkheid en het sterker maken van vrouwen en meisjes,[16] naar de Action Plan en de Beijing Declaration.

Maar er bestaat binnen de VN veel onenigheid over abortus. Zo vindt niet iedereen dat abortus valt onder seksuele en reproductieve gezondheid. Hierdoor is het taalgebruik over abortus in de jaarlijkse Agreed Conclusions van de VN Commissie voor de Status van Vrouwen al jaren niet consistent. En de VN Commissie voor Bevolking en Ontwikkeling sloot vanwege deze onenigheid haar sessies in 2018 zelfs af zonder einddocument.[17]

Wel hangen de VN-organen een pro-choice visie aan. Een duidelijk recent voorbeeld hiervan is de General Comment van 30 oktober 2018 van het Mensenrechtencomité van de Verenigde Naties. Hierin adviseerde het comité dat tot het recht op leven ook toegang tot abortus hoort. Daarmee bepleitte het VN-orgaan indirect een recht op abortus.[18]

Conclusie

Hoewel men vaak spreekt van het ‘recht’ op abortus, bestaat deze niet in juridische zin. Het Nederlandse recht kent geen recht op abortus en stelt het in beginsel zelfs strafbaar. Er geldt echter een uitzondering op deze strafbaarheid in het geval van een ‘noodsituatie’. Al legt de wetgever niet uit wat een ‘noodsituatie’ precies is.

Ook binnen het Europees mensenrechtenrecht bestaat geen recht op abortus en de rechtspositie van de ongeborene is onduidelijk. Het EHRM erkent wel de menselijkheid van de ongeborene en geeft aan dat het bescherming verdient. Het zegt tevens dat de lidstaten gedwongen en pijnlijke abortussen moeten voorkomen en dat hun abortuswetgeving ruimte moeten laten voor een afweging van belangen op een manier die in lijn is met het EVRM. Landen hebben dus niet de volledige vrijheid in hun abortuswetgeving.

Evenmin bestaat er op grond van het internationaal publiekrecht een recht op abortus. Abortus valt onder de categorie reproductieve rechten en reproductieve gezondheidszorg. Dat er geen recht op abortus kan bestaan, blijkt uit de  VN-documenten de Action Plan uit 1994 en de Beijing Declaration uit 1995. De twee documenten wijzen abortus zelfs expliciet af als vorm van gezinsplanning. En aangezien gezinsplanning tot een reproductief recht kan worden gerekend, sluit dit naar mijn mening abortus automatisch uit als reproductief recht. Naar aanleiding van de Conferentie rondom de Millenniumdoelen in 2015 bevestigde de VN opnieuw de Action Plan en de Beijing Declaration. Toch bestaat er binnen de VN veel onenigheid over abortus. Ook hangen de VN-organen een pro-choice visie aan. Een duidelijk recent voorbeeld daarvan is de General Comment van het Mensenrechtencomité van de Verenigde Naties. Het comité adviseerde hierin dat tot het recht op leven ook toegang tot abortus hoort. 

Bronnenlijst

Jaarrapportage 2015 van de Wet afbreking zwangerschap

Abortion in European Law: Human Rights, social rights and the new cultural trend, 2015, Grégor Puppinck, PhD, Ave Maria International Law Journal

Programme of Action adopted at the International Conference on Population and Development Cairo, 5–13 September 1994 20th Anniversary

Beijing Declaration and Platform for Action, September 1995

Resolution 70/1 adopted by the General Assembly on 25 September 2015 Transforming our world: the 2030

Agenda for Sustainable Development van 2015

Voetnoten

[1] Artikel 296 lid 1 t/m 4 Wetboek van Strafrecht

[2] Artikel 296 lid 5 Wetboek van Strafrecht en artikel 5 lid 1 Wet van 1 mei 1981, houdende regelen met betrekking tot het afbreken van zwangerschap (‘Wet Afbreking Zwangerschap’)

[3] In 2017 vonden er in totaal 30.523 zwangerschapsafbrekingen plaats, p. 10, Jaarrapportage 2017 van de Wet afbreking zwangerschap

[4] Dit rechtsgebied vindt zijn basis in het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens  en de uitspraken van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens.

[5] Vo v. France, 2004-VIII Eur. Ct. H.R., § 85.

[6] Vo v. France, 2004-VIII Eur. Ct. H.R., §84

[7] Vo v. France, 2004-VIII Eur. Ct. H.R. 67 §84

[8] separate opinion  Judge Jean-Paul Costa

[9] Separate opinion judge Costa, joined by judge Traja to Vo v. France, 2004-VIII Eur. Ct. H.R. 67 § 10

[10] P. and S. v. Poland § 99 , A, B and C at § 249, and R.R. v. Poland, 2011 Eur. H.R. Ct. § 187, and Tysiąc v. Poland, 2007 Eur. Ct. H.R. §116.

[11] Dit rechtsgebied geldt voor de gehele internationale gemeenschap en regelt de juridische betrekkingen tussen internationale rechtspersonen, zoals landen en internationale organisaties.

[12] p.89, para. 8.25 Programme of Action adopted at the International Conference on Population and Development Cairo, 5–13 September 1994 20th Anniversary

[13] Family Planning: “decide freely and responsibly the number and spacing of their children and to have the information and means to do so and to ensure informed choices and make available a full range of safe and effective methods” p.64 Action Plan, Reproductieve rechten: “the basic right of all couples and individuals to decide freely and responsibly the number, spacing and timing of their children and to have the information and means to do so”, p.60 Action Plan

[14] Action Plan, p. 90, Beijing Platform p.40 sub k

[15] Resolution 70/1 adopted by the General Assembly on 25 September 2015 Transforming our world: the 2030 Agenda for Sustainable Development van 2015

[16] Resolution 70/1, p. 18 , ‘Goal 5. Achieve gender equality and empower all women and girls’.

[17] Coverage letter on the 51st session of the UN Commission on Population and Development, 13 April 2018 <https://www.un.org/press/en/2018/pop1077.doc.htm>

[18] Zie ook https://www.njb.nl/blog/vn-recht-op-abortus-hoe-juridische-soevereiniteit.30953.lynkx