PVH 16e jaargang – 2009 nr. 1, p. 008-011

Door Dr L. Kiebooms
Inwendige ziekten-Nucleaire geneeskunde, lid van de
Belgische Parlementaire commissie zwangerschapsafbreking

INLEIDING

Controverse en kritiek rond de encycliek Humanae Vitae (HV 1968)1
zou dé reden zijn voor het massaal verlaten van de geloofspraktijk
in de katholieke Kerk.
Op het verzoek en met de medewerking van artsen doorloopt het politiek
bestel sedert 1968 een weg gaande van het onttrekken aan de strafwet van
de verspreiding van contraceptiva naar propaganda ervoor; vrijstelling
van vervolging binnen de strafwet van abortus naar Europese verplichting
om quasi vrije abortus te voorzien, liefst terugbetaald door de ziekteverzekering;
van medisch geassisteerde bevruchting naar eugenetische embryoselectie
en het ter beschikking stellen van ‘overtollige embryo’s’ voor
research, al of niet van commerciële aard.

Humanae Vitae is een theologisch document dat staat voor de absolute
ethische eis van menswaardig gedrag bij het beleven van de seksualiteit én
het ontstaan van nieuw leven. Het uitgangspunt is de universele mens,
zijn onderscheid met het louter biologische bestaan en de essentie van ‘menswaardig
handelen’ binnen medisch ethische principes op basis van de universele
mensenrechten.

CONTROVERSE

Reeds een week na het verschijnen2 gaf Paus Paulus VI een
antwoord aan zijn tegenstanders: “Wij weten ook, dat velen
onze leer niet op prijs hebben gesteld. … Ons woord is niet gemakkelijk,
het komt niet overeen met een houding die zich in onze dagen helaas aan het
verbreiden is, een gemakzuchtige houding die in schijn ten goede komt aan de liefde
en het evenwicht in het gezin.
Wij zouden er eveneens aan willen herinneren, dat de regel die wij
hebben bevestigd niet de onze is, maar dat zij ten diepste behoort
tot de structuren van het menselijk leven, de menselijke liefde en
de menselijke waardigheid;[…] Deze regel gaat niet voorbij aan de sociologische
en demografische omstandigheden van ons tijdvak; zij is in zich ook niet in tegenspraak,
zoals sommigen schijnen te veronderstellen, met
1) een redelijke beperking van het geboortecijfer, 2) noch met het wetenschappelijk
onderzoek of de zorgen die een goede therapie eist, evenmin 3) met
een werkelijk verantwoord ouderschap, zelfs niet 4) met de vrede
en de gezinsharmonie.
[De encycliek] is slechts een zedelijk voorschrift, dat veeleisend
is, streng en vandaag nog altijd geldend en dat het gebruik van middelen
verbiedt die met opzet de voortplanting belemmeren en aldus de zuiverheid
van de liefde en de opdracht van het huwelijksleven naar beneden haalt.”

EEN VOORSPELLING VAN PAULUS VI IN 1968 EN DE REALITEIT IN 2008

Afwijzing van Humanae Vitae betekent volgens de paus een algemeen zedenverval.
De man zal zijn egoïsme botvieren. De burgerlijke overheid krijgt
een vrijbrief om zich in de meest persoonlijke en intieme sfeer van echtgenoten
te bemoeien. Inderdaad heeft ze inzake seksualiteit een toenemende invloed
op het gezondheidsbeleid en het onderwijs. Gezinsontbinding wordt via
wetgeving vereenvoudigd en allerhande samenleefvormen krijgen intussen
het predikaat ‘huwelijk’. Het huwelijk dat moeder en kind
moet beschermen, staat onder druk. Veel kinderen worden buiten het huwelijk
geboren en vaak leven ze onder moeilijke omstandigheden in éénoudergezinnen.
Intussen baart de veroudering van de bevolking zorgen omdat er te weinig
kinderen worden geboren en is het evenwicht tussen de generaties verstoord.
Arbeidsplaatsen worden niet meer ingevuld; een toenemende problematische
bevolkingsverschuiving door een niet meer te controleren immigratie vindt
plaats. Dit alles gaat gepaard met een georganiseerde beheersing – feitelijk
vernietiging – van de vruchtbaarheid, een chemische oorlog tegen
de mens in zijn allereerste stadia.

De toename van abortus – ondanks gratis ‘pil’ en ‘morning-afterpil’ – is
dramatisch: tussen 2000 en 2007 in België een toename met 21,7% voor
de leeftijd 15-19 jaar; globaal in één decennium een stijging
van 25% met een daling van het cohort vrouwen in de vruchtbare leeftijd
van 25%. In Nederland worden 33.000 abortussen geregistreerd, in België (2007)
18.033. Abortuscentra (België) verdienen zo’n 5 miljoen euro via
de sociale zekerheid. Tegelijk is 15 miljoen euro voorzien voor medisch
geassisteerde vruchtbaarheidsbehandelingen, goed voor zo’n 2000 kinderen.

Met dit soort zelfbeschikkingsrecht vernietigt men tienmaal zoveel
kinderen als er met veel inspanningen en kosten tot leven worden gebracht,
ten koste van opnieuw de vernietiging van – al of niet na medische
experimenten – minstens 10.000 embryo’s per jaar.

Er is een totaal gebrek aan enige terughoudendheid op seksueel gebied,
toegelicht en voorgelicht, door zgn. ‘seksopvoeders’. De ideologie
van de Nederlandse Rutgers-stichting en zijn afgeleide in België,
Sensoa – die eveneens het resultaat van hun successen verzilveren
in door hen gerunde abortuscentra en -boten – mag in Vlaanderen
vrij zijn gangen gaan, gesubsidieerd door de politiek zowel in de gemeenschapsscholen
als in het ‘katholieke’ schoolnet.
Tenslotte heeft het Europees Hof voor de Rechten van de Mens gesteld
dat het niet meer wenselijk is een uitspraak te doen op het recht op leven
van de ongeborenen.

WAT IS DE INHOUD VAN DE ARGUMENTEN VAN HV?

In 1968 was er niet alleen de Meirevolte. HV2 stelde belangrijke veranderingen
vast: de snelle bevolkingsgroei, een rem op de economische ontwikkeling
en een levenswijze waarbij het plots moeilijk wordt een groter aantal
kinderen een passende opvoeding te geven. Op hetzelfde tijdstip werd een
emancipatiegolf voor de vrouw gelanceerd, die maakt dat haar rol in de
seksualiteit en het huwelijk zelf gewijzigd werd. Humanae Vitae zag dat
alles een uitgangspunt had vanuit een ongebreideld zelfbeschikkingsrecht
van de mens over zijn eigen lichaam.
HV3 vreesde voor een ongegronde herziening van de morele normen, want
de “gezinsharmonie en de wederzijdse trouw kwamen te zeer onder
spanning en vergden te zware offers”.
De paus stelde vast dat om deze redenen reeds vanaf 1958 werd voorgesteld
dat men, tot “een meer met de rede overeenstemmende vruchtbaarheid
moest komen.” Daarom werd door sommigen gesteld dat het materieel
onvruchtbaar maken geoorloofd zou zijn. Het geheel van vruchtbaarheid
(alle kinderen samen) zou voldoende zijn. Alle middelen zouden ook moreel
vrij toegestaan zijn om dit ‘ideale aantal’ te bekomen. Met
zijn verstand alleen zal de mens alles regelen, zo werd algemeen verkondigd,
en de wetmatigheden van zijn lichaam moeten daaraan ondergeschikt gemaakt
worden.
In HV4 gaat de paus dan in op de beginselen van de huwelijksmoraal
waarvan hij stelt dat die principieel en onveranderlijk “steunen
op de natuurwet,3 verhelderd en verrijkt door de goddelijke openbaring.” Kort
samengevat blijkt het te gaan om deze (strijd)vraag: Is een kunstmatige
methode van geboortenbeperking te rechtvaardigen door een beroep te
doen op de eisen ofwel van echtelijke liefde ofwel van verantwoord
ouderschap? Als hoogste verantwoordelijke voor de kerkgemeenschap
zal de paus het geloofsargument onderstrepen naast het universeel principe
van de waardigheid van de mens: “De echtelijke liefde (HV8) haar ware aard
en laatste oorsprong is “God die liefde is” (1 Joh 4,8) en
(God) die de Vader is naar wie alle vaderschap in de hemel en op aarde
genoemd wordt. (Ef 3,15)”

HET HUWELIJK

“Het huwelijk is dus geen toeval, geen blinde samenloop van natuurkrachten,
het is het liefdesplan van de goddelijke Schepper.
Daarom streven de echtgenoten door wederzijdse overgave, die aan hen
en uitsluitend aan hen beiden eigen is, naar de personengemeenschap
waardoor ze elkaar vervolmaken om met God samen te werken aan de verwekking
en opvoeding van nieuw leven.” (HV8)
Uiteraard kan dit alleen door ‘echtelijke liefde’. Deze is gekenmerkt door
zowel het zinnelijke als het geestelijke en daarom ‘menselijk’ (humaan: lichaam en ziel);
ze is allesomvattend omdat de echtgenoten alles grootmoedig met elkaar delen
zonder egoïstische berekening; ze is trouw en uitsluitend tot de dood.
Deze liefde kan niet anders dan ‘vruchtbaar’ zijn want van het huwelijk
zijn de kinderen een uitmuntend geschenk en de kinderen zelf dragen hogelijk
bij tot het welzijn van de ouders.(HV9)

VERANTWOORD OUDERSCHAP (HV10)

Hier gaat het dus om de kern van de encycliek, dat gedeelte waar zeer
velen niet mee akkoord gaan.
“ Vooreerst, met betrekking tot de biologische processen, betekent verantwoord
ouderschap kennis en eerbiediging van de functies ervan; want in het vermogen
om nieuw leven te verwekken, ontdekt de menselijke rede biologische wetten,
die deel uitmaken van de menselijke persoon.” Hier is de kern, nl.
dat “biologische wetten deel uitmaken van de menselijke persoon”.
Ofwel is dit waar, aanvaarden we het en dan volgt de rest hier logisch
uit voort. Ofwel is dit niet waar, overtuigt het ons niet en wordt het
fundament zelf van de leer van de Katholieke Kerk over de mens en menswaardig
gedrag onderuit gehaald. De mens bestaat uit lichaam en ziel. De mens,
de homo sapiens is de ‘bezieling van de biologische structuur’.
Mensen kunnen op geen andere wijze met elkaar en met de wereld communiceren
dan via hun lichaam. Wanneer dit lichaam niet meer ‘bezield’ is,
is het louter materie en vergaat het, het keert tot stof terug. Alhoewel
dus onze geest niet de ‘gevangene’ is van ons lichaam, is
ons lichaam wel de dienaar van onze geest en kan de mens op geen andere
wijze menswaardige daden stellen dan door op zinvolle wijze gebruik te
maken van zijn lichaam. Voor de gelovige is de mens geschapen naar Gods
beeld en gelijkenis. Hij heeft de gave van het verstand en de vrijheid
van zijn wil, maar blijft een schepsel afhankelijk van zijn Schepper.

Zoals een handdruk de lichaamstaal is van vriendschappelijke betrekkingen
en een kus reeds meer intiemere lichaamstaal, zo is de seksuele gemeenschap
de lichaamstaal van de liefde tussen echtgenoten. Steeds houdt ze in dat
het ‘vermogen’ om nieuw leven te verwekken deel uitmaakt van
de integriteit van het lichaam. De paus stelt “Bij de taak het leven
over te dragen staat het hun bijgevolg niet vrij naar eigen goeddunken
te handelen, alsof ze geheel op eigen en vrije (willekeurige) wijze zouden
mogen bepalen, welke weg voor hun verantwoord is; zij zijn daarentegen
verplicht hun gedrag in overeenstemming te brengen met de bedoeling van
de goddelijke Schepper, die in het wezen van het huwelijk en van de huwelijksdaad ligt uitgedrukt.” (HV 10)

DE PIL

Intussen was de ‘pil’ echter in 1958 via geneesheren geïntroduceerd
onder het vals voorwendsel dat men de ‘menstruaties ging regelen’.
Een fysiologisch verschijnsel, de vruchtbaarheid, werd plots een ‘ziekte’,
die met medicatie met de nodige bijwerkingen moest worden ‘behandeld’.
Zo is er als het ware een chemische oorlog ontwikkeld, gericht niet alleen
tegen de ovulatie maar ook tegen de vroegste stadia van de mens. Deze
wordt verhinderd zich in te nestelen in de meest gastvrije plaats ter
wereld, de baarmoeder.

De hele pilgeschiedenis heeft zich ontwikkeld tot winstbejag van de
farmaceutische industrie. Geneesheren volgen hun geweten en de eed
van Hippokrates niet meer, maar laten zich op sleeptouw nemen én
door de reclame van de firma’s én door pseudowetenschappelijk sociologisch
onderzoek, zoals het gemanipuleerd onderzoek van Kinsey in de jaren
vijftig.4 Actuele guidelines zijn niet onderbouwd door evidence based
principes, maar door van de farmaceutische industrie en/of ideologisch
gestuurde NGO’s afhankelijk onderzoek5,6,7 die websites sponseren. Heeft
de geneesheer het recht gevaarlijke medicatie toe te dienen, om in
feite alleen het aspect ‘genot’ van de seksualiteit over te houden?

GERINGER KWAAD?

Deze gevolgtrekking is in onze moderne geneeskunde voor velen niet
alleen verbijsterend maar onaanvaardbaar. Mag men dan geen ‘geringer
kwaad’ verkiezen? Kunnen contraceptiva niet door het geheel van
een vruchtbaar huwelijksleven goed gevonden worden? Het antwoord in Humanae
Vitae is neen, “want nooit is het geoorloofd, zelfs niet om zeer
ernstige redenen, het kwade te doen, opdat het goede daaruit zou voortkomen.” (HV14)

Laten we hier even de antropologe Germaine Greer aan het woord: “De
vrouw die eens een rol speelde in de familiedynastie en de vruchten
plukte van de duurzame, hartstochtelijke aanhankelijkheid van haar
kinderen, is nu volkomen afhankelijk van haar succes als de geisha van
haar echtgenoot.
Een dergelijke aanval op de ideologie van de seksuele vrijheid, dikwijls,
en terecht, de losse moraal genoemd, moet schokkend klinken uit de
mond van de seksuele radicaal die ik beweer te zijn. Toch zijn het in de
meeste delen van de wereld nog steeds de kinderen en niet de genitale
gymnastiekoefeningen die het meeste plezier verschaffen. …
Wanneer door de gewelddadige entree van de echtscheiding de vrouw,
die op jonge leeftijd werd gekozen, een soort wegwerpartikel wordt
en men seksuele opwinding gaat beschouwen als een voorwaarde
voor het menselijk geluk, dan ziet het er voor de Familie heel somber uit”.8

IS ER EEN WEG TERUG?

‘Verantwoord ouderschap’ kan niet worden gelijkgesteld met ‘contraceptie’.
Ouderschap en huwelijk gaan samen. Het buitenechtelijk verkeer is dikwijls
uitbuiting van de vrouw en buitenechtelijke kinderen zijn bijzonder kwetsbaar.
Het huwelijk moet opnieuw bevorderd worden als de enige echte menswaardige
vorm van seksualiteitsbeleving. Gelijke rechten voor de vrouw als moeder
en de man als vader moeten gewaarborgd worden, zoals dit in de oorspronkelijke
universele mensenrechten overigens is beschreven.

De zorg voor mekaars geschenk van de vruchtbaarheid en de verantwoordelijke
omgang ermee moet de eerste en belangrijkste opleidingstaak zijn van
seksuele opvoeding. Zeggen dat natuurlijke vruchtbaarheidsbeheersing niet
werkt, is onderdeel van een mythe die kwaadwillig wordt in stand gehouden.
De meeste wetenschappers hebben de vraag van de paus om “de eerbare
ordening van een menswaardige voortplanting” te bevorderen jarenlang
genegeerd (HV24). Gelukkig tonen wetenschappelijk prospectieve studies9
over jaren nu aan dat natuurlijke vruchtbaarheidsbeheersing én
aanvaardbaar én betrouwbaar is om verantwoord ouderschap te beleven.
Vandaag kan een gemedicaliseerde ‘demedicalisering’ van de
seksualiteit de gewenste bevrijding brengen. De geneesheer moet optreden
als een vertrouwenspersoon, die een reële ‘informed choice’ aanbiedt
en waarop de patiënt een ‘informed consent’ geeft, niet
meer als een voorschrijver van pillen op aanvraag.

In het geval jeugdigen zich toch zo aangetrokken voelen dat ze de verantwoordelijkheid
van seksualiteit menen te kunnen dragen, mag dat geen hinderpaal voor
een huwelijk en een blijvend engagement zijn. Waarom kan in de gezinnen
en de scholen geen positief beeld van vruchtbaarheid en huwelijkstrouw
worden opgeroepen? Bij kinderwens kunnen toekomstige ouders worden aangesproken
om over te schakelen op vruchtbaarheidservaring. Geneesheren moeten respect
opbrengen voor vruchtbaarheidsonderricht in plaats van dit af te kraken
met vermeende maar zwak onderbouwde wetenschappelijke argumenten. Enkel
de medische professie en een beleid dat de beleving van ware menswaardige
seksualiteit ondersteunt, kan ervoor zorgen dat er echte gezinnen ontstaan.
Dan kan er weer openheid voor kinderen komen, en dat is onze toekomst.

NOTEN

1. Encycliek: een schrijven van de bisschop van
Rome, hoofd van de hele katholieke
kerk aan alle gelovigen, deze
documenten worden aangeduid met de twee eerste letters
van de latijnse woorden van de
officiële tekst Humanae
Vitae HV De volledige tekst,
in Nederlande vertaling, is te
vinden onder de pauselijke documenten Paulus VI encyclieken
http://www.rkdocumenten.nl
2. Angelus toespraak, 4/8/1968
3. Het woord natuurwet in deze context heeft niets te maken met
de natuurkundige wetten. Het gaat om de uitdrukking dat gedragingen
van de mens in tegenstelling tot deze op basis van de instincten
van dieren, gedragen worden door de menselijke natuur, gekenmerkt
door zijn verstand en de vrije wil over zijn daden.
4. Sexual Behavior in the Human Male (1948, reprinted 1998)
5. Bakhru A, Stanwood N. Performance of Contraceptive
Patch Compared With Oral Contraceptive
Pill in a High-Risk Population. Obstetrics & Gynecology 2006; 108/2 : 378-386
6. Trussell J, Vaughan B. Contraceptive failure, method-related
discontinuation and resumption of use:
results from the 1995 National Survey
of Family Growth.
Fam Plann Perspect 1999; 31:64–72, 9
7. Murphy PA, Brixner D. Hormonal contraceptive discontinuation patterns
according to formulation: investigation of associations in an administrative
claims database.
Contraception 2008; 77:257-263
8. Germaine Greer: Het lot van de vrouw, Amsterdam 1986,- p.306
9. Gerhard Döring (red.): Natürliche Methoden der Familienplanung.
Modellprojekt
zur wissenschaftlichen Überprüfung und kontrollierten Vermittlung,-
Schriftenreihe des Bundesministers für Jugend, Familie, Frauen und Gesundheit,
Band 239, 1988
E.Raith, P.Frank en G. Freundl: Natürliche Familienplanung heute, Berlin,
Springer-Verlag, 20083
C. Gnoth et al.: Time to pregnancy: result of the German prospective study and
impact on the management of infertility,- In: Human Reproduction Vol. 18, N°9
pp. 1959-1966, 2003
P. Frank-Herrmann et al.: The effectiveness of a fertility awareness based method
to avoid pregnancy in relation to a couple’s sexual behaviour during the
fertile time: a prospective longitudinal study,- In: Human Reproduction pp. 1–10,
2007