admin

Kamer terughoudend over euthanasie bij jonge kinderen

RTL nieuws, 29 september 2019. Politieke partijen in de Tweede Kamer reageren terughoudend op een onderzoek naar de mogelijkheid van euthanasie bij kinderen tussen de 1 en 12 jaar. Sommige…

RTL nieuws, 29 september 2019.

Politieke partijen in de Tweede Kamer reageren terughoudend op een onderzoek naar de mogelijkheid van euthanasie bij kinderen tussen de 1 en 12 jaar. Sommige partijen willen eerst de reactie van het kabinet afwachten en de kwestie in hun fracties bespreken. Toch sluit een aantal partijen de mogelijkheid voor nieuwe wetgeving niet uit.

Minister Hugo de Jonge van Volksgezondheid liet gisteren weten met de onderzoekers van het UMC Groningen, het Erasmus MC in Rotterdam en Amsterdam UMC in gesprek te zullen gaan.

Het CDA wil dat gesprek en de reactie van de minister afwachten voordat het conclusies trekt, zegt Kamerlid Harry van der Molen.

“Het is een afweging tussen uitzichtloos lijden van kinderen en een verstrekkend besluit om levensbeëindiging toe te staan bij wilsonbekwamen. Die afweging maakt de fractie altijd samen.”

Lees hier verder.

Reacties uitgeschakeld voor Kamer terughoudend over euthanasie bij jonge kinderen

SGP schrikt van pleidooi voor kindereuthanasie

NOS, nieuws, 29 september 2019. SGP-leider Van der Staaij is geschrokken van het pleidooi van kinderartsen om euthanasie bij kinderen onder de 12 jaar mogelijk te maken. Volgens hem dreigt…

NOS, nieuws, 29 september 2019.

SGP-leider Van der Staaij is geschrokken van het pleidooi van kinderartsen om euthanasie bij kinderen onder de 12 jaar mogelijk te maken. Volgens hem dreigt opnieuw een grens te worden verlegd voor wilsonbekwamen.

Nu is actieve levensbeëindiging bij kinderen onder de 12 in alle gevallen verboden omdat ze wilsonbekwaam zijn. Kinderartsen worstelen daarmee; ze zeggen dat kinderen tijdens het stervensproces soms onnodig lijden.

Leeftijdsgrens

Er zijn in Nederland ongeveer 60 kinderartsen die geregeld te maken hebben met het overlijden van ongeneeslijk zieke kinderen. Van hen hebben er 38 meegewerkt aan een onderzoek van UMCG-hoogleraar Verhagen; 32 van hen vinden dat actieve levensbeëindiging mogelijk moet zijn als een kind ondraaglijk lijdt en de ouders erom vragen.

Lees hier verder

Reacties uitgeschakeld voor SGP schrikt van pleidooi voor kindereuthanasie

Kinderartsen: euthanasie moet ook mogelijk worden voor jonge kinderen

Nieuwsuur: 28 september 2019. Een grote meerderheid van de kinderartsen die zich vaak bezighouden met ongeneeslijk zieke kinderen, wil dat euthanasie of actieve levensbeëindiging bij jonge kinderen mogelijk wordt. Uit…

Nieuwsuur: 28 september 2019.

Een grote meerderheid van de kinderartsen die zich vaak bezighouden met ongeneeslijk zieke kinderen, wil dat euthanasie of actieve levensbeëindiging bij jonge kinderen mogelijk wordt.

Uit de onderzoek onder 34 betrokken artsen die zijn geïnterviewd en een enquête onder 38 artsen die ervaring hadden met levenseindezorg bij kinderen van 1-12 jaar bleek, zie medische beslissingen rond het levenseinde bij kinderen (1-12) door Marije Brouwer ea.,  dat 84 procent van gespecialiseerde artsen hier voor is. Het onderzoek is eerder vanavond aangeboden aan de Tweede Kamer.

Nu is euthanasie voor kinderen onder de twaalf verboden omdat kinderen tot die leeftijd niet wilsbekwaam zijn, een essentiële voorwaarde voor euthanasie.

“Uit het onderzoek blijkt dat artsen nu geen actieve levensbeëindiging toepassen bij jonge kinderen. Ze houden zich dus aan de wet, maar ze worstelen er wel heel erg mee”, zegt hoogleraar kindergeneeskunde Eduard Verhagen van het UMCG die het onderzoek leidde. “Artsen hebben nu geen goede instrumenten om hiermee om te gaan.”

Lees hier het gehele bericht

 

Reacties uitgeschakeld voor Kinderartsen: euthanasie moet ook mogelijk worden voor jonge kinderen

OM naar de Hoge Raad in euthanasiezaak

Openbaar Ministerie, 26 september 2019. Het Openbaar Ministerie heeft de Procureur-Generaal bij de Hoge Raad verzocht om cassatie in het belang der wet in te stellen in de zaak van…

Openbaar Ministerie, 26 september 2019.

Het Openbaar Ministerie heeft de Procureur-Generaal bij de Hoge Raad verzocht om cassatie in het belang der wet in te stellen in de zaak van de verpleeghuisarts die onlangs voor de rechtbank in Den Haag terecht stond in een euthanasiezaak. De PG heeft positief op dit verzoek gereageerd. Hiermee wordt de stap van het hoger beroep overgeslagen.

Dit betekent dat de PG bij de Hoge Raad rechtsvragen kan stellen aan de Hoge Raad, waar de Hoge Raad zich over zal kunnen uitspreken. Het voordeel hiervan voor de verpleeghuisarts is dat een eventueel ander oordeel van de Hoge Raad voor haar geen gevolgen meer zal hebben,  haar zaak is hiermee tot een definitief einde gekomen.
Reacties uitgeschakeld voor OM naar de Hoge Raad in euthanasiezaak

Specialist ouderengeneeskunde ontslagen van alle rechtsvervolging

Rechtbank den Haag, 11 september 2019 Inleiding In deze zaak gaat het, kort gezegd, om het feit dat de verdachte, destijds specialist ouderengeneeskunde, het leven van een 74-jarige demente vrouw…

Rechtbank den Haag, 11 september 2019

Inleiding

In deze zaak gaat het, kort gezegd, om het feit dat de verdachte, destijds specialist ouderengeneeskunde, het leven van een 74-jarige demente vrouw (hierna ook: patiënte) heeft beëindigd.

Dat feit is primair tenlastegelegd als levensbeëindiging op verzoek, subsidiair als moord althans doodslag.

De rechtbank beseft heel goed dat euthanasie en hulp bij zelfdoding onderwerpen zijn die gevoelig liggen en dat, al dan niet ingegeven door religieuze, morele, ethische en/of professionele overtuigingen, over de toelaatbaarheid daarvan in de samenleving heel verschillend wordt gedacht. Dat is in het bijzonder het geval wanneer, zoals in deze zaak, sprake is van levensbeëindiging van een diep demente patiënte.

Die verschillen van inzicht zijn er tot op de dag van vandaag, ondanks de na uitgebreide maatschappelijke en parlementaire discussie in 2001 tot stand gekomen en op 1 april 2002 in werking getreden Wtl. Die wet sluit, zoals de rechtbank ook hierna nog zal uitleggen, euthanasie op demente personen niet uit. Maar die wet betekent niet dat iemand die er om vraagt ook een recht op euthanasie of hulp bij zelfdoding heeft. Die wet betekent evenmin dat een arts verplicht is of kan worden aan een verzoek om euthanasie of hulp bij zelfdoding gehoor te geven.

De rechtbank moet in deze zaak beoordelen of de patiënte een uitdrukkelijk en ernstig verlangen had om haar leven te laten beëindigen. Als die vraag met “nee” wordt beantwoord, moet de rechtbank het subsidiair tenlastegelegde verwijt van moord althans doodslag beoordelen. Als die vraag met “ja” wordt beantwoord, moet de rechtbank nagaan of de verdachte zich bij de levensbeëindiging heeft gehouden aan alle zorgvuldigheidseisen van de Wtl en of zij de levensbeëindiging heeft gemeld bij de gemeentelijke lijkschouwer. Als de verdachte aan dat alles heeft voldaan moet dat leiden tot het oordeel dat het feit niet strafbaar is.

Uitspraak van de rechter

De specialist ouderengeneeskunde die verdacht werd van onzorgvuldige euthanasie op een demente patiënte is ontslagen van alle rechtsvervolging. De rechtbank Den Haag vindt bewezen dat de arts het leven van de patiënte op haar uitdrukkelijk en ernstig verlangen heeft beëindigd door toediening van euthanatica. Hierbij heeft zij zich gehouden aan alle zorgvuldigheidseisen van de ‘Wet toezicht levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding’(Euthanasiewet).

Dementieclausules en wilsbekwaamheid

In oktober 2012 hoorde de patiënte dat zij dementie type Alzheimer had. Kort daarna heeft zij een schriftelijk euthanasieverzoek getekend. Bij dat verzoek zat ook een dementieclausule. In januari 2015 heeft de patiënte een herziene dementieclausule getekend. Uit die dementieclausules blijkt dat de patiënte bij vergevorderde dementie beslist niet in een verpleeghuis wilde worden opgenomen. De patiënte sprak regelmatig met haar huisarts en geriater over de dementieclausules. Zowel de huisarts als de geriater waren van mening dat de patiënte wilsbekwaam was toen zij de euthanasieverklaring en dementieclausules tekende. Ook besprak zij vaak en jarenlang haar euthanasiewens met haar echtgenoot en dochter.

Wilsonbekwaam

Halverwege 2015 ging de patiënte hard achteruit en in januari 2016 was zij voor het laatst bij de huisarts. Deze stelde vast dat mevrouw niet meer wist wat het woord euthanasie betekende. Ze was toen niet meer wilsbekwaam. Begin 2016 werd ze opgenomen in het verpleeghuis waar de arts toen nog als specialist ouderengeneeskunde werkte. De arts hoorde van de echtgenoot van de patiënte dat er een wilsverklaring was en onderzocht of het mogelijk was op basis van die verklaring euthanasie te plegen. Zij nam het medisch dossier door en sprak met de huisarts, echtgenoot en dochter. Ze overlegde met het behandelteam in het verpleeghuis, de psycholoog van de patiënte en met een consulent van de levenseindekliniek. Ze had ook contact met de patiënte, is gesprekken met haar aangegaan en heeft haar meermalen en ook langdurig geobserveerd. De echtgenoot en dochter hebben toestemming gegeven om opnamen van de patiënte te maken en ook die heeft de verdachte bekeken.

Alle wettelijke eisen

Het beeld dat uit al die observaties en gesprekken naar voren kwam was een diep demente, wilsonbekwame mevrouw die een enorme ontluistering van haar persoon had doorgemaakt en nog steeds doormaakte. Medicijnen om haar toestand wat te verlichten hielpen niet. De verdachte heeft over de toestand van patiënte ook nog het oordeel van twee onafhankelijke artsen ingewonnen, namelijk een psychiater die ook SCEN-arts was en een SCEN-arts, die internist was. Zij hebben, na contact met en observatie van de patiënte, geoordeeld dat het euthanasieverzoek van de patiënte aan alle wettelijke eisen voldeed. Op 22 april 2016 heeft de verdachte het leven van de patiënte door toediening van euthanatica beëindigd en dat ook aan de gemeentelijke lijkschouwer gemeld.

Juridische aspecten

In 2019 oordeelde het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg dat de verdachte niet aan alle zorgvuldigheidseisen van de Euthanasiewet had voldaan. Zij kreeg daarvoor de maatregel van waarschuwing opgelegd. De tuchtrechter gaat echter over medisch-professioneel handelen en in deze zaak zijn juist belangrijke juridische aspecten aan de orde. De belangrijkste vraag die de officier van justitie beantwoord wilde zien was door de tuchtrechter niet beantwoord; heeft de arts de plicht om de actuele levens- of stervenswens van een wilsonbekwame, diep demente patiënte te verifiëren om te kunnen spreken van een vrijwillig, weloverwogen verzoek tot euthanasie?

Niet strafbaar

De rechtbank is van oordeel dat de arts de actuele stervenswens niet hoefde te verifiëren. De patiënte was diep dement en volledig wilsonbekwaam. Het gebruik van premedicatie was besproken met de familie en artsen en was in dit geval niet onzorgvuldig. Het bewezenverklaarde feit is niet strafbaar en de arts wordt van alle rechtsvervolging ontslagen.

 

Zie hier voor meer informatie over het onderzoek van de terechtzitting

Reacties uitgeschakeld voor Specialist ouderengeneeskunde ontslagen van alle rechtsvervolging

Betere informatie over palliatieve zorg

Rijksoverheid, Nieuwsbericht | 20-06-2019. Het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport is een campagne gestart rondom de bewustwording en mogelijkheden van palliatieve zorg. Deze vorm van zorg en hulp is…

Rijksoverheid, Nieuwsbericht | 20-06-2019.

Het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport is een campagne gestart rondom de bewustwording en mogelijkheden van palliatieve zorg. Deze vorm van zorg en hulp is gericht op mensen die zich in de laatste fase van het leven bevinden. Met het concept ‘Ik heb te horen gekregen dat ik doodga. Maar tot die tijd leef ik’, benadrukt de campagne dat als iemand uitbehandeld is, het leven en de zorg niet stopt. Palliatieve zorg helpt om de beleving van deze periode zo positief mogelijk te maken en ondersteunt mensen om nog te doen wat ze belangrijk vinden.

Het echte verhaal

Het is voor mensen nog onvoldoende duidelijk wat palliatieve zorg is en wat de mogelijkheden zijn. Daar wil de campagne verandering in brengen. Echte mensen die zich in de laatste levensfase bevinden, vertellen hun verhaal. (Video)portretten schijnen een licht op de keuzes waar men mee te maken krijgt als het einde van het leven dichterbij komt. De campagne zet aan tot het tijdig nadenken en spreken over wat men wel en niet wil, zodat naasten en hulpverleners daarnaar kunnen handelen.

Om informatie over palliatieve zorg gebundeld aan te bieden is de website www.overpalliatievezorg.nl gerealiseerd waarop veel informatie te vinden is voor mensen die zich in hun laatste levensfase bevinden. Tot op heden was de informatie over palliatieve zorg versnipperd en daardoor niet goed vindbaar. Ook is voor patiënten nog vaak onduidelijk welke ondersteuning en zorg er verkregen kan worden en wie waarvoor verantwoordelijk is. Als iemand is uitbehandeld, zijn er nog vele zorgmogelijkheden beschikbaar om de kwaliteit van leven in de laatste fase te ondersteunen. Dat kan medische zorg zijn, maar ook psychosociale zorg en praktische ondersteuning.

De campagne is ontwikkeld in nauwe samenwerking met betrokken veldpartijen in de palliatieve zorg. Naast de website wordt de campagne ondersteund met media die verdieping aan de boodschap kunnen bieden.

120.000 mensen per jaar in Nederland

Jaarlijkse sterven er ongeveer 150.000 mensen, waarvan 80 procent van de gevallen voor de arts niet onverwacht komt. Dat betekent dat per jaar rond de 120.000 mensen  palliatieve zorg nodig kunnen hebben. Uit onderzoek is gebleken dat patiënten die goede palliatieve zorg krijgen zich beter voelen in de laatste fase van hun leven.

 

Links:

https://www.rijksoverheid.nl/ministeries/ministerie-van-volksgezondheid-welzijn-en-sport/nieuws/2019/06/20/betere-informatie-over-palliatieve-zorg

https://www.overpalliatievezorg.nl/

 

Reacties uitgeschakeld voor Betere informatie over palliatieve zorg

Tijd voor een nieuw abortusdebat dat het gevoel overstijgt

OPINIE door mr. Marie-Thérèse Hengst. Dit artikel verscheen eerder op 24 mei 2019 in Katholiek Nieuwsblad – zie www.katholieknieuwsblad.nl. Dat ouders levenloos geboren kinderen in het bevolkingsregister kunnen laten inschrijven,…

OPINIE door mr. Marie-Thérèse Hengst. Dit artikel verscheen eerder op 24 mei 2019 in Katholiek Nieuwsblad – zie www.katholieknieuwsblad.nl.

Dat ouders levenloos geboren kinderen in het bevolkingsregister kunnen laten inschrijven, zou onze kijk op de beschermwaardigheid van het leven moeten veranderen. Het debat daarover zou het niveau van het gevoel moeten overstijgen.

De 28-jarige Yara was vorige week weer in het nieuws. Zij liet onlangs haar geaborteerde kindje inschrijven in het bevolkingsregister. Dit was mogelijk door een recente wetswijziging, waardoor ouders hun levenloos geboren kinderen mogen laten inschrijven. Juristenvereniging Pro Vita vindt het een goede ontwikkeling dat de wetgever op deze manier rouwende ouders tegemoetkomt.

Troost

Uit de uitzending van NieuwLicht van 22 april bleek ook hoeveel troost de inschrijving geeft aan ouders die hun kindje verloren hebben. Toch roept de inschrijving van het geaborteerde kindje van Yara ook vragen op. Want hoe denken we nu over het ongeboren menselijk leven? Welke (juridische) waarde hechten we daaraan?

Tegenstrijdigheid

De overheid heeft in elk geval geen eenduidige visie op het ongeboren leven. Want op grond van de abortuswet kunnen ongeborenen een anonieme dood sterven. Maar op grond van de nieuwe regels erkent de overheid datzelfde kindje als mens door een inschrijving in het bevolkingsregister. Hoe verenigen we deze erkenning van het mens-zijn met de anonieme dood door abortus? Wat zegt dat over onze visie op het ongeboren leven?

Nogmaals, we zijn erg blij met de nieuwe regels en dat ook vrouwen die een abortus ondergingen er gebruik van kunnen maken. Maar de tegenstrijdigheid van de twee wetten vraagt om een hernieuwd debat over de beschermwaardigheid en de rechtsbescherming van het ongeboren leven.

Gevoelskwesties?

We hopen dat met een hernieuwd debat verder wordt gekeken dan gevoel. Want hoewel gevoelens belangrijk zijn en gerespecteerd moeten worden, mogen we ethische vraagstukken niet alleen daarvan laten afhangen.

De wetgever laat nu de bewuste wetgeving – en dus de waarde van het ongeboren leven – vooral afhangen van de wensen en gevoelens van burgers, en niet van een bepaalde uitgedachte visie of ethiek. Iets dat D66-Tweede Kamerlid Vera Bergkamp ook erkende. Volgens haar waren de nieuwe regels over de inschrijving van levenloos geboren kinderen “gebaseerd op het gevoel dat ouders kunnen hebben”.

Ook de abortuswet kwam voort uit wensen van de bevolking. Maar als de overheid wetten aanneemt die alleen zijn gebaseerd op gevoel, reduceren we belangrijke ethische kwesties – waarvan mensenlevens afhangen – dan niet tot gevoelskwesties?

Evenwicht

Laten we daarom als samenleving nadenken over hoe we de meest kwetsbare mensenlevens kunnen beschermen, overigens zonder afbreuk te doen aan de bescherming van (ongewenst) zwangere vrouwen. Want met de mogelijkheid om levenloos geboren en geaborteerde baby’s in te schrijven, zit de overheid naar ons idee op het spoor van erkenning van het mens-zijn van ongeborenen.

Evaluatie van de abortuswet

Wij moedigen de overheid dan ook aan deze impliciete erkenning door te zetten naar een betere bescherming van het ongeboren leven. Dat kan bijvoorbeeld tijdens de evaluatie van de abortuswet die komend jaar plaatsvindt. Die zou als doel moeten hebben evenwicht te brengen in de bescherming van het ongeboren leven en die van de ongewenst zwangere vrouw.

Mr. Marie-Thérèse Hengst is bestuurslid van Juristenvereniging Pro Vita. 

Reacties uitgeschakeld voor Tijd voor een nieuw abortusdebat dat het gevoel overstijgt

De registratie van een geaborteerde foetus

Nederlands Juristenblad (NJB), blog 29 april 2019, door Lisette ten Haaf.   Lisette ten Haaf is docent Rechtstheorie aan de Universiteit Utrecht en promoveert aan de VU op de juridische status…

Nederlands Juristenblad (NJB), blog 29 april 2019, door Lisette ten Haaf.  

Lisette ten Haaf is docent Rechtstheorie aan de Universiteit Utrecht en promoveert aan de VU op de juridische status van het toekomstige kind en de regulering van voortplanting.

Ten Haaf schreef haar opinie naar aanleiding van de inschrijving van een geaborteerde foetus in het bevolkingsregister. In de uitzending daarover van het EO-programma NieuwLicht van 22 april j.l. vertelt de advocaat die betrokken was bij de inschrijving, dat door de registratie de overheid de geaborteerde foetus als mens beschouwt. Maar dat is een voorbarige conclusie volgens Ten Haaf. In haar opinie legt ze uit waarom.

Lees het hele stuk hier.

 

 

 

Reacties uitgeschakeld voor De registratie van een geaborteerde foetus

Zes jaar na zaak-Tuitjenhorn: ‘Artsen nog onzeker over palliatieve sedatie.

NOS Nieuwsuur, 4 mei 2019. Huisarts Nico Tromp wijkt in 2013 af van de richtlijnen om een stervende kankerpatiënt palliatief te kunnen sederen, het opzettelijk verlagen van het bewustzijn. Nadat…

NOS Nieuwsuur, 4 mei 2019.

Huisarts Nico Tromp wijkt in 2013 af van de richtlijnen om een stervende kankerpatiënt palliatief te kunnen sederen, het opzettelijk verlagen van het bewustzijn. Nadat dit via zijn coassistent wordt gemeld bij de Inspectie, wordt Tromp beschuldigd van moord. Korte tijd later maakt hij een einde aan zijn leven. Over het verhaal van Tromp is nu een documentaire uitgebracht: De Zaak Tuitjenhorn.

Wat zijn de gevolgen van de zaak voor artsen en voor palliatieve sedatie in Nederland?

Weerbarstig

“De zaak Tuitjenhorn heeft voor heel veel onrust, angst en onzekerheid in de medische wereld gezorgd over hoe je palliatieve sedatie nu precies moet uitvoeren”, zegt Kees Besse, anesthesioloog aan het Radboudumc.

Besse schreef mee aan de richtlijn voor palliatieve sedatie en werd opgevoerd als deskundige toen de zaak-Tromp voor de Raad van State kwam. Hij vertelt dat artsen bang zijn dat ze juridisch in de problemen komen wanneer zij zich niet aan de richtlijn houden.

“Ik heb die richtlijn mede opgesteld. Ik kan je zeggen: in 90 procent van de gevallen kun je met de richtlijn uit de voeten. In 10 procent van de gevallen is het juist je taak als arts om ervan af te wijken. Je bent er voor de patiënt. Je hebt ervoor doorgeleerd om altijd zelf te blijven nadenken.”

Bovendien kan het proces van palliatieve sedatie erg moeilijk zijn. “Als het allemaal moeilijk gaat, zit ik soms wel drie tot vier uur aan het bed van de patiënt tot hij goed gesedeerd is. In de echt moeilijke gevallen is er geen plafond aan medicatie. En natuurlijk wil je dan als arts overleggen en alles goed opschrijven en vastleggen. Maar weet je, de realiteit is soms nu eenmaal wat weerbarstiger.”

De kwestie Tuitjenhorn

In 2013 bezoekt huisarts Nico Tromp uit Tuitjenhorn, net terug van vakantie, een terminale patiënt. Dat doet hij samen met een co-assistent. De situatie is ernstig; de patiënt is stervende, erg benauwd en lijdt ondraaglijk. Tromp dient daarom een grote hoeveelheid medicijnen toe om het lijden te verlichten en de patiënt in slaap te brengen. Korte tijd daarna overlijdt de patiënt.

Het handelen van Tromp komt aan het licht via de co-assistent. Haar begeleider bij het AMC neemt geen contact op met de huisarts maar maakt direct een melding bij de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd.

Nico Tromp wordt daarna door het Openbaar Ministerie aangeklaagd voor moord, de Inspectie zet hem op non-actief en brengt dat met naam en toenaam naar buiten. Daarna pleegt Nico Tromp zelfmoord.

Florien van Heest is huisarts en herkent de onrust waar Besse over vertelt. “De zaak gaf mij als huisarts een onzeker gevoel, eigenlijk eerder nog een onveilig gevoel.” Van Heest vindt dat er buitenproportioneel is gereageerd door instanties. “Het liep volledig uit de hand. Hij werd beschuldigd van moord. Ik vind het onwerkelijk. Waar was het basisvertrouwen in hem, dat er in iedere arts moet zijn, dat hij beste met de patiënt voor had?”

Van Heest merkte dat er veel vragen door haar hoofd spookten toen zij zelf voor het eerst na de zaak een sedatie moest uitvoeren. “Pak ik dit nu wel zorgvuldig genoeg aan? Heb ik echt voldoende met de verpleegkundige overlegd en met de familie? Is er geen co-assistent die iets verkeerd kan hebben geïnterpreteerd?”

Zo behandel je een huisarts die altijd goed heeft gefunctioneerd niet. Van die vertrouwensbreuk hebben artsen nu nog last.

Kees Besse, anesthesioloog

Zowel Besse als Van Heest vinden dat de zaak van huisarts Tromp niet bij het OM thuishoorde. “Tuitjenhorn was eerder een zaak voor een tuchtcollege, dan kijken vakgenoten er naar”, aldus Van Heest. “Die weten hoe ingewikkeld en weerbarstig de praktijk is.”

Ook Besse vindt dat het eerder een tuchtzaak had moeten zijn: “Wat waren de omstandigheden? Je hoort met mensen uit het vak daarover van gedachten te wisselen. Dat is de normale gang van zaken. Dit hoort niet thuis bij justitie. Zo behandel je een huisarts die altijd goed heeft gefunctioneerd niet. En van die vertrouwensbreuk hebben artsen nu nog last.”

Les

Besse en Van Heest vinden het belangrijk dat er een les getrokken wordt uit de zaak Tuitjenhorn. Van Heest: “Wanneer zich een extreme situatie voordoet in de praktijk, hoop ik dat er onmiddellijk iemand uit de beroepsgroep met de desbetreffende arts gaat sparren over wat is er gebeurd en waarom. En dat het niet uitmondt in een strafzaak of schorsing door de inspectie op basis van een verklaring van iemand die het vak nog aan het leren is.”

Besse vindt dat de inspectie een gebaar moet maken en moet stellen dat ze in soortgelijke gevallen hier anders mee om zullen gaan. “Dat is waar dokters, ik ook, behoefte aan hebben. Niet dat we bij een zeer moeilijk onderdeel van ons vak ineens een mes in de rug krijgen gestoken van de inspectie. Laten we alsjeblieft leren van deze casus.”

 

 

 

 

 

 

Reacties uitgeschakeld voor Zes jaar na zaak-Tuitjenhorn: ‘Artsen nog onzeker over palliatieve sedatie.

Zouden wij hun kind willen helpen overlijden? Nooit eerder hadden we zo’n verzoek gekregen.

De Volkskrant 19 april 2019, door Ellen Visser.  Dit artikel gaat over een vraag van de ouders van een pasgeboren ernstig ziek kind naar levensbeëindiging. Sinds 1 februari 2016 is…

De Volkskrant 19 april 2019, door Ellen Visser. 

Dit artikel gaat over een vraag van de ouders van een pasgeboren ernstig ziek kind naar levensbeëindiging.

Sinds 1 februari 2016 is de Regeling beoordelingscommissie late zwangerschapsafbreking en levensbeëindiging bij pasgeborenen ingegaan. Zowel bij categorie 2 als bij levensbeëindiging van pasgeborenen toetst de commissie de zorgvuldigheid van het handelen van de arts. De commissie zendt haar oordeel aan het College van procureurs-generaal van het OM. Het college betrekt het oordeel van de commissie in haar besluit om al dan niet een strafrechtelijk onderzoek in te stellen en/of tot vervolging over te gaan.[red.]

Medische experts over de patiënt die hun kijk op het vak veranderde. Deze week: kinderarts Eduard Verhagen (56).

‘Ze was geboren met blaren op haar armen, benen en buik en het was ons al snel duidelijk dat haar vooruitzichten slecht waren. Haar huid was zo teer dat die bij de minste aanraking losliet, het gevolg van een zeldzame ziekte die niet te genezen viel. De huid raakte ontstoken, er zouden levensbedreigende infecties ontstaan. Omdat ze slecht dronk, had ze in een ander ziekenhuis een voedingssonde gekregen en dat bleek achteraf geen goede keuze. Ook de slijmvliezen waren aangetast, in haar slokdarm waren overal wondjes ontstaan.

U kunt dit artikel verder lezen via deze link.

 

Eerdere afleveringen van deze rubriek zijn gebundeld in “Die ene patiënt” (Ambo Anthos, € 16,99).

 

Reacties uitgeschakeld voor Zouden wij hun kind willen helpen overlijden? Nooit eerder hadden we zo’n verzoek gekregen.

Type uw zoekwoord in onderstaand veld. Druk hierna op enter/return om te zoeken

Spring naar toolbar