PVH 14e
jaargang – 2007 nr. 1/2, p.
007-009
‘Psychosociale
begeleiding voor en na abortus’,
Stichting Ambulante Fiom
Ellen Giepmans en Lia MiltenburgSymposium ‘Artsen en abortus’, Utrecht, 3 februari
2007

Dames en heren, goede morgen,

Mijn naam is Lia Miltenburg en ik ben bij de Stichting
Ambulante Fiom werkzaam als maatschappelijk werker. Ik ga
U iets vertellen over psychosociale begeleiding bij
onbedoelde zwangerschap en over de begeleiding na een
abortus bij de Fiom. Bovendien wil ik kort iets zeggen
over de visie van de Fiom op de ontwikkeling van een
multidisciplinaire richtlijn, maar eerst stel ik graag
onze organisatie aan u voor.

De Stichting Ambulante Fiom (Fiom) is een landelijke
organisatie met een landelijk bureau in ’s-Hertogenbosch
en negen vestigingen in het land. Daarnaast zijn er vier
onafhankelijke grootstedelijke bureaus in Amsterdam,
Utrecht, Den Haag en Rotterdam. Samen bieden we al meer
dan 75 jaar lang op verschillende manieren gerichte
ondersteuning bij:
– het voorkomen van een onbedoelde zwangerschap
– de gevolgen van een onbedoelde zwangerschap: zoals
abortus, zelf opvoeden van het kind, een voornemen tot
afstand doen ter adoptie, of vormen van
pleeggezinplaatsingen
– zwangerschapsverlies of het uitblijven van een gewenste
zwangerschap
– nazorg adoptie en (internationale) zoekacties naar
familieleden.

De Fiom biedt, naast de hulpverlening aan haar
cliënten, hulp aan alle mensen die voor de
betreffende cliënt belangrijk zijn; vrouwen, (ex)
partners, mannen en eventueel ouders die invloed hebben
op een beslissing bij tiener- en
adolescentenzwangerschappen.

 

Het
aanbod van de Fiom bestaat uit:

besluitvormingsgesprekken
nazorg
verwerkingsbijeenkomsten; individueel, systeem
en in groepsvorm.

 

Uitgangspunten hierbij zijn dat:


de
zelfbeschikking van de vrouw centraal
staat;

abortus,
afstand doen ter adoptie, een
pleeggezinplaatsing of het kind zelf opvoeden
voor de Fiom in principe gelijkwaardige opties
zijn;

de
hulpverlener een open houding heeft en geen
vooringenomen standpunt inneemt naar de
hierboven genoemde mogelijkheden (dit is iets
anders dan een mening hebben);

de
hulpverlener aansluit bij de fase/het proces
waarin de vrouw (en haar partner/ verwekker)
zich bevindt.


Om u de Fiom te helpen plaatsen in het veld rondom
vrouwen die onbedoeld zwanger zijn, wil ik u een
overzicht geven van momenten waarop vrouwen en mannen
psychosociale en medische hulp kunnen zoeken.

Als U naar het plaatje kijkt, ziet U dat er verschillende
momenten zijn waarop de vrouw/ man met verschillende
hulpverleners in contact kan/kunnen komen. Huisartsen
bijvoorbeeld krijgen vrouwen in de spreekkamer die zelf
soms nog niet weten dat zij zwanger zijn, maar zich
melden met bepaalde klachten. Of zij zien vrouwen die hun
besluit voor een abortus al genomen hebben en willen
weten hoe ze nu verder moeten handelen.

Bij
de Fiom komen alleen dié vrouwen en mannen die
verwezen worden of hulp zoeken bij hun besluitvorming
en/of verwerking.
Verwijzen
naar de FiomU kunt mensen naar een Fiom-bureau in het land verwijzen
zonder dat zij een verwijsbrief nodig hebben. Ook kunt u
hen, maar dan alleen voor informatie, verwijzen naar de
website (http://www.fiom.nl)
De site geeft een goed overzicht van het aanbod van de Fiom. De cliënt
kan dan eventueel na het bezoeken van de site op eigen initiatief
telefonisch een afspraak maken.Binnen twee dagen wordt hen een besluitvormingsgesprek
aangeboden. Bij het maken van de afspraak zal zowel de
vrouw als de man worden uitgenodigd. Het is natuurlijk
ook mogelijk om apart te komen. De gesprekken zijn gratis
en worden op maat aangeboden. Als blijkt dat er behoefte
is aan meer dan één gesprek, kunnen meer
afspraken volgen. Een afspraak duurt gemiddeld vijf
kwartier.

Het doel van de gesprekken is dat vrouwen, wanneer zij
onbedoeld zwanger zijn, eventueel samen met hun partner,
tot een voor zichzelf verantwoord besluit komen.
Veelal hebben mensen zelf al veel gedacht en gesproken.
Belangrijk is om datgene te bespreken wat men bewust of
onbewust niet hardop mag of durft te zeggen, op tafel te
krijgen.

Dit doen we in gesprek met de vrouw en de man, soms met
hen apart,

door
te vragen naar:


De
oorzaak van de zwangerschap: vaak wordt genoemd:
het idee dat je van een keer
onveilig vrijen niet zwanger wordt;

het
anticonceptie gebruik;

de
duur van de zwangerschap;

een
mogelijke relatie: is de (ex)partner/verwekker
op de hoogte en zo ja: wat vindt hij er
van;

hoe
de vrouw de zwangerschap ervaart;

psychosociale
hulpverleningsgeschiedenis;

en
indien nodig: wordt er informatie gegeven over
wat er technisch gezien gebeurt bij een
abortusingreep.
door
te helpen met:


het
ordenen van gevoelens en gedachten:

gevoelens
zoals verdriet, onmacht, paniek;

gedachten
zoals wat de omgeving zal vinden van het feit
dat ik zwanger ben of van de beslissing die ik
neem.
door informatie te geven over en het onderzoeken van
de mogelijkheden:

zwangerschap
uitdragen of afbreken;

het
kind zelf opvoeden;

afstaan
ter adoptie;

of
een vorm van alternatieve opvoedmogelijkheden zoals
een pleegplaatsing.
door te bespreken:

hoe
iemand in andere gevallen keuzes maakt.

hoe
gaat een stel ermee om wanneer zij samen een
besluit moeten nemen, maar van mening
verschillen?

wie
is er uit de omgeving op de hoogte, wat zijn de
reacties?
Wat we ook doen, is nagaan wat de betekenis van een
bepaalde optie voor de vrouw (en haar omgeving) is
(ethische waarden, eigen vooroordelen).Door het in kaart te brengen van consequenties
die een bepaalde keuze met zich meebrengen: waar ziet
de vrouw (man) mogelijk problemen en hoe kan ze daar haar
verantwoordelijk voor nemen? Bijvoorbeeld met betrekking
tot de omgeving of zichzelf, het wel/niet hebben van een
geschikt huis, werk, opleiding of financiën.
Bijzondere aandacht
Aspecten die binnen de Fiom-hulpverlening bijzondere
aandacht krijgen, zijn onder andere:


besluitvorming
door minderjarigen

herhaalde
abortus

gevaar
(eerwraak, seksueel misbruik)

zwangerschapsafbreking
na prenataal onderzoek (het gaat vaak om een
gewenste zwangerschap)

besluitvorming
bij gevorderde zwangerschappen
De ervaring leert dat de meeste beslissingen niet worden
genomen op basis van omstandigheden, maar gebaseerd op
een combinatie van:


hoe
zijn mijn/onze omstandigheden;

wat
is de betekenis van deze zwangerschap;

wat
heb ik, we, te bieden en

hoe
kan ik op een voor mij/voor ons, verantwoorde
manier verder met het leven als ik keuze A of
als ik Keuze B maak?
Verwerking
Vrouwen die een abortus hebben ondergaan en na kortere of
langere tijd psychische of lichamelijke klachten
ondervinden, kunnen voor individuele en/of systeem
begeleiding bij de Fiom terecht. Ook biedt de Fiom een
aantal keer per jaar groepsbijeenkomsten aan in de vorm
van twee themadagen. Hier kunnen per keer maximaal tien
vrouwen aan deelnemen. De meerwaarde van deze
groepshulpverlening is dat door herkenning en erkenning
vrouwen steun aan elkaar hebben.De rode draad van de hulpverlening is dat de
vrouwen:


vrede
leren hebben met de beslissing die zij genomen
hebben;

leren
verantwoordelijkheid te nemen voor hun
beslissing; en

leren
om te gaan met de consequenties voor het leven
van nu.
Onderwerpen die in verschillende werkvormen aan de
orde komen, zijn:


schuld,
schuldgevoel, schaamte, spijt;

wat
zijn de klachten (bijv. depressie), negatieve
gevolgen;

negatieve
overtuigingen als gevolg van de keuze voor
abortus;

de
relatie, toen en nu;

contact
met omgeving;

levensvisie
en geloofsovertuiging;

afscheid
en rouwverwerking.
Van vrouwen die zich bij de Fiom melden in verband met
klachten of problemen naar aanleiding van de abortus,
horen we vaak:


dat
ze hun beslissing uit handen hebben gegeven en
zich hebben laten leiden door anderen, door
paniek of de tijdsdruk.

Dat
vrouwen hebben gekozen voor een abortus omdat ze
hun partner niet wilden verliezen. Meestal werd
de relatie later toch verbroken.

Dat
wanneer vrouwen klachten hebben, het lang niet
altijd wil zeggen dat zij ook spijt hebben van
hun beslissing.
Uit evaluaties blijkt dat verwerking heel goed mogelijk
is.Ik heb zojuist geschetst hoe de Fiom invulling geeft aan
de begeleiding van vrouwen die onbedoeld zwanger zijn
geraakt en die twijfelen over het al dan niet uitdragen
van die zwangerschap. Ook ben ik kort ingegaan op onze
hulpverlening bij verwerkingsproblematiek. In alle
gevallen is het van belang om aan te sluiten bij de fase
of het proces waarin de vrouw zich bevindt. Alleen zo kan
adequate hulp geboden worden.Richtlijn
Ook in de te ontwikkelen richtlijn moet het
besluitvormings- en/of verwerkingsproces van de vrouw
centraal staan: op welke momenten past welke hulp,
geboden door welke hulpverlener? Het hele veld rondom
vrouwen die onbedoeld zwanger zijn geraakt heeft hier
naar onze mening een verantwoordelijkheid in.
De Fiom pleit er dan ook voor om met elkaar in gesprek te
gaan over een multidisciplinaire richtlijn, ook al lopen
meningen over abortus, door medische, wetenschappelijke
of op geloof of ervaring gebaseerde visies, uit elkaar.
We moeten daarbij de gemeenschappelijke
verantwoordelijkheid centraal stellen, namelijk: hoe
kunnen wij, het veld, er voor zorgen dat een vrouw die
onbedoeld zwanger is, in staat is een besluit te nemen
waar zij, en haar partner, de rest van hun leven mee
verder kunnen; waar zij hun verantwoordelijkheid voor
kunnen nemen? En hoe kunnen wij er met elkaar voor zorgen
dat eventuele problemen na een abortusingreep zo snel
mogelijk herkend worden en de vrouw/man zo snel mogelijke
de juiste hulp krijgt?

De Fiom is voor een multidisciplinaire richtlijn. Het
woord zegt het al: deze moet onderschreven worden door
alle partijen. Als dat centraal staat in de discussie dan
denken wij graag mee.

Ik dank u voor uw aandacht.

* *
* * *
 
 

 

 

 

 

Vandaag is het

 

Meest recente wijziging
19 June, 2015 9:36