Nederlands Dagblad,  5 september 2018

Auteur:  Aaldert van Soest: Redacteur ND binnenland.  Van Soest studeerde geschiedenis en theologie, en  is gespecialiseerd in zorg en medische ethiek.

 

De Levenseindekliniek is op de vingers getikt voor twee gevallen van euthanasie bij psychiatrische patiënten. De kliniek gaat haar werkwijze bij dergelijke zaken daarom aanpassen.

Den Haag

De Regionale Toetsingscommissies ­Euthanasie (RTE’s) publiceerden dinsdag drie nieuwe oordelen in psychiatrische casussen. De commissies willen zo meer duidelijkheid scheppen over de ‘grote behoedzaamheid’ die volgens de richtlijnen is vereist bij euthanasie in de psychiatrie. In twee van de gepubliceerde zaken – beide uitgevoerd door de Levenseindekliniek – had de arts niet voldaan aan de zorgvuldigheidseisen.

De eerste casus betrof een vijftiger die leed aan een autistische stoornis en psychotisch was. Alles was hem te veel: van het daglicht bij het ontwaken tot alle verdere handelingen die hij op een dag moest doen. Omdat zijn huisarts niet wilde meewerken aan euthanasie, kwam hij terecht bij een arts van de Levenseindekliniek. Die raadpleegde een onafhankelijke psychiater, maar deze consulent vond niet dat aan de zorgvuldigheidseisen was voldaan. Er zou voor de patiënt nog beduidend meer te bereiken zijn als hij hulp zou aanvaarden. De arts van de Leveneindekliniek was het niet eens met die visie en gaf de man toch euthanasie. De toetsingscommissies vinden dat hij daarin te snel was. Hij had op zijn minst nog een onafhankelijke deskundige moeten inschakelen.

weigering

In de tweede zaak werd euthanasie gegeven aan een man tussen de 70 en 80 jaar oud. Hij leed aan chronische paranoïde schizofrenie. Hoewel hij al lange tijd behandeld was, zag zowel zijn huisarts als een onafhankelijk psychiater nog mogelijkheden voor nieuwe therapieën om zijn lijden te verlichten. De man wilde die niet meer. Volgens de toetsingscommissies legde de arts van de Levenseindekliniek zich te makkelijk neer bij de weigering van de patiënt.

brandbrief

De gepubliceerde oordelen zijn een nieuw hoofdstuk in de discussie over euthanasie bij psychiatrische patiënten. Eind 2017 schreven psychiaters Bram Bakker en Esther van Fenema een brandbrief over het oprekken van de grenzen. ‘Om in aanmerking te komen voor euthanasie, moeten alle behandelstappen zijn doorlopen’, zei Van Fenema destijds in deze krant. ‘Wij komen steeds vaker tot de conclusie dat dit niet is gebeurd bij psychiatrische patiënten die euthanasie krijgen.’ Ook andere prominente psychiaters, zoals de hoogleraren Frank Koerselman en Jim van Os, lieten zich kritisch uit over de veranderende praktijk.

De Levenseindekliniek is overtuigd van het ondraaglijke en uitzichtloze lijden van de twee patiënten, maar erkent dat de procedure zorgvuldiger had gekund. ‘Uit piëteit met de patiënten zijn onze teams soms terughoudend om hen nogmaals aan een onderzoek van een onbekende arts bloot te stellen’, zegt directeur Steven Pleiter. Hij kondigde aanvullende maatregelen aan. Er is voor complexe zaken, zoals euthanasie in de psychiatrie en bij gevorderde dementie, een extra beslismoment ingebouwd. Een team met een psychiater, een ethicus en een jurist gaat kijken naar deze zaken. Pas na een positief oordeel van dit team mag de arts tot euthanasie overgaan.

In de zes jaar dat de Levenseindekliniek bestaat, is ze tien keer door de toetsingscommissies op de vingers getikt omdat een zaak niet aan de zorgvuldigheidseisen voldeed. Volgens een woordvoerder is dat 0,4 procent van het totale aantal euthanasieverzoeken dat de kliniek heeft ingewilligd. <