Volkskrant, 22 maart 2019, door Ellen de Visser.

Dit verhaal gaat over de schaduwzijde van prenataal onderzoek. Het dwingt ouders soms tot een keuze waarvan ze de consequenties niet kunnen overzien. De ouders in onderstaand artikel hadden hun kind, als ze wél zekerheid hadden gehad over de handicap, mogelijk laten weghalen. Maar hadden ze toen kunnen aanvoelen dat ze er later heel anders over zouden denken?[red].

Medische experts over de patiënt die hun kijk op het vak veranderde. Deze week: verloskundige Hieke Aardema (65).

‘Ze hadden twee gezonde kinderen, twee meisjes, en nu, bij de derde zwangerschap, hadden ze prenataal onderzoek laten doen om uit te sluiten dat het kindje het downsyndroom zou hebben. Er was een echo gemaakt, bij de moeder was bloed afgenomen en daaruit was een risicoschatting gekomen: 1 op 1.600, een verwaarloosbare kans, nader onderzoek was niet nodig. Maar dit kindje bleek net die ene. De moeder was de week ervoor bevallen, met een keizersnede, zes weken te vroeg. Het was een jongetje, hij had Down en een ernstige hartafwijking.

Dit artikel kunt u verder lezen via deze link

 

Eerdere afleveringen van deze rubriek zijn gebundeld in “Die ene patiënt” (Ambo Anthos, € 16,99).