Door Arthur Alderliesten – Directeur VBOK, 22 februari 2018.

In het initiatief wetsvoorstel voor de abortuspil via de huisarts hebben GroenLinks en PvdA te weinig oog voor de complexe keuze waarvoor de vrouw staat. De huisarts heeft niet de tijd noch de expertise die nodig is om de onbedoeld zwangere vrouw te begeleiden. Een pleidooi voor meer zorgvuldigheid voor de vrouw en bescherming van het ongeboren kind.

Waar het om gaat- Abortuspil bij de huisarts

Het initiatief wetsvoorstel van GroenLinks en PvdA om de abortuspil beschikbaar te stellen via de huisarts is verrassend. Ten eerste, omdat de regerende partijen rond het regeerakkoord besloten een streep te zetten door het eerdere wetsvoorstel over de abortuspil van minister Schippers [2]. Ten tweede krijgt het ongeboren leven te weinig aandacht. Drie belangrijkste punten van kritiek op de initiatiefwetgeving (eerdere kritiekpunten kunt u hier en hier lezen):

Vrouw verdient meer begeleiding dan een huisarts kan bieden

Het is zeker niet per definitie slecht wanneer een huisarts betrokken is bij een vrouw die onbedoeld zwanger is. Het vraagt wel extra inzet en deskundigheid. Het Nederlands genootschap voor abortusartsen (NGvA) is daarom kritisch. In haar Richtlijn begeleiding van vrouwen die een zwangerschapsafbreking overwegen’ schrijft ze dat huisartsen vaak niet de juiste kennis hebben om een vrouw goed te begeleiden . De NGvA geeft aan dat het een forse uitdaging zal zijn voor huisartsen om dezelfde kwaliteit te leveren bij o.a. termijnbepaling, bereikbaarheid en keuzemogelijkheden als abortusklinieken en ziekenhuizen. 

Beraadtermijn

Voor een abortus geldt een beraadtermijn van vijf dagen, behalve als het gaat om een overtijdbehandeling (voor 9 weken) met bijvoorbeeld de abortuspil. De Raad van State drong bij het eerdere wetsvoorstel aan op het handhaven van deze beraadtermijn, ook bij de abortuspil via de huisarts. GroenLinks en PvdA beroepen zich nu op de huisartsenvereniging LHV om het tegenovergestelde te beweren. Zij stellen dat het “uit medisch, psychologisch en sociaal oogpunt wenselijk is dat vrouwen die een overtijdbehandeling willen dit met een zo kort mogelijke vertraging kunnen doen.” Dat is echt de omgekeerde wereld. Het is juist belangrijk om zorgvuldig een keuze te maken en niet aan te sturen op een snelle beslissing. Dat is precies waarvoor de beraadtermijn in het leven is geroepen. De VBOK ziet daarom graag dat de overtijdbehandeling onder de wet afbreking zwangerschap valt, zodat ook de beraadtermijn geldt. Dát is recht doen aan de complexe keuze waar de vrouw voor staat.

Ongeboren menselijk leven

Het woordje ‘vrouw’ komt 42 keer voor. De woorden ‘embryo’, ‘kind’, ‘foetus’ en ‘ongeboren’ niet één keer. Daarmee is veel gezegd. Zoekt de wet afbreking zwangerschap nog de precaire balans tussen het belang van de vrouw en het ongeboren kind, GroenLinks en PvdA hebben hier geen oog voor. Dat is kwalijk. Ze geven aan de pro-life-gedachte te respecteren omdat het wetsvoorstel abortus niet aanmoedigt, bevordert of verplicht. Dat lijkt me de meest smalle opvatting van beschermwaardigheid van het ongeboren leven die je maar kunt bedenken.

Het ongeboren menselijk leven verdient meer respect. Het verdient bescherming tegen keuzes die wellicht in blinde paniek worden genomen, in rap tempo gefaciliteerd door de huisarts met een volle wachtkamer hijgend in haar nek.

[2] Het kan politiek gezien nog spannend worden. Het opiniepanel-eenvandaag onderzocht het maatschappelijk draagvlak voor de voorgestelde wijziging. 63 procent spreekt zich uit voor een wetswijziging, dus voor het verstrekken van de abortuspil door de huisarts. 23 procent is tegen; 14 procent heeft geen mening. Ook binnen de achterbannen van de coalitiepartijen is een meerderheid voor.